Een eigen mening over wijn?
Er zijn vele meningen over vele wijnen. Maar wie durft een eigen mening te hebben?
Vele van mijn vrienden-wijnliefhebbers zijn sceptisch over Robert Parker, de invloedrijke Amerikaanse wijncriticus die vooral met Bordeaux naam heeft gemaakt.
Maar toen ik over Mouton-Rothschild 2003 zei dat hij "stijf stond van de tannines en het hout" en dat ik hem daarom "ondrinkbaar" vond, werd mij meteen gewezen op het feit dat Parker diezelfde wijn de hemel inprees. Plots bleek de autoriteit van Parker dan toch door te wegen. Het leek of iedereen zich afvroeg of ik wel dezelfde Mouton-Rothschild had geproefd. Vele wijnliefhebbers - en ja, ook wijnschrijvers - wachten het oordeel van de grote wijngoeroes af alvorens zelf een oordeel te vellen. Dat oordeel wordt dan verder verspreid, ook door mensen die niet één druppel van de betreffende wijnen gedronken hebben. Op die manier ontstaat een vorm van "politieke correctheid" in de wijnwereld: een geheel van meningen die je niet in twijfel hoort te trekken op straffe van uitsluiting uit het gezelschap van "kenners".
Natuurlijk kent Parker iets van wijn, maar het is belangrijk om te weten dat hij een Bordeauxfan is (wat hij overigens zelf bevestigt). Vele wijnliefhebbers zoals hij zijn als het ware opgevoed met het smaakpatroon van Bordeaux, en het kost hen dan ook veel moeite om daarvan los te komen. Maar eens je daarin geslaagd bent, eens je Bordeaux niet langer als dè wijnstreek maar als een van de vele wijnstreken in de wereld beschouwt, dan begin je die wijnen anders te benaderen. De onrijpheid van de druiven (en vooral van de cabernet sauvignon) valt dan sneller op, evenals de overdreven extractie of het overmatig gebruik van nieuw hout. Maar het smaakpalet van Bordeauxfans is daarop ingesteld: het stoort hen niet. Wie een Mouton-Rothschild alleen vergelijkt met andere bordeauxwijnen en –jaargangen, zal een ander oordeel vellen dan wanneer je deze mythische naam vergelijkt met andere wijnen uit de hele wereld (en vooral met hun prijs-kwaliteitverhouding).
Daarnaast is Parker afkomstig van de Verenigde Staten, en dus heeft hij – vòòr zijn Bordelese smaakopvoeding - een Amerikaanse smaakopvoeding gekregen. Dat is geen verwijt, maar een vaststelling. Net zoals de vaststelling dat die smaakcultuur heel anders is dan de mijne, zeg maar: de Europese. Vandaar dat Amerikanen heel anders kijken naar Bordeaux, en naar de hele Franse art de vivre: het staat verder van hen af, en daarom zijn zij gevoeliger voor de mythevorming daarrond. Parker is zonder twijfel een wijnkenner en ernstig wijncriticus, maar dat betekent nog niet dat hij een universeel smaakpalet bezit die alle stervelingen met hem gemeen hebben. Ik proefde ooit blind, in een gezelschap van vrienden-wijnfanaten, enkele super Tuscans, en de Redigaffi van het Toscaanse domein Tua Rita (een wijn die Parker 100 op 100 heeft gegeven) werd door iedereen vrij negatief beoordeeld in vergelijking met andere. Zo zie je maar. De Engelse wijnschrijfster Jancis Robinson was bijzonder kritisch over Château Pavie 2003, terwijl Parker dit een van de beste wijnen ooit noemde.
Er is in de kritieken van de internationale wijnmagazines één constante: de grootste Bordelese châteaux worden over het algemeen positief beoordeeld. En op basis van die minieme, peperdure fractie van het totale aanbod – alleen gekocht en geconsumeerd door de rijken - wordt een globaal oordeel over de jaargang verspreid. Ik denk daar altijd bij: het zou er nog maar aan ontbreken dat deze wijnen niét goed zouden zijn, gezien de exuberante prijzen die ze durven vragen. Maar het zegt niets over de kwaliteit van een jaargang of van de wijnstreek Bordeaux: het zegt vooral iets over wat de rijke topkastelen technisch kunnen.
Bovendien is het veilig om de grootste namen positief te beoordelen: je doet er nooit iets fout mee. Wie daarentegen een grote naam negatief beoordeelt, zet zijn reputatie van kenner op het spel, en velen verkiezen dat risico niet te lopen. Liever eerst de websites van de internationale magazines afschuimen, alvorens met een mening naar buiten te komen. De grote châteaux in Bordeaux kennen dat fenomeen maar al te goed. Daarom laten ze hun wijnen niet graag blind proeven: ze rekenen op de intimiderende invloed van hun etiket. Als de pers naar Bordeaux wordt uitgenodigd, laat de zogenaamde "top" zich niet opnemen in blinddegustaties: je moet je naar het kasteel zelf begeven. Stel je voor dat een goedkopere wijn beter zou scoren. Want ook de prijs verhindert mensen een eigen mening te geven. Zeg nooit aan gasten dat de wijn die je schenkt, goedkoop is: automatisch wordt hij minder goed bevonden. Zeg integendeel dat hij peperduur is: de kans verhoogt dat je alom positieve commentaren krijgt. Ik heb al wijnen geschonken die door iedereen lovend werden onthaald, tot ik de verrassend lage prijs meedeelde. Dan begon men nuanceringen aan te brengen: ja, maar, uiteindelijk, toch … Terwijl juist dàt elke wijnliefhebber moet boeien: iets heel goed ontdekken tegen een lage prijs.
Dure wijnen kopen is geen kunst. Ze de hemel inprijzen evenmin.