Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Proeft u verticaal of horizontaal?

België is een land waar elke week wel een wijnproeverij wordt georganiseerd. Maar de ene proeverij is de andere niet.

Als wijninvoerders "opendeurdagen" organiseren, waarbij je gratis en vrijblijvend een selectie van hun wijnen kan komen proeven, dan merk je pas hoezeer de Belgen van wijn houden. Altijd is het drummen en duwen geblazen aan de proeftafels, waar vaak de wijnbouwers zelf hun wijnen inschenken, wat de aantrekkingskracht van dergelijke evenementen nog verhoogt. Bovendien staan de spuwemmers meestal op diezelfde proeftafels, zodat iedereen op dezelfde plaats blijft rondhangen, en het na verloop van tijd onmogelijk wordt om nog een druppel vocht in je proefglas op te vangen, laat staan dat je nog een spuwemmer vindt die niet tot de rand toe gevuld is met een onsmakelijke mengeling van wijn en speeksel. Ik pleit absoluut voor houtkrullen in spuwemmers die het wijn- en speekselvocht opzuigen. Of, beter nog, voor professionele spuwrecipiënten die bovenaan breed zijn zodat het uitgespuwde vocht makkelijk opgevangen wordt, waarna het door een smalle hals naar een opnieuw bredere ruimte wordt gekanaliseerd, zodat de inhoud aan het oog onttrokken wordt

Klinkt het u wat onsmakelijk in de oren? Welnu, zo onsmakelijk gaat het er meestal aan toe bij massaproeverijen.

Verplaatsen wij onze aandacht even naar een ander type: de "geleide" proeverijen waarbij een invoerder (of wijngildemeester) een beperkte groep mensen aan een tafel-met-stoelen uitnodigt om een aantal wijnen te proeven. Geen filevorming hier. De wijn wordt netjes in de glazen geschonken, iedereen kan rustig zijn tijd nemen om te proeven, in het ideale geval heeft ieder zijn eigen spuwkruik, en achteraf "bespreken" de proevers hun ervaring. Vooral dat laatste kan voor sommigen bedreigend overkomen, en een reden zijn waarom zij een anonieme duw-en-trekproeverij verkiezen. Uit boeken en van wijnschrijvers hebben zij immers geleerd dat het beoordelen van wijn een zaak van kenners is. En vermits zij zichzelf onvoldoende kennis en ervaring toeschrijven, blijven zij weg uit dergelijke proeverijen, hoewel je precies dààr de meeste kennis en ervaring kan opdoen.

Ze vrezen echter de confrontatie met anderen die wèl al over kennis en ervaring beschikken, en dat helaas ook graag ten toon spreiden. Stel je voor: je bent je hersenen aan het pijnigen om het juiste woord voor een bepaalde smaak te vinden, terwijl je buurman luidop een hele serie associaties met vruchten, kruiden, bloemen en ledersoorten afratelt. Of: terwijl je aan het genieten bent van een wijn die je echt wel heel bijzonder vindt, bazuint iemand anders een vernietigend oordeel uit.

Men zou dergelijke wijnterroristen uit proeverijen moeten weren. Ten slotte is hun intimiderende gedrag vaak op niets gebaseerd, tenzij op lef. Zij dùrven zich het imago van superproever aanmeten, en rekenen erop dat de anderen voldoende onder de indruk zijn en dichtklappen. Zo hebben ze dan het terrein alleen voor zichzelf: een hele geruststelling want niemand biedt weerwerk. Maar tegelijk is de mogelijkheid om te genieten - èn om anderen te enthousiasmeren voor dat boeiende product wijn - helemaal verdwenen.

Hoe gesofisticeerder de proeverij, hoe hoger het risico dat het haantjesgedrag van iemand de kop opsteekt. Zo zijn er de proeverijen waarbij van één wijndomein verschillende jaargangen worden geproefd: de zogenaamde "verticale". Het omgekeerde - de "horizontale" - kan ook: van één jaargang proef je dan de wijnen van verschillende domeinen. Het spreekt voor zich dat dergelijke proeverijen al meer over nuances en details gaan. Al kom je er vaak ook dezelfde algemene conclusies tegen.

Ik nam reeds deel aan verschillende verticale proeverijen van Franse grands crus classés , waaronder Château Batailley, L'Angélus, Lagrange en Cos d'Estournel. Telkens weer staken dezelfde jaargangen boven de andere uit: 1990, 1996, 2000, 2001 en 2005. En telkens weer beslisten de kasteeldirecties om de jaargangen 1991, 1992 en 1993 niet in de proeverij op te nemen, kwestie van de pret niet te bederven.

Maar er is één type proeverij waar ik het meest van houd, niet zozeer omdat het de wijnterroristen meteen de mond snoert of omdat het zelfs de grootste kenners tot de grootste bescheidenheid dwingt, maar vooral omdat je er uiteindelijk het meest uit leert: de blindproeverij. Men denkt wel eens dat dergelijke proeverijen bedoeld zijn om te raden welke wijn je drinkt. Dat kan op zich een aangenaam tijdverdrijf zijn, hoewel het je ook in een toestand van diepe vertwijfeling kan storten. Maar de voornaamste bedoeling van dergelijke proeverijen is toch het beoordelen  van wijnen zònder invloed van het wijnetiket. Pas dan merk je hoeveel invloed zo'n etiket wel degelijk heeft. Wijnen die je voorheen onvoorwaardelijk de hemel inprees, blijken nu compleet door de mand te vallen. En omgekeerd: hevige tegenstanders van bepaalde wijnen blijken diezelfde wijnen nu het meest te appreciëren. Geloof me: van een blindproeverij ga je ineens véél beter zien.