Wijnland Chili
DE ARISTOCRATEN VAN DE WIJNBUSINESS
Adel en grootgrondbezit hebben altijd een belangrijke rol gespeeld in de economie van Chili. Ook in de wijnbouw is dat vandaag nog merkbaar.
In Frankrijk kan je nog even aankloppen bij de wijnbouwer. In Chili rijd je met je auto
tot aan een slagboom waar een poortwachter vraagt met wie je een afspraak hebt. Wijngoederen lijken hier vaak op industriële domeinen. Wijngaarden zijn als het ware druivenfabrieken in open lucht. Vijfhonderd hectaren, volgeplant met wijnstokken, zijn geen uitzondering. Eén tiende daarvan wordt in Frankrijk al als een groot domein beschouwd.
Het domein dat we bezoeken, bezit liefst 3.500 hectaren wijngaard: Santa Rita,
het tweede grootste wijnbedrijf in Chili (na Concha y Toro). Na enkele kilometers over geasfalteerde weg doorheen de wijngaarden, komen we aan het schitterend gerestaureerde hoofdgebouw. De eigenaar, de steenrijke industriemagnaat Ricardo Claro, krijgen we niet te zien. Afspraken moeten hier gemaakt worden met de afdeling public relations. Ricardo Claro heeft heel wat andere zaken te regelen: de man heeft belangen in de scheepsindustrie (waardoor hij zijn eigen wijnen kan vervoeren) en beheerst de Chileense glasindustrie (waardoor hij de flessen voor zijn eigen wijnen kan leveren). Daarnaast bezit hij Viña Carmen, een wijnbedrijf dat zich toelegt op de interessante markt van de duurdere kwaliteitswijnen, terwijl Santa Rita eerder mikt op de grootschalige consumptie.
Ondanks dit industriële aspect heeft Ricardo Claro bewust de historische traditie van Santa Rita bewaard: de houten fermentatievaten van vroeger, de oude kelders van de 19de eeuw, het prachtig gerenoveerde restaurant dat vroeger de hacienda van de stichter was. Ongetwijfeld beseft hij dat de wijndrinker ook een vleugje romantiek wil, en dat je
geen wijnbusiness kan opbouwen zonder oog te hebben voor wijncultuur.
Dat die combinatie werkt, heeft Chili overtuigend aangetoond. De wijnproductie is meer dan vertienvoudigd. Duizenden hectaren wijngaard werden en worden heraangeplant met nobele druivensoorten als cabernet sauvignon, merlot, chardonnay en sauvignon blanc. Wijnbouwers hebben geïnvesteerd in de allernieuwste technologie. Franse en Amerikaanse wijnhuizen en oenologen kwamen samenwerken met hun Chileense confraters. En langs de "Panamerican highway" die het noorden met het zuiden verbindt, hangt opvallend veel reclame voor wijnen, tussen reclame voor lingerie, banken en telecommunicatie.
Heel wat oude, aristocratische wijnhuizen hebben zich moeten aanpassen aan deze snelle groei en modernisering. Cousiño Macul is daar een typisch voorbeeld van. Het heeft de veranderingen letterlijk op zich zien afkomen: de stad Santiago is uit haar voegen gegroeid, en heeft de wijngaarden van Cousiño Macul omsingeld. Dat zorgt voor logistieke problemen waardoor de familie nu 400 hectaren gekocht en aangeplant heeft ten zuiden van Santiago, evenveel als ze op dit ogenblik in de stad zelf bezit.
We worden onthaald door een piekfijn uitgedoste Carlos Cousiño, telg van de zesde generatie van een machtige industriedynastie met belangen in steenkool, koper, zilver, scheepvaart, spoorwegen en media. Trots leidt hij ons rond in het schitterende domein van de familie, een oase van rust in het drukke Santiago. We wandelen door de perfect verzorgde en geïrrigeerde wijngaarden, en door het grote oude park dat door de Chileense staat geklasseerd werd. We bezoeken de wijnkelders die uitgeroepen werden tot nationaal monument, en de gebouwen voor opslag en vinificatie, helemaal opgetrokken in Spaans-koloniale stijl. Alles ademt hier geschiedenis en aristocratie uit. Ten slotte toont hij ons de privé-kelder van de familie die meer dan 25.000 flessen bevat. Elk wijnjaar sinds 1927 is er vertegenwoordigd.
"Onze filosofie is gastronomische wijnen te maken die goed verouderen", zegt hij, "Wij mikken dus niet puur op fruit, zoals de meeste Chileense wijnen."
Dat blijkt uit een memorabele degustatie, waarbij hij ons onder meer van dezelfde cabernet sauvignon verschillende oogstjaren sinds 1983 aanbiedt, een unieke belevenis in Chili waar men het meestal slechts over het laatste wijnjaar heeft.
Ook het wijnhuis Bisquertt, gelegen in de koelere Colchagua Valley ten zuiden van Santiago, getuigt van de confrontatie tussen de aristocratische wijntraditie in Chili en de groeiende industriële aanpak. We ontmoeten er Presidente Osvaldo Bisquertt die zich eigenhandig heeft beziggehouden met de decoratie van de prachtige hacienda waarin het bedrijf is ondergebracht. De deuren zijn in eikenhout van wijnvaten, roodgekleurd door de wijn. De poort werd gemaakt uit de ijzeren beugels die rond vaten gespannen worden. Overal hangen waardevolle antieke stukken uit oude wijnmakerijen. Osvaldo Bisquertt is een man die van stijl en grandeur houdt. Hij verzamelt zelfs koetsen van de oude Chileense adel. Tegelijk heeft hij de innovatie niet uit het oog verloren, want zijn wijnbedrijf blinkt van de wijntechnologie in roestvrij staal. De wijnen die onder het label Château La Joya (het juweel) op de internationale markt gebracht worden, zijn dan ook moderne, zuivere, fruitgedreven wijnen.
De beste gronden voor wijnbouw in centraal Chili (rond Santiago en tot 300 kilometer zuidwaarts) zijn reeds ingenomen. Maar de markt voor Chileense wijn is lang niet verzadigd. Dus gaan wijnbedrijven steeds verder ten zuiden en ten noorden van Santiago op zoek naar nieuwe gronden, tot in gebieden waar het klimaat in principe minder geschikt is. Daarbij worden soms verrassende ontdekkingen gedaan. Zoals Limari Valley, 500 kilometer ten noorden van Santiago, temidden van een semi-woestijn. Daar begon de industriële Capel Group wijnstokken aan te planten.
De groep staat vooral bekend om haar enorme marktaandeel van 97% in pisco, een distillaat van witte druiven dat in Chili gebruikt wordt als basis voor het nationale aperitief pisco sour. Maar Capel wou ook in de groeimarkt van de wijn vertegenwoordigd zijn, en richtte in Limari Valley het wijnbedrijf Francisco de Aguirre op. Een nieuwe speler op de internationale markt was geboren.