Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Australië zoekt koelte

Lange tijd vond Australië de ligging van de wijngaard niet belangrijk. Daar is verandering in gekomen.

Het begrip "terroir" werd zeker niet in Australië uitgevonden. Lange tijd vonden de Aussies het onbelangrijk op welke bodem en in welk klimaat welke druivenstokken aangeplant werden. De gebruikte druivensoorten werden op het wijnetiket vermeld, en dat was het. Ze konden van overal in het gigantische land komen (Australië is zo groot als heel Europa). Maar bij blindproeverijen bleken de wijnen van druiven uit bepaalde regio's altijd weer het best te scoren. Waardoor het besef groeide dat terroir wel degelijk een rol speelt. "Variety/site matching" (het aanplanten van de juiste druivensoort op de juiste plek) werd in Australië het nieuwe buzzword.

Toch wordt Australië nog altijd met zondoorstoofde wijnen geassocieerd. Maar dat is niet langer terecht. Door de groeiende aandacht voor terroir is er immers een trek naar koelere streken op gang gekomen. De Australiërs leerden dat de meest verfijnde wijnen altijd afkomstig bleken te zijn van de meest zuidelijk gelegen wijngaarden (op het zuidelijk halfrond wordt het koeler naarmate je zuidelijker gaat). Of van wijngaarden die hoger gelegen zijn, of vlakbij de zee zodat ze de verkoelende invloed van de zeewind ondergaan. Die wijnen bleken bovendien het meest in de smaak te vallen van de Europeanen, en precies naar dat continent voerde Australië steeds meer wijnen uit.

Australische wijnmakers zijn doorgaans anders ingesteld dan de Franse. Terwijl de Fransen eerst hun wijnen maken en dan op zoek gaan naar een afzetmarkt, redeneren de Australiërs omgekeerd: zij zoeken eerst een afzetmarkt, en maken dan hun wijnen in functie daarvan. Traditioneel exporteerden zij vooral naar Azïe omdat het vlakbij ligt, en naar Amerika omdat er dezelfde taal wordt gesproken. Die markten stellen uitgesproken smaken en aroma's op prijs, en daar kon Australië met zijn volrijpe druiven perfect op inspelen. Maar om in Europa een kwaliteitsstempel te krijgen, moesten de Australische wijnbouwers een ander type van wijn maken: met meer elegantie, lengte en fijne zuren. En dan heb je koelere streken nodig, omdat de druiven daar evenwichtiger en trager rijpen.

De Australiërs beseffen eveneens dat ze niet mogen blijven mikken op de laagste prijssegmenten. Waar alleen de prijs telt, kunnen ze op termijn nooit winnen van landen als Chili en Zuid-Afrika, waar de kosten en lonen veel lager liggen. Australië is dus wel verplicht om zich op de hogere prijsklassen te richten, en dan kom je automatisch weer terecht bij de aandacht voor terroir.

De eerste regio die als apart terroir werd erkend, was Coonawarra in het uiterste zuiden van Australië. Het gaat om een smalle strook van slechts 3 kilometer breed en 24 kilometer lang, omringd door moeras. Maar precies hier is de bodem heel specifiek, samengesteld uit geoxideerd ijzererts (dat de bodem rood kleurt), met daaronder een kalklaag, en vervolgens een laag klei. De kalk laat het water door en de klei houdt het tegen, zodat er diep onder de grond een waterreserve ontstaat, waaruit de wijnstok kan putten in periodes van droogte (die vaak voorkomen in Australië). Bovendien moeten de wortels veel moeite doen en diep gaan om dat water te vinden. De wijnstok moet dus vechten om te overleven, en produceert bijgevolg kleine, sterk geconcentreerde druiven met een intense smaak. De beste Australische wijnen van cabernet sauvignon komen hier vandaan.

Clare Valley en Eden Valley zijn streken die zich opgeworpen hebben als geschikte terroirs voor riesling, een druivenras dat koelte nodig heeft. Yarra Valley, vlakbij de zuidelijke stad Melbourne, staat bekend om zijn pinot noir, een ander druivenras dat het best gedijt in een koeler klimaat. Ook het zuidelijk gelegen eiland Tasmanië heeft een goede reputatie verworven voor pinot noir en chardonnay.

Een andere streek die de beheerste Europese wijnstijl dicht benadert, is het westen van Australië, rond Margaret River. Warmer dan Bordeaux, maar koeler dan Napa Valley: het lijkt wel de ideale combinatie. Hier hebben zich veel kleinere wijndomeinen gevestigd, die een meer traditionele en persoonlijke aanpak nastreven. Kennelijk kunnen de meer elegante wijnen nu ook de Australiërs zelf bekoren: het westen levert slechts 3% van het Australische wijnvolume, maar behaalt tijdens nationale proeverijen 30% van de medailles.

Australië is dus meer dan Barossa Valley, dat wereldberoemde terroir voor shiraz, de Australische benaming voor syrah. De aarde kleurt hier eveneens rood door het aanwezige ijzererts, maar het klimaat is warmer. Bijgevolg treffen we hier wijnen aan in de gekende Australische stijl: volrijp, zwoel, alcoholrijk, chocoladeachtig.

Specialisten in Australische wijn: www.adbibendum.be