Karakters
Aubert de Villaine is rustig, bedachtzaam, vriendelijk. Lalou Bize-Leroy is zijn tegenpool: wispelturig, flamboyant, autoritair. Ik heb ze beiden ontmoet, en je kan je moeilijk indenken dat ze samen het beroemdste wijndomein ter wereld hebben geleid: Domaine de la Romanée-Conti in Bourgogne.
Beiden waren ze afgevaardigd door hun families die elk voor de helft eigenaar zijn. Maar een kletterende ruzie maakte in 1992 een einde aan dat co-bestuur. Ik weet niet wie daarvan de belangrijkste oorzaak was, mijn gevoel zegt me dat je met Lalou Bize-Leroy iets makkelijker ruzie maakt dan met Aubert de Villaine. Maar het fijne weet ik er niet van. In ieder geval trok Lalou Bize-Leroy er tussenuit, al of niet gedwongen, en aanvankelijk concentreerde ze zich op haar handelshuis Maison Leroy dat ze van haar vader had overgenomen. Maison Leroy bezit geen eigen wijngaarden, maar koopt druiven of sap waarvan wijn wordt gemaakt, of zelfs afgewerkte wijnen die verder worden opgevoed. Onder het Leroy-label worden ze dan op de markt gebracht. Dergelijke "négociant"-wijnen genieten niet altijd van een hoge status onder wijnliefhebbers, maar Lalou Bize-Leroy zorgde voor een zodanig hoge kwaliteit dat de vraag en dus de prijs stelselmatig stegen. Vandaag kan je zeggen dat de merknaam Leroy een even sterke reputatie heeft als Domaine de la Romanée-Conti.
Maar dat volstond niet voor Lalou. Ze verwierf ook eigen wijngaarden, waarvan ze de wijnen uitbrengt onder de naam Domaine Leroy, met een etiket dat sterk gelijkt op dat van Maison Leroy. Het wordt haar wel eens verweten dat daardoor verwarring ontstaat tussen de wijnen van de eigen wijngaarden en die van het handelshuis. Maar de verkoop en de prijs hebben er niet onder geleden.
Ze bezit ook een kleine wijngaard van 4 hectare, Domaine d'Auvenay. Die wijnen zijn al evenzeer wereldwijd gegeerd en peperduur. Om maar te zeggen: haar vertrek uit het Domaine de la Romanée-Conti heeft haar financieel geen windeieren gelegd. Of ze het gebeuren mentaal al volledig heeft verteerd, is een andere zaak.
Mij komt het voor dat ze, zelfs nu ze de tachtig nadert, de wereld nog altijd wil overtuigen dat haar wijnen beter zijn dan die van het domein dat ze verliet. Ik heb ooit een hele namiddag bij haar doorgebracht, en de energie waarmee ze door haar wijnkelder draafde, terwijl ze mij de ene na de andere grand cru liet proeven, is verbazingwekkend voor iemand van haar leeftijd. In haar kielzog liep een jongere man mee die de titel van "algemeen directeur" droeg, maar duidelijk niets in de pap te brokken had. Lalou Bize-Leroy, en zij alleen, deelt de lakens uit.
Wat een verschil met de voormiddag die ik doorbracht met Aubert de Villaine. Hij groet al zijn medewerkers vriendelijk en zet het belang van hun werk voortdurend in de verf. Ik kreeg ook alle grands crus te proeven, maar dat gebeurde in alle kalmte, waarbij hij niet één keer iets zei over de uitzonderlijke kwaliteit ervan. Alleen toen we samen het vlaggenschip van het domein proefden, de wijn van de legendarische wijngaard die zijn naam aan het domein heeft gegeven, maakte hij mij discreet attent op een traditie van het huis: "Nous ne crachons jamais le Romanée-Conti."
Aubert de Villaine wordt dit jaar zeventig en heeft zijn opvolger voorgesteld, zijn neef Bertrand de Villaine. Wie zou Lalou Bize-Leroy, die bijna tien jaar ouder is, opvolgen?
Op latere leeftijd is er toch één gelijkenis gegroeid: beiden zijn ze aanhanger geworden van de biodynamie, die naar zo natuurlijk mogelijke wijnen streeft. Al schreeuwt Lalou Bize-Leroy haar overtuiging iets luider van de daken.
Na mijn eerste ontmoeting met Aubert de Villaine kreeg ik een vriendelijke brief van hem, waarin hij schreef dat hij mijn interesse had geapprecieerd en dat ik altijd welkom was op het domein. Van Lalou Bize-Leroy hoorde ik niets meer.
Tot ik haar, geheel toevallig, nog eens tegenkwam bij Bernard Penaud, die fantastische charcutier in de rue Carnot in Beaune. "Tiens, u kent blijkbaar niet alleen voor wijn de goede adressen", zei ze. En weer was ze weg.