De minder bekende Côtes du Rhône
Als mensen spreken over Côtes du Rhône, bedoelen ze meestal de wijnen van het zuidelijke gedeelte van de Rhônevallei. Het noordelijke gedeelte is minder bekend, en nochtans worden daar schitterende wijnen gemaakt.
In het noorden van de Rhônevallei, tussen Vienne en Valence, ligt een wijngebied dat altijd wat in de schaduw heeft geleefd van haar zuidelijke broeders. De term "Côtes du Rhône" wordt bijna uitsluitend gebruikt voor de Rhônewijnen ten zuiden van Montélimar. En het zuidelijke Châteauneuf-du-Pape klinkt de meesten bekender in de oren dan Hermitage, Côte Rôtie, Cornas of Saint-Joseph.
Men zou dus haast vergeten dat er nog Rhônewijnen net onder Lyon gemaakt worden. Nochtans behoren de beste exemplaren ervan tot de wereldtop. Dat is bij het brede publiek nog niet doorgedrongen. Misschien heeft het te maken met de kleine wijnproductie hier: minder dan een tiende van de totale productie in de Rhônevallei (wat de wijnen ook duurder maakt). Of misschien wordt het gebied al te vaak overgeslagen op de vakantieroute naar het Franse zuiden, omdat het al zo dicht bij de eindbestemming ligt. Bourgogne daarentegen, net halfweg die route, wordt makkelijker gezien als een stopplaats, en wordt dus ook meer bezocht. Wie zal het zeggen? Feit is dat elke wijnliefhebber in de ban kan geraken van de noordelijke Rhônewijnen. Want de syrahdruif levert in deze streek krachtige, volle en complexe wijnen, die toch elegant blijven (een zeldzame combinatie). Ze zijn ook een voortreffelijke begeleider van wild.
Wie door deze noordelijke Rhônevallei rijdt, ziet meteen dat hier grote wijn kan gemaakt worden: de wijngaarden werden in terrassen aangelegd op steile hellingen. Zonexpositie en afwatering zijn dus ideaal. De ondergrond is vaak van graniet of leisteen, wat de stokken verplicht om heel diep hun voedsel te zoeken. Het algemene niveau van wijnmaken in deze regio is hoog, met een grote regelmaat doorheen de verschillende jaren. In de zuidelijke Rhônevallei is de kwaliteit minder regelmatig.
De edelste wijn komt uit de appellatie Hermitage. Met complexe aroma's van peper, cassis, zoethout en truffel, is dit een tanninerijke wijn met een opmerkelijke klasse. De bewaarkracht is zeer groot. Honderd jaar geleden werd Hermitage op één lijn gezet met de grootste bordeaux en bourgognes, vandaag mag dat gerust opnieuw gebeuren. Twee grote handelshuizen – Jaboulet en Chapoutier - domineren deze appellatie, samen met twee kleinere domeinen, Jean-Louis Chave en Delas. Chapoutier (ontstaan in 1808) is een van die grote Franse domeinen die overgeschakeld zijn op biodynamische wijnbouw, waarmee men zo natuurlijk mogelijke wijnen wil maken. Het maakt wijnen in elke appellatie van de Rhônevallei, alsook in het Franse zuiden en zelfs in Australië. Ik kreeg al de kans om de wijnen van Chapoutier uitgebreid te degusteren, en het moet gezegd: doorheen het hele gamma ligt de kwaliteit hoog. Zelfs de "kleinere" wijnen komen sterk voor de dag. De topwijn heet Pavillon Ermitage (de oude schrijfwijze van de appellatie), afkomstig van een klein perceel waar uitzonderlijk geconcentreerde druiven groeien.
Crozes-Hermitage (zo genoemd naar het dorp Crozes) ligt vlakbij, maar de wijnen zijn zachter, fruitiger en wat vegetaler.
Côte-Rôtie ("geroosterde helling", vanwege het feit dat de steile helling 's zomers inderdaad door de zon wordt geroosterd) levert wijnen die een zachte fruitigheid en een stevige structuur mooi combineren. Ze zijn meestal "vrouwelijker" van stijl dan Hermitage. De legendarische wijnbouwer van deze appellatie is Etienne Guigal, die in 1946 het domein Guigal oprichtte. Na zijn overlijden zette zijn zoon Marcel, een perfectionist, het werk verder. Hij creëerde drie absolute topwijnen: La Mouline, La Landonne en La Turque, afkomstig van druiven van drie percelen die volledig afzonderlijk gevinifieerd worden en op nieuw eikenhout tot soms 42 maanden rijpen. Het aanbod is bijzonder schaars, de prijzen zijn schrikbarend hoog: het zijn geen wijnen om zomaar even een kistje van te kopen. Ik kreeg de kans om ze te proeven, en beleefde een van de meest verrukkelijke wijnsensaties ooit: zulke doordringende kracht, gecombineerd met zoveel elegantie, kom je slechts zeer zelden tegen.
Minder bekend zijn de appellaties Saint-Joseph en Cornas. Hun wijnen worden verondersteld sneller op dronk te zijn (wat in de noordelijke Rhônevallei wil zeggen: binnen de 10 jaar). Ze hebben de naam minder nobel en klasserijk te zijn: Saint-Joseph in het wat lichtere genre, Cornas zou wat norser en robuuster zijn. Maar hier werd zoveel vooruitgang geboekt dat deze typeringen van vroeger niet altijd meer kloppen. Toch worden deze appellaties nog steeds onderschat, wat een gunstige invloed heeft op de prijs. Hier zijn nog koopjes te doen.
De Rhônevallei is smal, en dus kunnen al deze appellaties moeilijk uitbreiden. Vandaar de recente opgang van de "Vins de Pays des Collines Rhodaniennes", afkomstig van wijngaarden buiten de wettelijk afgebakende appellaties, maar vaak gemaakt door dezelfde wijnbouwers. Deze "landwijnen" leveren een prima verhouding tussen prijs en kwaliteit.
Zelf ben ik ook een groot liefhebber van de witte wijnen van de noordelijke Rhônevallei. Dan heb ik het niet zozeer over de viognierdruif (vooral in Condrieu aangeplant), maar wel van marsanne en roussanne, geteeld in Hermitage en Saint-Joseph (en in Saint-Péray, eerder bekend voor zijn mousserende wijn). Dit zijn echte maaltijdwijnen, droog en vol, complex en in hun jeugd soms moeilijk toegankelijk, maar met een enorme bewaarkracht die hen toelaat schitterende tertiaire aroma's te ontwikkelen. Eigenlijk moet je ze minstens tien jaar laten liggen, en dan, in het wildseizoen, schenken met vederwild en bospaddestoelen: de opperste verrukking.
De goede wijnen van de noordelijke Rhônevallei
Natuurlijk kent ook de noordelijke Rhônevallei wisselende jaargangen. Net zoals Bordeaux en Bourgogne, heeft de streek zijn magische trio: 1988, 1989 en 1990. Het daaropvolgende jaar 1991 was – in tegenstelling tot Bordeaux – eveneens goed. Maar de echte succesreeks begint vanaf 1995: de noordelijke Rhônevallei kent vanaf dan een opmerkelijke opeenvolging van goede tot zeer goede jaargangen (met uitzondering van 2002, het jaar van hevige regenval en overstromingen).
Hoewel deze wijnen lang niet dezelfde reputatie hebben als die van Bordeaux en Bourgogne, zijn ze goed vertegenwoordigd in België. Enkele domeinen zijn in vrijwel alle appellaties actief: Jaboulet, Chapoutier en Guigal. Door hun grootte en hun commerciële succes worden zij vaak wat kritischer benaderd, maar doorgaans zijn hun wijnen van hoog niveau.
Andere wijnbouwers zijn kleinschaliger gebleven en bouwden wat meer cultstatus op, maar ook dat is relatief want ze verkopen hun wijnen net zo goed wereldwijd. Een voorbeeld hiervan is Jean-Louis Chave, door velen beschouwd als de absolute topper van de appellatie Hermitage. Hij maakt ook schitterende wijnen in Saint-Joseph.
Andere betrouwbare namen zijn Ogier, Rostaing, Jasmin en Vernay (in Côte Rôtie), Cuilleron en Durand (in Saint-Joseph) en Clape, Balthazar, Allemand en Domaine du Tunnel (in Cornas).
Minder bekende namen zijn Domaine des Martinelles (Crozes-Hermitage) en Louis Chèze (Saint-Joseph). Beide leveren zeer evenwichtige, mooi geconcentreerde wijnen met edele zuren en een fijne tanninestructuur.