Wat zijn hybride druiven en waarom vind je ze vaak in België?
Vooreerst een korte les in botanica. De meeste druivenrassen die wij kennen (chardonnay, pinot noir, merlot, grenache, enzovoort), zijn afkomstig van een moedersoort die Vitis Vinifera heet. Maar er zijn andere soorten, in Europa maar ook in Azië en Noord-Amerika. Welnu, als een druif uit de Vitis Vinifera-soort gekruist wordt met een uit een andere soort, dan spreken we van een hybride druif.
Je komt ook wel eens de term "interspecifieke druif" tegen. Of PiWi, een afkorting van het Duitse woord "pilzwiderstandsfähig", wat schimmelresistent betekent. Waarmee meteen het belangrijkste voordeel van zo'n hybride druif is aangeduid: ze is resistent tegen de meest voorkomende schimmelziekten van de wijnstok. Vandaar dat ze vaak staat aangeplant in wijngebieden waar warmte en vocht - de combinatie die schimmel veroorzaakt - samen voorkomen.
Een ander voordeel is dat hybriden van nature meer suiker bevatten, wat in een koel klimaat met weinig zon eveneens een voordeel is omdat de wijnen anders te zuur zouden zijn. Meteen weten we ook waarom we in België vaak hybride druiven tegenkomen: johanniter, souvignier gris, rondo, regent, solaris, sirius, ... Sommige daarvan zijn technisch gesproken geen echte hybriden, omdat ze een kruising zijn van reeds gekruiste rassen. Maar daarop ingaan zou ons te ver leiden.
Hybride druiven hebben ook nadelen. Heel wat wijnbouwers zijn ervan overtuigd dat ze niet tot kwaliteitswijn kunnen leiden, vooral door een merkwaardig muskusachtig aroma dat ze aan de wijn geven. "Foxy", heet dat in het Engels. In Frankrijk is de aanplant van hybriden verboden, in België niet. Toch zijn er wijnbouwers die daar expliciet tegen zijn, omdat dit het niveau van onze wijnbouw naar beneden zou halen. Anderen vinden dan weer dat net hybriden het best aangepast zijn aan ons klimaat, en dat alleen met deze druiven, door hun schimmelresistentie, biologische teelt mogelijk is.
Iedere wijnliefhebber zal het er wel over eens zijn dat je met druiven van de Vitis Vinifera-soort de beste wijnen maakt. Maar toch hebben we veel te danken aan andere soorten uit Noord-Amerika: ze hebben onze West-Europese wijncultuur gered van de ondergang. Op het einde van de 19de eeuw werden onze wijngaarden immers massaal aangevreten door de druifluis phylloxera. Men ontdekte toen dat drie Amerikaanse druivensoorten immuun waren tegen dit insect. Vanaf dan wordt elke Vitis Vinifera-wijnstok geënt op een Amerikaanse onderstok.
Heeft dit onze westerse druiven een beetje hybride gemaakt, waardoor de kwaliteit en smaak van onze wijnen zijn veranderd? U kunt eens vergelijken door een zeldzame "franc de pied"-wijn te proeven, afkomstig van niet-geënte wijnstokken op zanderige bodem waarin de druifluis niet kan overleven. Een pure Vitis Vinifera-wijn: geen hybride tintje te bespeuren.