Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Welke kurkentrekker is de beste?

wijnnieuws

Welke kurkentrekker is de beste?

Er zijn vele verschillende modellen op de markt. Het eenvoudigste bestaat uit een greep en een spiraal: de spiraal draai je in de kurk, en dan moet je - vaak met de fles tussen de benen - hard trekken om de kurk uit de flessenhals te halen. Een makkelijker model beschikt over twee hefbomen die beide naar boven gaan als je de spiraal in de kurk draait; duw je die terug naar beneden, dan komt de spiraal mèt de kurk uit de flessenhals. Nòg makkelijker is het model waarbij je de spiraal in de kurk draait, en als je dòòrdraait, wordt de kurk automatisch naar boven gedreven. Er zijn zelfs kurkentrekkers die eruit zien als een klein ruimteschip, te bevestigen aan de rand van de tafel of aan de muur.

Mijn advies: gebruik gewoon de "sommelier", de eenvoudige kurkentrekker met inklapbare schroef en mesje (om het loden kapje van de wijn weg te snijden). Niet voor niets heeft hij zijn benaming te danken aan het feit dat professionele sommeliers hem nog altijd verkiezen. Maar let op: zelfs dit model bestaat in technisch slechte en goede uitvoeringen.

Er werd al veel onderzoek gedaan naar de ideale kurkentrekker. Een Amerikaans universiteitsprofessor uit Texas, Herbert Allen, deed er vier jaar over. Hij kwam tot de bevinding dat een spiraal minimaal vijf rondingen nodig heeft, dat de spiraalopening voldoende groot moet zijn om er een lucifer door te steken, en dat de spiraalranden best afgerond worden omdat je de spiraal dan makkelijker in de kurk kan draaien. De punt van de spiraal moet zeer scherp zijn. En ook het hefmechanisme - zo'n hefboompje dat je op de rand van de flessenhals plaatst vòòr je begint te trekken - is belangrijk. Want zo kan je de kurk geleidelijk en voorzichtig uit de flessenhals halen. Het best kies je voor een hefboom met twee inkepingen zodat je in twee stappen te werk kan gaan: met de eerste inkeping op de flessenhals trek je de kurk er gedeeltelijk uit, vervolgens gebruik je de tweede inkeping om de kurk helemaal mee te hebben.

Maar zelfs met een perfecte kurkentrekker kan het nog altijd mis gaan, vooral bij oude wijnen met oude kurken. Zo kan de kurk binnenin vermolmd zijn, zodat de spiraal er geen greep meer op heeft. Of zodat hij tijdens het ontkurken afbreekt en de helft ervan in de hals van de fles blijft zitten.

Niet panikeren. Je kan alsnog proberen de spiraal heel voorzichtig in het overblijvende stuk kurk te draaien, en het uit de flessenhals te halen. Als dat niet lukt, is een drastischer methode nodig: duw het resterende stuk kurk in de fles, en giet de wijn zo snel mogelijk over in een karaf, eventueel met behulp van een zeef om kleine stukjes kurk op te vangen. Nee, daardoor zal de wijn geen "kurk" hebben. De gevreesde kurksmaak heeft met drijvende stukjes kurk in de wijn niets te maken.