Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Vulkaan

Frank Cornelissen is in Antwerpen om zijn wijnen voor te stellen, hij ziet er ontspannen uit. Dat was tien jaar geleden enigszins anders, toen ik hem bezocht in

het godvergeten dorp Solicchiata in Sicilië, op de flanken van de vulkaan Etna.

Frank had in Vlaanderen in de wijnhandel gewerkt en was in de ban geraakt van natuurlijke wijnen. Daarom was hij naar hier verhuisd om zijn grote droom na te jagen: zelf zo'n wijn maken. Het recept daarvoor is intussen genoegzaam bekend onder wijnliefhebbers: geen chemische middelen in de wijngaard, geen artificiële toevoegingen in de wijnkelder, alleen met de eigen gisten van de druif werken, geen toegevoegde sulfiet, geen filtering van de wijn. Frank wilde zelfs geen houten vaten, omdat dit volgens hem ook een onnatuurlijke toevoeging van aroma's betekent. Hij greep terug naar de techniek van de oude Grieken: amforen van gebakken aarde, die hij in de grond liet ingraven en waarin hij zijn wijnen maakte en liet rijpen.

Het bleek in de praktijk allemaal niet zo makkelijk te zijn. Een wijndomein uitbouwen kost geld, en dat had Frank niet. Hij leefde in een piepklein huis met een minimum aan comfort, en verrichtte dagelijks fysieke arbeid in een kleine verwilderde wijngaard. Want Frank wilde evenmin een tractor, dat hoorde niet bij "authentieke handgemaakte wijn".

De eerste jaargangen leverden niet het resultaat op dat hij voor ogen had. Ik herinner me dat hij in zijn keuken een van zijn wijnen inschonk: die werd in het glas meteen bruin. Instant oxidatie. "Kleur is niet belangrijk!" bezwoer hij. Ik dacht er het mijne van. Frank voelde zich onbegrepen. Hij oogde vermoeid, gestresseerd zelfs. Hij had zich het leven in deze uithoek van de wereld - weg van de drukte - allicht anders voorgesteld.

Wat een verschil met vandaag. Wat ik proef, heeft niets meer te maken met de eerste experimenten van een eenzame wroeter op de noordflank van de Etna. Nochtans heeft Frank zijn ideaal niet afgezworen, zijn wijnen wijken nog altijd af van wat we gewend zijn, maar ze verkleuren alvast niet meer in het glas. Ze zijn integendeel helder en transparant rood, ze weerspiegelen het zuivere natuurlijke fruit waarvan ze gemaakt zijn. En zo geuren en smaken ze ook. Het resultaat van tien jaar ervaring, en van een betere beheersing van het proces om stabiele natuurlijke wijn te maken. En ook van een grondiger kennis van de druif, nerello mascalese. Weinig bekend is deze Siciliaanse druif, maar ze behoort volgens mij tot de grote nobele druivenrassen van deze wereld. Met betrekking tot Italië hoor je altijd spreken van de Toscaanse sangiovese en de nebbiolo uit Piemonte. Maar nerello mascalese hoort zeker thuis in deze categorie. "De bourgogne van Sicilië" wordt haar wijn wel eens genoemd, en dat is niet overdreven.

Ik ben niet de enige die de evolutie van Frank Cornelissen heeft opgemerkt. Zijn Azienda Agricola heeft intussen een kleine cultstatus bereikt onder wijnliefhebbers

in New York, Japan, Parijs en Noorwegen, zijn vier belangrijkste markten. Begonnen van nul, bezit hij nu een domein van 12 hectaren op dat fantastische vulkanische terroir van de Etna. Op 9 hectaren kweekt hij wijnstokken, op de resterende oppervlakte fruitbomen, olijfbomen en groenten. Frank gelooft immers niet in de monocultuur van onze wijnbouw. Hij is ervan overtuigd dat met polycultuur een beter ecosysteem ontstaat die ook de wijnstokken beschermt.

Frank produceert nu tussen 20.000 en 25.000 flessen per jaar. De prijzen zijn al gestegen ter de hoogte van zijn nieuwe status in de wijnwereld. Het is hem gegund, hij heeft er hard genoeg voor gewerkt. Vanavond vertrekt hij terug uit België. Naar zijn vulkaan.

 

De wijnen van Frank Cornelissen worden in België verdeeld door divino.be