De miljardairs van de wijn
Steeds meer zakenlui die fortuin hebben gemaakt, kiezen er voor om een wijnkasteel te kopen. Wie zijn zij? En waarom doen zij dat? Wij volgden de weg van business naar wijnbouw.
"Over wijn wordt vaak lyrisch gedaan, maar men vergeet dat het ook een economisch product is." Dat schreef Rod Phillips, een Canadese hoogleraar geschiedenis en fervent wijnliefhebber, in zijn boek "Een kleine geschiedenis van wijn".
Zakenlui beseffen dat maar al te goed. Ze kochten zelf al gretig dure wijnen en wisten dus hoe aantrekkelijk wijn is voor hun sociale klasse. Vandaar dat zij de stap zetten naar een eigen wijnkasteel. Uit passie voor de wijn? Ongetwijfeld. Maar ook omdat dit een van de veiligste beleggingen ter wereld is voor het geld dat zij hebben verdiend.
Eerst en vooral kopen zij een uniek patrimonium van een historisch kasteel en wereldberoemde wijngaarden, dat op de lange termijn alleen maar in waarde kan stijgen. Daarnaast kopen zij een merkproduct - de wijn zelf - waar altijd vraag naar zal zijn. Elke mythische kasteelnaam (Latour, Haut-Brion, Cheval Blanc enz.) is uniek in de wereld en heeft slechts een beperkt aanbod dat door steeds meer rijken gegeerd is: je kan die wijn dus alsmaar duurder verkopen. Namen van wijnkastelen zijn uitgegroeid tot wereldwijde luxemerken.
Dat heeft zijn prijs: om een topkasteel te kopen, moet je over bijzonder veel kapitaal beschikken. Vandaar dat alleen gefortuneerde zakenlui, die al zeer succesvol waren in een andere business, zich dit kunnen veroorloven.
Gaan zij dan zelf in de wijngaard werken of de wijn maken? Meestal niet. Na aankoop blijft de bestaande equipe op post, of wordt er een nieuwe algemeen directeur aangeworven die alles operationeel regelt. Voor deze zakenlui is een wijndomein een bedrijf als een ander, en zo runnen zij het ook. Toch is er één verschil. Terwijl zij het in hun business gewend zijn om strategieën uit te tekenen op basis van objectieve parameters, krijgen zij in de wijnbouw af te rekenen met één grote onvoorspelbare factor: de natuur, die een oogst kan maken of kraken. Vandaar dat niet alle zakenlui in de wijnbouw blijven.
Clarence Dillon, geboren in 1882 in Texas, deed dat wel. Hij was een pionier onder de zakenlui die een wijnkasteel kopen. Rijk geworden met bankieren, kocht hij reeds in 1935 een van de absolute topkastelen in Bordeaux: Château Haut-Brion, een van de vijf die prat kunnen gaan op de allerhoogste onderscheiding van premier grand cru classé. Nadien kocht hij nog verschillende kastelen in de buurt bij, die na verloop van tijd onder het label La Mission Haut-Brion gebracht werden. Dillon overleed in 1979, maar zijn bedrijf Clarence Dillon Wines is nog altijd in handen van zijn erfgenamen.
Een andere Amerikaanse bankier, Robert Wilmers, kocht in Bordeaux het mythische Château Haut-Bailly, sinds 1955 in handen van de familie Sanders, een familie met Belgische roots. Decennialang maakte zij wijnen met een uitmuntende kwaliteit en elegante stijl. Maar in 1998 verkocht Jean Sanders, bij gebrek aan opvolging, zijn kasteel aan Wilmers. Die had op 46-jarige leeftijd de M&T Bank overgenomen en het zakencijfer verhoogd van 2 naar 100 miljard dollar. Opmerkelijk is dat Wilmers de kleindochter van Jean Sanders, Veronique Sanders, aanwierf om het domein te leiden. Wilmers investeerde fors in het kasteel waardoor het zijn glorie van weleer terugwon. Hij overleed in 2017, zijn zoon nam het beheer over.
Dichter bij huis kennen we Albert Frère, rijk geworden met staal en aandelenhandel. Hij kocht in 1998 het Château Cheval Blanc, premier grand cru classé in Saint-Emilion, samen met de Franse miljardair Bernard Arnault. Aanvankelijk werd er gezegd dat Frère er een dure hobby op nahield, maar hij zei openlijk dat hij dit als een zakelijke investering zag met het oog op waardevermeerdering. Vandaag blijkt dat hij dat goed had ingeschat. Frère overleed in 2018, zijn erfgenamen beheren nu Cheval Blanc, nog altijd samen met Bernard Arnault.
Die laatste bouwde zijn holding LVMH (Louis Vuitton Moët Hennessy) uit tot een van de grootste ter wereld in de sector van de luxeproducten. Hij investeert in mode (Vuitton, Dior, Givenchy, Kenzo), parfums en cosmetica (Guerlain), horloges (TAG Heuer), juwelen (Bulgari), sterke dranken (Hennessy) en champagnes (Moët & Chandon, Veuve Clicquot, Dom Pérignon, Krug). Maar Arnault zag in dat ook wijn in het rijtje van luxeartikelen past, en kocht bijgevolg wijnkastelen in de hele wereld. Onder meer Château d'Yquem, het kasteel van een van de duurste zoete wijnen ter wereld, het enige in Sauternes met de status van premier cru supérieur classé. LVMH kocht ook wijngaarden in Spanje, Californië, Zuid-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland. In Argentinië werd het domein Terrazas de los Andes opgericht: in samenwerking met Château Cheval Blanc wordt daar de wijn Cheval des Andes gemaakt, een Argentijnse versie van Cheval Blanc. Zelfs in China werd een domein gekocht, het bevindt zich hoog in de bergen van de provincie Yunnan, vlak bij het Himalayagebergte en Tibet. Vandaar de naam Ao Yun ("vliegend boven de wolken").
In 2014 richtte Arnault zijn pijlen op Bourgogne, niet toevallig net nadat het hart van deze wijnstreek, de Côte d'Or, werd uitgeroepen tot Werelderfgoed door de UNESCO. Hij kocht er het Domaine des Lambrays, die de volledige grand cru-wijngaard Clos des Lambrays in bezit heeft. Zo'n monopolie van één grand cru is zeldzaam, de meeste Bourgondische wijngaarden, ook de grands crus, zijn verdeeld onder verschillende eigenaars. Arnault betaalde 100 miljoen euro voor amper 11 hectare wijngaard, bijna 10 miljoen euro per hectare: een nieuw record in Frankrijk.
De grote concurrent van Bernard Arnault, François Pinault, kon niet achterblijven. Zjin parcours loopt opvallend gelijk met dat van Bernard Arnault. Eerst had hij een bedrijf dat in retail investeerde (Fnac, La Redoute) maar nadien richtte hij zich op de luxebusiness, vooral mode (Gucci, Stella McCartney, Yves Saint Laurent). Zijn holding Kering is, net zoals LVMH, een internationale mode- en luxegroep. En ook hij begon te investeren in wijn. In 1993 kocht hij Château Latour, een van de vijf premiers grands crus classés in Bordeaux, voor 110 miljoen euro. Dan volgde het mythische Château Grillet in de Rhônevallei, meer dan een eeuw eigendom van de familie Neyret-Gachet. Het is slechts 3,5 hectare groot en er wordt maar één (witte) wijn gemaakt van de viognierdruif. De productie bedraagt slechts 10 tot 12.000 flessen per jaar. Maar het meest opmerkelijke is dat dit domein sinds 1936 een eigen "appellation d'origine" heeft, een officiële erkenning die normaal alleen voor streken of dorpen is weggelegd. Maar de wijn van Château-Grillet is dan ook uitzonderlijk: goudkleurig, rijk, fluwelig, met aroma's van honing, perzik en abrikoos.
Dan liet Pinault, net zoals zijn concurrent, zijn oog vallen op Bourgogne: hij kocht er het Domaine René Engel (dat hij omdoopte tot Domaine d'Eugénie, naar de naam van zijn vrouw) en Clos-de-Tart, een mythisch domein èn grand cru-wijngaard, waarvan de geschiedenis teruggaat tot de twaalfde eeuw. Pinault is slechts de vierde eigenaar in 876 jaar tijd. Hij moest er wel de recordprijs van 250 miljoen euro voor neertellen, voor 7,5 hectare wijngaard. Pour la petite histoire: aanvankelijk wilde de Chinese miljardair Jack Ma dit domein kopen. Maar de Franse president stak daar een stokje voor: Clos-de-Tart moest in Franse handen blijven. Jack Ma slaagde er wel in vier wijnkastelen in Bordeaux te kopen. Een fractie van de meer dan 150 Franse wijnkastelen die reeds door Chinezen werden gekocht, vooral in Bordeaux. Heel wat Chinese investeerders bezitten in hun gigantische land immers restaurants, hotels en/of winkelketens, waardoor ze verzekerd zijn van de afzet. Ze kopen wijndomeinen op om de aanvoer ook in de toekomst veilig te stellen. Het bezit van een Frans wijnkasteel is in China bovendien het ultieme statussymbool.
In 2012 kocht Louis Ng Chi Sing, een Chinese magnaat van speelzalen in Macau, het Château de Gevrey-Chambertin in de gelijknamige beroemde wijngemeente. Het bezit slechts 2 hectare wijngaard en was verwaarloosd, maar het is een symbool voor Bourgogne, met een geschiedenis die teruggaat tot de elfde eeuw en een status als historisch monument. De lokale gemeenschap probeerde de verkoop te verhinderen en bracht 5 miljoen euro samen. Maar Louis Ng Chi Sing bood 8 miljoen.
De Amerikanen lieten zich evenmin onbetuigd. In 2017 streek Stan Kroenke in Bourgogne neer, miljardair en onder meer eigenaar van de Britse voetbalclub Arsenal en van het Californische cultwijndomein Screaming Eagle. Hij kocht 80% van een van de historische wijndomeinen van Bourgogne, Bonneau du Martray, dat 11 hectare van twee grand cru-wijngaarden in bezit heeft: Corton en Corton-Charlemagne. Enkele jaren eerder kocht de Amerikaan Michael Baum, een van de topfiguren uit Silicon Valley, het Château de Pommard.
Door deze rijke investeerders rijzen de grondprijzen, en dus ook de prijzen van de wijn, de pan uit. Bovendien maken de hoge Franse successierechten het voor wijnbouwers vrijwel onmogelijk om hun domein door te geven aan de volgende generatie. Als er dan een spectaculair hoog bod komt, is de verleiding vaak niet te weerstaan.
De duurste overname in de wijnwereld tot hiertoe, gebeurde in 2018. Toen kwam een van de beroemdste wijndomeinen ter wereld, Petrus uit Pomerol, eigendom van de Franse familie Moueix, deels in handen van de Boliviaanse miljardair Alejandro Santo Domingo. Er werd een fabelachtige prijs voor betaald: 200 miljoen euro voor 20% van een domein dat 11,4 hectare wijngaard bezit. Bijgevolg wordt Petrus gewaardeerd op 1 miljard euro, en één hectare wijngaard op 87 miljoen euro. Dat is du jamais vu. Volgens een studie van BNP Paribas bedroeg op dat ogenblik in Pomerol de prijs van één hectare wijngaard 3,6 miljoen euro. Waarom werd dan toch zoveel boven die prijs betaald? Omdat Petrus niet alleen een wijngaard is, maar ook een legendarisch wereldmerk.
De overname werd in stilte geregeld, omdat men (zoals indertijd bij Jack Ma) een interventie van de Franse politiek vreesde. In Frankrijk vroeg men zich af of dit slechts een eerste stap was naar een totale overname. Maar de familie Moueix verzekerde dat "het de bedoeling van beide families is om samen te werken aan de verdere ontwikkeling van Petrus". Pikant detail: Alejandro Santo Domingo is gehuwd met Lady Charlotte Wellesley, een afstammelinge van de Hertog van Wellington, overwinnaar van ... de Franse keizer Napoleon in Waterloo. Wordt dit ook een nederlaag van Frankrijk in de strijd om het behoud van haar wijnpatrimonium? Het zal alvast niet de laatste verkoop zijn.