Wijn aan de Rijn
Misschien associeert u de Rijn met zware industrie. Maar aan de oevers ervan worden zeer fijne wijnen gemaakt.
Waarom ben ik eigenlijk geïnteresseerd geraakt in wijnland Duitsland, zozeer zelfs dat ik er al enkele keren naartoe ben gereisd? Dit land waaraan ik vroeger nooit dacht, waar ik alleen maar kwam als het echt niet anders kon?
De reden is: ik ben een grote fan van riesling. En als je dat bent, kan je aan Duitsland niet voorbij: hier vind je de puurste expressie van deze nobele druif. Vooral - naar mijn smaak - in de droge versies, de zogenaamde “trocken” rieslings. Als ik zo’n wijn proef, met dat mineralige karakter, die diepte, die precisie, die ragfijne zuren die je alleen in Duitse wijnen aantreft, dan ben ik compleet verkocht.
Velen kennen de vallei van de Moezel, een rivier met een wat lieflijk imago. De Rijn is een rivier die je al wat meer kracht en karakter toedicht. Het is wellicht toeval, maar het imago van beide rivieren strookt met de stijl van de wijnen die er gemaakt worden.
Boven de stad Mainz, aan een kromming van de Rijn, ligt het wijngebied Rheingau. Hier ligt onder meer de wereldberoemde wijnbouwschool van Geisenheim, algemeen geprezen als hèt oenologische centrum voor wijnbouw in koele klimaten. Hier rijst ook de Rüdesheimer Berg Schlossberg op, de steilste wijngaard van Rheingau die bijna loodrecht afloopt naar de Rijn toe. Het aanzicht van dergelijke vervaarlijk steile, met wijnstokken beplante hellingen in Duitse wijnstreken is telkens weer een belevenis. Je vraagt je af hoe men er in godsnaam in slaagt om hier druiven te telen en te plukken, je kan in de wijngaard haast niet recht blijven staan. Soms kan je er slechts geraken via een speciaal aangelegde monorail: een klein ijzeren wagentje, aangedreven door een benzinemotor, tuft over een soort spoorlijn naar boven en weer naar beneden.
Ook de taal is voor mij altijd weer even wennen: ik associeer ze niet zo makkelijk met een verfijnd product als wijn. Dat gevoel verdwijnt echter snel als je de schitterende wijnen proeft van wijnbouwers als Franz Künstler, August Kesseler en Georg Breuer. Dan begrijp je weer waarom hier in de Rheingau honderd jaar geleden voor Duitse riesling topprijzen werden betaald, meer zelfs dan voor de duurste bordeauxwijnen. Duitsland heeft een bijzonder rijke wijngeschiedenis, maar de twee wereldoorlogen hebben dat volledig van de kaart geveegd. Pas nu heeft de Duitse riesling weer zijn plaats aan de wereldtop veroverd. Vanuit de Amerikaanse en Aziatische markt is de vraag pijlsnel gestegen. In Hattenheim bezocht ik het Weingut Schloss Schönborn, waarvan de familie haar 650ste (!) verjaardag in de wijnbouw vierde. Vandaag exporteert het domein 75% van haar productie, vooral naar – jawel - de Verenigde Staten en Japan. Haar oudste wijn, een riesling van 1735, werd aan een Canadese verzamelaar verkocht voor 25.000 euro. Niet alle domeinen hebben het geluk nog oude wijnen in hun bezit te hebben, want na de Tweede Wereldoorlog werden hier hele kelders leeggeplunderd door … de Fransen.
Verder zuidwaarts ligt Rheinhessen, het grootste wijngebied van Duitsland. Hier wordt een wijn geproduceerd die Duitslands reputatie als wijnland veel schade heeft toegebracht: de halfzoete Liebfraumilch. Maar op de steile hellingen langs de Rijn drijft de kwaliteit weer boven. Ik heb er het Weingut Wittmann bezocht, een familiaal domein dat sinds 1663 bestaat en in 1990 overschakelde op biologische teelt. Sindsdien ben ik een grote fan van hun waarlijk verrukkelijke wijnen. Qua zuiverheid, transparantie en precisie is Duitse topriesling ongeëvenaard in de wereld. Het gevolg daarvan is dat de kleinste onzuiverheid, de allerlichtste kurksmaak, meteen merkbaar is. De wijnbouwer moet met de grootste nauwkeurigheid en hygiëne te werk gaan. Dat is wel eens anders bij wijnen die zodanig gearomatiseerd worden dat onzuiverheden er makkelijk in verdrinken. Nog verder zuidwaarts langs de Rijn, tot aan de Franse grens, ligt het wijngebied Pfalz.
Hier slingert een mooie wijnroute, de “Deutsche Weinstrasse”, zich door het glooiende landschap. Je komt dan wereldvermaarde domeinen tegen, onder meer Bürklin-Wolf en von Bassermann-Jordan. Van eerstgenoemd domein proefde ik een riesling auslese van 1989: pure nectar! Bij von Bassermann-Jordan werd ik ooit vorstelijk onthaald, getrouw aan het imago van de familie die in 1917 in de adel werd verheven voor haar verdienste in de Duitse wijnbouw. Ze bezit nog oude wijnen van alle jaargangen tot 1838, en de grootste jaargangen tot 1811. Daarmee heeft ze de grootste privé-wijncollectie in Duitsland. Het domein leverde wijn aan de Russische tsaren. Nu hebben Amerikanen en Japanners het domein ontdekt, en moet je vooraf intekenen om aan hun wijnen te geraken. Zou ik er vandaag nog op dezelfde manier onthaald worden?