Gérard Perse, eigenaar van Château Pavie: van kruidenier tot kasteeleigenaar
Hij kocht het wereldberoemde Château Pavie en zette heel Saint-Emilion op zijn kop. Dit jaar realiseerde hij zijn droom: de hoogste status van Premier Grand Cru Classé A.
De levensloop van Gérard Perse is het typische verhaal van een selfmade man. Als zoon van een verver treedt hij in de voetsporen van zijn vader: hij start een bedrijfje in schilderwerken. Enkele jaren later gaat hij failliet. In 1976 neemt hij een kruidenierswinkeltje over in een buitenwijk van Parijs. Zes jaar lang gaat hij elke ochtend naar de vroegmarkt van Rungis om groenten en fruit aan te kopen. Via een vriend krijgt hij de kans om onder franchising een supermarkt te beginnen voor Champion. Hij slaagt erin hoge winstcijfers voor te leggen, waardoor hij steeds meer winkels kan overnemen.
In 1993 koopt hij Château Monbousquet in Saint-Emilion, vier jaar later Pavie-Decesse, en in 1998 de mythische premier grand cru classé Château Pavie. Hij verkoopt alles wat hij bezit in Parijs, en verhuist naar Saint-Emilion: "Al vele jaren was ik gepassioneerd door wijn, en vooral door de wijnen van Saint-Emilion. Ook het stadje zelf en de streek trokken mij enorm aan. Toen ik onverwachts de kans kreeg om daar kasteeleigenaar te worden, heb ik niet geaarzeld: ik heb mijn leven volledig omgegooid uit liefde voor de wijn."
Maar de wijnbouwers uit de streek zagen deze rijke supermarkteigenaar uit Parijs niet graag komen. Hij paste methodes in de wijnbouw toe die hier absoluut not done waren. De vendanges vertes bijvoorbeeld: het vroegtijdig wegsnijden van onrijpe druiventrossen als blijkt dat er teveel productie zal zijn. Op die manier verkrijg je een betere kwaliteit van de overblijvende druiven, en dus van de wijn. Toen werd dit in Saint-Emilion nog als een ongehoorde verspilling beschouwd, vandaag doet haast iedereen het.
Daarnaast koos Gérard Perse voor oenoloog Michel Rolland, vriend van de Amerikaanse wijncriticus Robert Parker. Beiden staan bekend om hun voorkeur voor volrijpe druiven, geconcentreerde en krachtige wijnen, getekend door een lange rijping op nieuw eikenhout. Men spreekt van "Parkerwijnen", wijnen die tegen de Bordelese traditie van finesse en elegantie zouden ingaan. Gérard Perse werd beschouwd als de man die de eigenheid van Saint-Emilion zou verloochenen. Hij werd afgeschilderd als een keiharde zakenman zonder liefde voor de streek, die er alleen op belust was wijnen aan een zo hoog mogelijke prijs te verkopen op de wereldmarkt.
Gérard Perse spreekt dat met klem tegen: "Ik deed alles uit passie voor de streek en haar wijnen. Ik wilde het terroir van de wijngaarden juist ten volle respecteren, om er het uiterste uit te halen en de wijnen te verbeteren. Ik heb daarvoor zwaar geïnvesteerd, en de inspanningen hebben snel geloond. Zo kreeg Château Monbousquet, een kasteel dat in de vergeethoek was geraakt, opnieuw wereldwijde aandacht. En van Pavie heb ik opnieuw het vlaggenschip van de streek gemaakt. Daar kan heel Saint-Emilion zijn voordeel mee doen."
Gérard Perse liet zich niet intimideren door de pogingen om zijn reputatie schade toe te brengen. In 2001 kocht hij het Château Bellevue Mondotte, met een kleine wijngaard van 2 hectare waar hij een micro-cuvée maakte die in de internationale pers bejubeld werd. In datzelfde jaar kocht hij het luxueuze Hostellerie de Plaisance, pal in het historische centrum van Saint-Emilion: geen beter symbool om te zeggen dat hij hier was en van plan was om te blijven.
Ik ontmoette de man al verscheidene malen, waaronder één keer in België, toen hij een ruime selectie van zijn wijnen had meegebracht. De uitgebreide degustatie bevestigde zijn ondubbelzinnige streven naar kwaliteit, maar tegelijk ook dat hij wel degelijk in een bepaalde wijnstijl werkt, waarbij concentratie, kracht en structuur vooropstaan. Meer bepaald liet hij Château Pavie 2003 proeven, een wijn die voor heel wat beroering had gezorgd in de internationale wijnpers. De Engelse wijnschrijfster Jancis Robinson had gewag gemaakt van een veel te zwoele en zoete wijn die aan Californische zinfandel deed denken, terwijl Robert Parker de wijn de hemel had ingeprezen. Ikzelf neig eerder naar de mening van Robinson, maar het feit dat zij haar misprijzen voor deze wijn zo krachtig had uitgedrukt (onder meer door de term "belachelijk" te gebruiken), toont aan dat Perse de gemoederen blijkbaar makkelijker verhit dan anderen.
Pavie 2000 is echter - en ik wik mijn woorden – een meesterwerk. Dat is geen originele mening, de meeste wijnschrijvers zijn het hierover eens. Terecht, want deze wijn heeft alle kenmerken van een waarlijk grote wijn: een perfect evenwicht, een mooi beheerste houttoets, een concentratie die net niet te ver gaat, een afdronk die blijft nazinderen. De 2001 heeft deze kenmerken ook, maar in meer bescheiden mate. Hij is lichter en een tikje groener, wat wijst op minder rijpe druiven (en wellicht een iets te ver doorgedreven extractie: in 2001 kon je niet op dezelfde manier te werk gaan als in 2000.)
Parker gaf Pavie 2000 een score van 100 op 100. Je kan het niet altijd oneens zijn met hem. Jammer dat zulke scores de prijs doen ontploffen.
Die prijsstijging zal nu zeker niet stoppen, nu Gérard Perse met zijn domein de hoogst mogelijke status heeft bereikt: die van Premier Grand Cru Classé A. Daarmee zet hij zich in het rijtje van die andere grootheden Cheval Blanc, Ausone en Angélus.
Om dat te vieren organiseerde hij in het legendarische Parijse restaurant La Tour d'Argent een perslunch, waar de jaargangen 1998, 2000 en 2005 geschonken werden. De opgaande lijn was in elk geval duidelijk.