Meer Duitse wijn in Belgische keukens
Waar komt het succes van Duitse wijn in ons land vandaan?
De cijfers spreken voor zich. In het jaar 2000 werd voor 7,2 miljoen euro aan Duitse wijn in ons land (en Luxemburg) ingevoerd, goed voor 55.600 hectoliter, ongeveer 7,5 miljoen flessen. Zeven jaar later vertegenwoordigde de invoer van Duitse wijn in België en Luxemburg al 12, 2 miljoen euro en 73.712 hectoliter, bijna 10 miljoen flessen. Een volumestijging met 32% en een waardestijging met 70% dus. Er wordt niet alleen meer Duitse wijn gedronken in ons land, er worden ook duurdere flessen gedronken.
Die evolutie is opmerkelijk, Duitse wijn komt immers van ver, heel ver. Na de Tweede Wereldoorlog wou vrijwel niemand nog wijn uit Duitsland. De catastrofe, veroorzaakt door de nazi's, zat daar zeker voor iets tussen. Wijn drinken is niet alleen een rationeel gebeuren, emotionele factoren spelen een belangrijke rol. Hoe kon men een land, dat een dergelijk brutaal regime in het leven had geroepen, nog associëren met een fijnzinnige, culturele drank als wijn? Ook het gastronomische imago van Duitsland, als een land van worsten en bier, had een negatieve invloed op haar imago als wijnproducent.
Maar het was niet alleen een kwestie van imago. De wijnproductie in Duitsland was ook in realiteit bezweken voor de lokroep van hoge rendementen en overdreven aanzoeting. De Duitse wijngebieden behoren bij de noordelijkste van deze planeet, druiven worden er minder makkelijk rijp. Zeker in combinatie met hoge rendementen krijg je algauw dunne, zure wijnen. Aanzoeten (wat in Duitsland gebeurt met onvergist druivensap, de zogenaamde Süssreserve) is dan een verlokkelijke methode om de wijnen drinkbaar te maken. Helaas evolueerde de wijnwereld naar droge wijnen, terwijl Duitsland die wereld bestookte met zoeterig spul onder zeemzoete namen als Liebfraumilch, dat voor lange tijd het imago van Duitsland als wijnland zou beschadigen.
Maar herinneringen vervagen en tijden veranderen. Duitsland maakte stilaan weer deel uit van de wereldgemeenschap. Duitse wijnbouwers begrepen dat er in hun sector iets moest veranderen. Stilaan kwamen er weer Duitse wijnen op de markt die hun reputatie van vòòr de wereldoorlogen waard waren. Toen waren Duitse wijnen immers zeer geliefd, ze werden vaak zelfs duurder verkocht dan bordeauxwijnen. Het Duits Wijninstituut, opgericht in 1949, moest de heropleving van de Duitse wijnbouw ondersteunen en uitdragen naar de rest van de wereld toe. Als gevolg daarvan trok de export weer aan, ook naar ons land. Zozeer dat je in België kan spreken van een kleine Duitsland-hype.
Daar zijn verschillende verklaringen voor.
Eerst en vooral is er de reële verbetering van de kwaliteit in de fles. De rendementen zijn naar omlaag gegaan (wat de kwaliteit doet stijgen), en door nieuwe technieken van wijngaardbeheer kan men zelfs in noordelijke streken druiven beter rijp krijgen dan vroeger. Daarnaast produceert Duitsland meer droge wijnen dan voorheen, wat de Belgen (en ook andere Europeanen) beter bevalt: in 1985 was slechts 16% van de Duitse wijnen "trocken", in 2002 was dat percentage al gestegen tot 35%.
Er worden ook meer rode wijnen geproduceerd dan vroeger, wat eveneens de export bevordert: er wordt in het algemeen immers meer rode dan witte wijn gedronken. Tussen 1997 en 2003 werd er in Duitsland 42% meer pinot noir (spätburgunder) gemaakt, en zelfs 195% meer dornfelder, een lokale Duitse druif. Bovendien zijn rode wijnen uit Duitsland geen krachtpatsers, daar leent het klimaat zich niet toe. De algemene trend naar lichtere en fijnere wijnen is deze Duitse stijl gunstig gezind.
Ondanks de toegenomen productie van rode wijnen, is riesling nog altijd Duitslands meest aangeplante druivensoort: 20,8% van de totale wijngaardoppervlakte. Er is weliswaar meer concurrentie gekomen, uit Oostenrijk, Australië, de Verenigde Staten ... Maar Duitse riesling staat kwalitatief nog altijd bovenaan.
De verkoop van riesling in België werd onmiskenbaar bevorderd door de toegenomen invloed van exotische ingrediënten in onze keukens. Riesling is een wijn die zeer flexibel inzetbaar is aan tafel, meer bepaald bij gekruide en zoetzure gerechten.
Op zijn beurt heeft de toegenomen interesse voor Duitse wijnen geleid tot een toename van het wijntoerisme: Duitsland, buurland van België, ligt immers vlakbij. De kwaliteit van de gastronomie is er bovendien op vooruit gegaan: al meermaals heb ik er in eenvoudige tavernes beter gegeten dan in het zogenaamde culinaire paradijs Frankrijk, dat wat al te nadrukkelijk op haar lauweren rust. Door die stijging van het culinaire niveau wordt ook het beeld van de wijncultuur positief beïnvloed.
De verhoging van de kwaliteit is één zaak, je moet het ook nog bekend maken. Duitsland heeft al jaren een zeer dynamisch pr-bureau in ons land en meerdere gespecialiseerde invoerders die zich alleen op Duitse wijn toespitsen. Ook in de assortimenten van andere invoerders zie je steeds meer Duitse wijn opduiken. Daarnaast is er de invloed van sommeliers, die hun interesse voor Duitse wijn overbrengen naar de restaurants en hun gasten.
Op die manier is er een samenloop van omstandigheden gegroeid, een combinatie van factoren die elkaar versterken, wat de opgang van de Duitse wijn in België verklaart.