Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Wijn is kunst

Ik hoorde Jan Hoet over kunst zeggen: "De meeste mensen kopen een kunstwerk als het eigenlijk al te duur is geworden. Ze vertrouwen te weinig op hun eigen oordeel om een kunstwerk te kopen als het nog goedkoop is."

De vergelijking met wijn drong zich meteen aan mij op.

Je kan er exact hetzelfde over zeggen: "De meeste mensen kopen een wijn als hij eigenlijk al te duur is geworden. Ze vertrouwen te weinig op hun eigen oordeel om een wijn te kopen als hij nog goedkoop is."

Het is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan.

Wie durft over een wijn te zeggen dat het een grote wijn is als niemand anders dat zegt? Wie durft een wijn de grond in te boren als iedereen het een grote wijn vindt?

Zowel in de kunst- als in de wijnwereld heerst een sterke sociale druk om bepaalde namen de hemel in te prijzen. En hoe duurder die namen worden, hoe moeilijker het wordt om ze nog te bekritiseren. Kan je als enkeling ingaan tegen iets waar zoveel mensen zoveel geld voor over hebben? Die kunnen toch niet allemaal fout zitten? Zo ontstaat een zelfvoedende spiraal naar boven: hoe duurder iets wordt, hoe meer lof er wordt gespuid en hoe minder kritiek er weerklinkt, wat de prijs weer verder doet stijgen, waardoor kritiek nog schaarser wordt. Uiteindelijk stelt niemand zich de eenvoudige vraag nog: vind IK het eigenlijk wel goed? Of: geniet ik ervan?

Tijdens blindproeverijen – waarbij wijnen worden geproefd zonder het etiket te zien - heb ik al zo vaak meegemaakt dat zogenaamde "kleine" of minder bekende wijnen toch goed scoren. Maar eens het etiket wordt onthuld, verdwijnen de lof en interesse van de proevers meestal als sneeuw voor de zon. En de zogenaamde "grote wijnen" die blind een minder goede beoordeling kregen, trekken plots weer alle aandacht naar zich toe. "Nu komt hij open", wordt dan gezegd, "Hij verbetert in het glas." De Grote Wijn wordt overgegoten in een karaf: "Nu pas komt hij volledig tot zijn recht!" Op het einde van de proeverij zijn de flessen van de "grote wijnen" leeg, en blijven de wijnen die iedereen aanvankelijk zo goed had gevonden, onaangeroerd.

Hoe komt het toch dat een grote naam een dergelijke invloed kan hebben? Ligt dat alleen aan het zo vaak gebruikte en misbruikte begrip "imago"? Of – een mens moet meegaan met zijn tijd – aan de "perceptie"?

Met "imago" en "perceptie" kan je nogal veel verklaren. Maar vooral: je kan er je eigen verantwoordelijkheid op afwentelen. Wie heeft namelijk het "imago" van een wijn gecreëerd? Elk wijndomein streeft natuurlijk naar een sterk imago voor haar producten, en het zal daar ook inspanningen voor doen. Maar het is uiteindelijk de wijndrinker (of –liefhebber, of –kenner) die beslist daaraan mee te werken of niet. En in het geval van de "grote namen" is het duidelijk: hij werkt er zelf voortdurend aan mee.

Waarom? Is het een gebrek aan nieuwsgierigheid? Of gewoon luiheid? Het kost immers inspanning om andere streken en andere wijnen te leren kennen. Of heeft het te maken met een gebrek aan openheid, de onwil om af te stappen van bepaalde meningen die men er al jaren op nahoudt? Of met een gebrek aan moed, om je eigen mening te poneren terwijl zovelen het tegenoverstelde zeggen?

Het zal allemaal wel voor een stukje meespelen. Maar uiteindelijk ligt iets anders aan de grondslag van die vaak slaafse attitude ten opzichte van de grote namen. Diep vanbinnen gaat het om waar Jan Hoet het over had: gebrek aan vertrouwen in het eigen oordeel.

Beoordeel maar eens een wijn zonder enige referentie. Zonder etiket, zonder aanbeveling van uw vriend-wijnkenner of wijnhandelaar, zonder score bij Parker, zonder commentaar in een boek of tijdschrift. Dat is wat velen zo desoriënterend vinden aan blindproeverijen: je proeft in de absolute leegte. Je bent aan je lot overgelaten, er is geen etiket om je mening te sturen, geen autoriteit om je op te baseren. Er is niets, alleen jijzelf en je eigen smaak. Ach, je zal wel kunnen zeggen of je hem lekker vindt of niet. Maar gaat het om een goede wijn, een zeer goede wijn, een uitzonderlijke wijn? Meer nog: gaat het om een wijn waar je het predikaat "groot" op zou kleven? De gedachte alleen al – een uitgesproken oordeel vellen over een onbekende wijn – jaagt velen de stuipen op het lijf. En ik geef het meteen toe: ook voor mij is het blind proeven altijd een beproeving. En een les in bescheidenheid.