Sneeuw
Het sneeuwt in Savoie. Knoestige donkere wijnstokken steken op steile hellingen grillig uit boven een zee van wit. De wijnstok heeft zon nodig, zeer zeker, maar wat kan een wijngaard prachtig zijn in de winter.
Ik ben in Frangy. Wijnbouwer Bruno Lupin nodigt mij uit in een soort blokhut die dienst doet als drink- en eetgelegenheid. "In mijn kelder is het te koud om wijn te proeven", zegt hij.
Frangy is een van die dorpjes in Savoie dat officieel tot "cru" werd benoemd. In andere streken zou men algauw van "grand cru" spreken, hier niet. Maar dat maakt het terroir niet minder groot, in het bijzonder voor de - volgens mij - beste druif van deze streek, de roussette (ook wel "altesse" genaamd). Minder gekend bij de wijnliefhebber is zij een waarlijk nobele druif: in staat om kraakzuivere wijnen te leveren, helder en fris als de plaatselijke berglucht, maar tegelijk rijp en fluwelig. Die combinatie van zachte rijpheid en verkwikkende fraîcheur heeft mij tot een fan van deze druif gemaakt. Laat ze proeven bij schaal- en schelpdieren in plaats van chablis: verrassing en succes verzekerd.
In 1998, toen hij 36 was, zette Lupin de stap om met een eigen wijndomein te beginnen. Meer dan 5 hectaren kon hij zich niet veroorloven, de investering bedroeg al 380.000 €. Een fortuin voor deze jongeman die voordien vijftien jaar lang als wijnmaker in loondienst had gewerkt voor een coöperatie in Genève.
"Maar ik wilde absoluut een eigen wijn maken van A tot Z", zegt hij. In Savoie is men het gewend om witte sneeuw te zien, hij zag er enkele jaren zwarte.
Bruno Lupin is een echte wijnbouwer, dat wil zeggen: iemand die wijn maakt om in zijn levensonderhoud te voorzien, en alles zelf doet. Zelfs in ijzige koude, als de wijnstokken moeten gesnoeid worden, gaat hij zelf de wijngaard in. Dat heb ik in Bordeaux nog geen kasteeleigenaar zien doen.
Maar de snoei is zeer belangrijk, ook in Frangy. De appellatie Roussette de Savoie (speciaal genoemd naar deze druif) vereist een laag oogstrendement. Al tijdens de winter moet je er dus voor zorgen dat de wijnstok niet teveel gaat produceren. En in Savoie zijn de winters niet zacht: hier wordt aan wintersport gedaan.
De wijnstokken van Lupin staan bovendien op zeer steile hellingen, wat het werk nog bemoeilijkt. "Maar ik wilde ze absoluut dààr", zegt hij, "Op het zuiden gericht, met een ondergrond van zandsteen die veel kalk bevat."
Al zo vaak heb ik gezien dat wijnbouwers in minder bekende streken méér inspanningen moeten doen om goede wijn te maken, terwijl ze er veel minder aan verdienen. Want voor de wijn van Bruno Lupin betaal je slechts 8,40 €, marge van de invoerder inbegrepen. Daarvoor krijg je een wijn die qua genot nauwelijks moet onderdoen voor sommige wijnen die vijf keer meer kosten.
Hij laat mij verschillende jaargangen proeven. Want ook dat komt er nog bij: door hun uitgesproken zuurstructuur verouderen wijnen van roussette zeer goed. Hij ontkurkt nu zijn topcuvée van oude, niet opgebonden wijnstokken. Met de naam en de prijs zouden ze in andere streken lachen: "Cuvée de Pépé", 10,59 €. Maar hier toon je respect voor je grootvader.
Lupins wijnen tintelen op de tong en zinderen na. Hij kent roussette, hij heeft al meer dan tien jaar van zijn leven gewijd aan deze ene druif (op enkele tientallen aren na, waar hij mondeuse teelt, de typische Savoiedruif voor rode wijn). Merkwaardig dat wijnliefhebbers lyrischer kunnen doen over autochone druiven uit verre wijnlanden, terwijl de roussette veel dichter bij huis wordt geteeld.
Bruno Lupin exporteert dan ook weinig. Ruim drievierde van zijn 35.000 flessen per jaar zet hij af in eigen streek en land.
"Sinds enkele jaren voer ik wel uit naar Japan", zegt hij, "Een Japanner komt hier elk jaar mijn nieuwe jaargang proeven en hij neemt altijd een mooie hoeveelheid af."
Lupin zou ook wel eens naar Japan willen gaan. "Maar ik heb er de tijd en de middelen niet voor."
Het blijft sneeuwen. Ook ik zal niet makkelijk wegraken uit Savoie.