Wijnveilingen: duur, duurder, duurst
Wijn is niet alleen het artisanale product van een eenvoudige wijnboer. Het is ook een object voor verzamelaars en speculanten, die er duizelingwekkende bedragen voor neertellen.
Ik was eens op een persconferentie van Château Mouton-Rothschild, waar eigenares "la Baronne" Philippine de Rothschild persoonlijk de honneurs waarnam. Ze had iedere genodigde op het hart gedrukt "stipt op tijd" te zijn. Wijnschrijvers, die geacht worden de regels der adellijke etiquette te kennen, hadden deze richtlijn strikt opgevolgd. Maar wat gebeurde er? Madame de Rothschild zelf begon niet op tijd. Waarom? Omdat "Madame Serena Sutcliffe" er nog niet was.
Het verzamelde perslegioen moest dus wachten op één persoon, de enige die te laat zou zijn. Een halfuur later daagde mevrouw Sutcliffe op. Pas dan kon de persconferentie van start gaan.
Wat is er zo speciaal aan deze Engelse dame (ze was toen 62) dat zelfs Madame de Rothschild, toch enigszins gewend haar wensen ingewilligd te zien, zonder morren bereid was haar persconferentie uit te stellen? Welnu: Serena Sutcliffe is hoofd van het internationale wijndepartement van het bekende veilinghuis Sotheby's. En eigenaars van wijnkastelen houden mensen in een dergelijke positie graag te vriend, meer nog dan wijnschrijvers uit belangrijke afzetmarkten. Veilinghuizen spelen immers een uiterst belangrijke rol in de mythevorming èn dus de prijsvorming van wijnen.
Wat op een veiling wordt verkocht, krijgt het imago waardevol, zeldzaam en gegeerd te zijn. Je kan het immers niet zomaar kopen, je moet erop bieden, en slechts de hoogste bieder mag ermee naar huis. Die prijs wordt dan een nieuw referentiepunt voor de toekomst. Zo kunnen wijnkastelen de prijs van hun wijnen gestadig zien stijgen. Niet dat ze zelf vaak wijnen aanbieden op veilingen, maar veilingprijzen beïnvloeden ook de prijzen van recente oogsten. Hoe astronomischer de bedragen die neergeteld worden voor een wijn, hoe meer hij de aandacht trekt van de rijken dezer aarde. En een hogere vraag leidt altijd tot hogere prijzen.
Enkele cijfers spreken boekdelen. Het wijndepartement van Sotheby's draait tussen 25 en 30 miljoen euro omzet. Onder de topverkopen bevinden zich vijftig kisten Mouton-Rothschild 1982, die voor ruim 760.000 euro van eigenaar wisselden (ongeveer 1.266 euro per fles). De duurste afzonderlijke wijn die verkocht werd, was een dubbele magnum Lafite-Rothschild 1865 die van de hand ging voor 84.990 euro (omgerekend naar flessen van 75 centiliter zou dit 21.247 euro per fles betekenen). In New York verkocht mevrouw Sutcliffe een kist Mouton-Rothschild 1945 voor 10.235 euro per fles. De grootste verkoop van één enkele eigenaar was de zogenaamde "Millennium Sale" in 1999, die 11 miljoen euro opbracht.
Let op: Sotheby's heeft niet eens het grootste wijndepartement. Het wijndepartement van het veilinghuis Christie's wordt geleid door de minder bekende David Elswood, maar boekte een recordomzet van ruim 44,5 miljoen euro. De topverkoop in Europa was een lot van twaalf flessen La Romanée-Conti 1978 voor 139.531 euro (11.627 euro per fles). In de Verenigde Staten werden zes magnums Mouton-Rothschild 1945 verkocht voor 262.677 euro (omgerekend 21.889 euro per fles van 75 centiliter).
Wijnveilingen genereren dus een belangrijke wereldwijde business, die bovendien groeiend is. We hebben het dan nog niet gehad over de naar schatting vijftig andere veilinghuizen die geregeld wijn aanbieden. Ook het internet (met sites als eBay) spelen een rol.
Omdat het om zulke grote bedragen gaat, komen de belangrijkste wijncollecties meestal terecht bij gerenommeerde veilinghuizen met een eigen wijndepartement. Die hebben wijnexperten in dienst, die de wijnen naar waarde schatten en ze in de beste condities aanbieden. Zowel het veilinghuis als de verkoper hebben er belang bij dat een wijnverkoop zoveel mogelijk opbrengt.
Maar ook de koper moet aandacht en zoveel mogelijk garanties krijgen, anders koopt hij niet. Daarom stelt het veilinghuis per wijn een gegevensdossier op: waar hij bewaard werd, hoeveel keer hij van eigenaar is verwisseld, in welke verpakking hij werd aangeboden, hoever het niveau van de wijn in de fles is gezakt, of hij nog drinkbaar is, of je hem nog kan bewaren, of je zeker kan zijn dat het geen vervalsing is, enzovoort.
Op basis van al die gegevens vellen de experten een finaal oordeel, waarna een instelprijs en een verwachte opbrengst wordt berekend. De verwachte opbrengst wordt meermaals overtroffen, wat betekent dat de kopers vertrouwen hebben in de kwaliteit en waardevastheid van de aangeboden wijnen.
Maar zelfs wijnen die ondrinkbaar zijn geworden, worden nog verkocht. Wijn op veilingen dient immers niet noodzakelijk om gedronken te worden: het is ook een object geworden voor verzamelaars en speculanten. Zo worden wijnen met een beschadigd etiket meestal tegen een lagere instelprijs aangeboden. Nochtans heeft dit niets te maken met de kwaliteit van de wijn, integendeel: beschadigde etiketten duiden vaak op een vochtige wijnkelder, wat voor wijn beter is dan een droge bewaarplaats. Maar in de veilingbusiness draait het niet louter om inhoud, ook om verpakking.
Het blijft verbazen hoeveel rijken de meest fantastische collecties op veilingen aanbieden, en hoeveel andere rijken nog bereid zijn om mee te draaien in de helse prijsspiraal naar boven. Uiteindelijk zijn we op een punt aanbeland dat zelfs zij die wijnen ook wel te duur vinden, vandaar dat ze hun eigen aankopen niet eens meer drinken. Wijn wordt zoals een aandeel: alleen bedoeld om bij een volgend hoogtepunt opnieuw te verkopen. Over vele topwijnen wordt in de meest lyrische bewoordingen gesproken, maar ik vraag me af hoeveel wijnliefhebbers ze nog effectief drinken.
Daarom worden vooral wijnen met een sterk "merkimago" op veilingen aangeboden: het zijn als het ware de meest betrouwbare aandelen. Kopers gaan ervan uit dat zij hun waarde behouden en in vele gevallen zelfs sterk in waarde zullen stijgen (indien je de jaargang goed hebt gekozen).
Bordeaux blijkt wat dat betreft goed te scoren: ruim de helft van alle wijnen die wereldwijd op veilingen worden aangeboden, komt uit deze regio. Ook Champagne is zeer gegeerd, om gelijkaardige redenen: de naam klinkt als een klok, is wettelijk beschermd, en er is altijd te weinig van in verhouding tot de wereldvraag. Hetzelfde geldt voor Bourgogne, dat het nochtans traditioneel moeilijker had door haar ingewikkelde structuur en versnippering van het gebied. In Bordeaux is het duidelijk: één kasteel, één naam, één wijn. In Bourgogne moet je wegwijs raken uit de wirwar van regionale en gemeentelijke appellaties, "premiers" en "grands crus", en een zeer groot aantal kleine domeinen. Maar kennelijk is de merknaam van heel wat Bourgondische domeinen zodanig sterk dat de waardering ervan toch de hoogte is ingeschoten. Wie een grand cru van zo'n gereputeerd domein heeft gekocht, heeft een betere zaak gedaan dan met om het even welk aandeel van een bedrijf.