Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Nieuw-Zeeland: wijnen aan de andere kant van de wereld

De tijd dat Nieuw-Zeeland alleen sauvignon blanc betekende, is definitief voorbij. Ze zijn er nog wel, de loepzuivere en heerlijk verfrissende sauvignons die het land op de wereldwijnkaart hebben gezet. Maar men heeft er nu ook begrepen dat het gematigde klimaat zich bijzonder goed leent tot het maken van fijne wijnen van andere nobele druivenrassen.

 

Ja, Nieuw-Zeeland behoort tot de Nieuwe Wereld: de productie van kwaliteitswijnen is er slechts begonnen in de jaren '70. Tot dan werden er vooral met alcohol versterkte wijnen gemaakt. Maar wat de stijl van de wijnen betreft, is Nieuw-Zeeland een buitenbeentje. Terwijl de Nieuwe Wereld vaak staat voor volle, fruitgedreven en alcoholrijke wijnen, zijn de Nieuw-Zeelandse wijnen eleganter en evenwichtiger, met fijne zuren, zachte tannines en beheerste rijpheid van de druiven. Een eerder Franse stijl, zeg maar.

Dat heeft alles te maken met het koele, maritieme klimaat. Nergens in Nieuw-Zeeland ben je verder dan 100 kilometer van de kust. Overal is er afkoeling van de zeewind. De druiven kunnen lang en langzaam rijpen: in de winter is het zelden lager dan 10°,  in de zomer zelden hoger dan 25°. Nog idealer dan in Frankrijk, zeggen sommigen, en dus een serieuze concurrent. Men moet alleen nog wachten op meer ervaring en oudere wijnstokken.

Maar nu al is de vraag naar Nieuw-Zeelandse wijnen op de wereldmarkt groter dan het aanbod, hoewel het aantal wineries meer dan verdubbeld is. Vele wijnbedrijven kunnen hun productie zelfs helemaal kwijt op de inlandse markt. Deze "schaarste" wordt dan ook volop gebruikt als marketinginstrument om in te spelen op de trend naar exotische, moeilijk vindbare wijnen, en de prijzen op te drijven.

 

Niet dat Nieuw-Zeeland geen problemen kent in zijn wijnbouw. Zo kampt de oudste wijnregio - rond Auckland - met een vochtig klimaat dat meeldauw verwekt, een ziekte van de wijnstok. De zware kleigrond vergt er bovendien een goede afwatering.

Daarom produceert het gebied er nog slechts 4% van de druiven in Nieuw-Zeeland. De plaatselijke wijnbedrijven hebben vooral wijngaarden aangeplant in andere regio's.

Dat is onder meer zo bij Coopers Creek Winery, onze eerste halte na een vliegreis van meer dan 30 uur. Dit vrij grote familiebedrijf is eigendom van de vijftigers Andrew en Cynthia Hendry die in 1980 met aanplanting begonnen. Hij was toen een jonge accountant "looking for a lifestyle". Maar de uitbreiding van hun wijngaarden tot 80 ha gebeurde vooral in Hawke's Bay en Marlborough. Vandaag hebben ze 20 mensen  full-time in dienst: volgens hun naamkaartje zijn ze allemaal ergens "manager" van. De bedrijfsmatige aanpak, zo typisch voor de Nieuwe Wereld, kent men ook hier.

Coopers Creek is een succesverhaal. De helft van de productie wordt uitgevoerd.

Het bedrijf heeft zich toegelegd op het lagere en middensegment: frisse en fruitige wijnen zonder meer, met een goede verhouding tussen prijs en kwaliteit. Wijnmaker Simon Nunns, vroeger informaticus, zegt het heel openlijk: "Onze wijnen zijn om jong te drinken. Je kan ze vijf jaar houden, niet langer."

Tijdens ons gesprek worden meterslange netten over de wijnstokken gespannen. Het is immers februari: de oogst komt eraan. En de rijpe druiven moeten beschermd worden tegen vogels. Nog een probleem waarmee men hier, maar ook overal elders in Nieuw-Zeeland, te kampen heeft.

 

Een ander succesbedrijf dat het grootste deel van haar wijngaarden buiten Auckland heeft, is Matua Valley Wines, opgericht door de broers Bill en Ross Spence. Vandaag hebben ze 180 ha, waarmee ze de vijfde grootste winery in Nieuw-Zeeland zijn. We ontmoeten wijnmaker Mark Robertson en export manager Simon Beck, die ons verrassen met de mededeling dat België hun tweede grootste exportmarkt is.

Matua Valley tracht alle segmenten van de markt te bestrijken, maar komt toch vooral in het lagere prijssegment sterk voor de dag. De wijnmaker gaat hier heel pragmatisch te werk, en vertelt bijvoorbeeld openlijk over het gebruik van eikstaven in de stalen tanks om een impressie van vatlagering te bekomen.

Dat je in de streek rond Auckland, ondanks het vochtige klimaat en de zware grond, toch topwijnen kan maken, bewijst de intelligente wijnmaker Michael Brajkovich van Kumeu River Wines. De wijngaard van 26 ha is volledig rond het wijnbedrijf gelegen.

Net zoals het nabijgelegen Babich Winery is Kumeu River een familiebedrijf van Kroatische afkomst. Naast Britten en Nederlanders zijn er ook heel wat Joegoslaven in de 19de en 20ste eeuw naar Nieuw-Zeeland geëmigreerd, op zoek naar een beter leven. De grootvader van Michael kwam in 1902 op dertienjarige leeftijd naar hier om in de harsindustrie te werken. In 1944 kocht de familie dit domein. Vandaag werken er 15 mensen.

Michael pakt de zaken heel zorgvuldig aan: hij gebruikt alleen Franse eik, alleen wilde gisten, en alle druiven worden met de hand geplukt. De stijl van zijn wijnen is overduidelijk Frans. We vallen vooral voor zijn intens smakende, complexe en evenwichtige chardonnays, die onder 3 labels gemaakt worden: Brajkovich, Kumeu River en Mate's Vineyard (een "single vineyard" naar de naam van zijn overleden vader). Ze behoren tot de fijnste van Nieuw-Zeeland. In andere regio's krijgt de chardonnay een wat loggere expressie van warm en zoet tropisch fruit.

 

Waiheke Island ligt net buiten de baai van Auckland, maar het klimaat is er heel anders. Zeer weinig neerslag, veel zon en koele nachten: ideaal voor rode wijnen in de Bordeaux-stijl. Wat in de meeste andere regio's van Nieuw-Zeeland een probleem is, kan hier wel: de cabernet sauvignon voldoende rijp krijgen.

Zo kan Chester Nichols van Obsidian Vineyards een rijke en rijpe wijn maken, met de typische impressies van tabak en cederhout die men ook in Médocwijnen terugvindt.

Chester heeft niets van de wijnmarketeer die men in de Nieuwe Wereld zo vaak aantreft. Hij is bescheiden, hardwerkend en gepassioneerd, en verzorgt meticuleus zijn wijngaard van amper 9 ha. Helemaal het archetype van het Franse wijnboertje. Hij laat ons zijn wijn proeven op de neus van zijn oude tractor. De vinificatie gebeurt niet hier maar bij Coopers Creek in Auckland: op 2 uur tijd wordt de oogst over het water getransporteerd tot in de stalen tanks waar de gisting plaatsvindt.

 

Waiheke Island - vluchtoord voor wie aan het drukke Auckland wil ontsnappen - trekt ook een ander type wijnfanaten aan. Zo heeft modefotograaf Goldwater hier een wijnbedrijf opgericht, dat eveneens verrassend goede wijnen in de Franse stijl maakt. 

De absolute top van Nieuw-Zeeland is echter Stonyridge Vineyards, waar voormalig zeiler Stephen White, die meer weg heeft van een rockster dan van een wijnmaker, zijn droom heeft verwezenlijkt: een wijn maken (Stonyridge Larose) die de concurrentie met de grote bordeauxwijnen aankan. In vergelijkende degustaties valt hij nooit uit de toon. En uiteraard zijn er lange wachtlijsten om aan zijn wijn te geraken. Hij exporteert slechts 150 kisten. "En dan nog alleen omdat ik graag reis", zegt hij. Want de vraag in Nieuw-Zeeland zou volstaan. Toch relativeert Stephen White zijn vak. "Winemakers are boring", zegt hij. Wellicht daarom hangt in zijn bedrijf een artistieke foto van drie naakte vrouwen in een wijnpers, terwijl hijzelf op de voorgrond naar een fles wijn tuurt. En naast zijn wijngaard begon hij met een "groovy & funky café" met heerlijke fusion cuisine  en bloedmooie diensters. Voor Stephen White is er nog wat anders in het leven dan wijn, zoveel is duidelijk. Maar als hij ons rondleidt in zijn schitterend gelegen wijngaard, voel je toch de ernst en de gedrevenheid van de wijnmaker.

 

In Hawke's Bay, zo'n 600 kilometer ten zuidoosten van Auckland, ontmoeten we wijnmaker Gordon Russell en zijn assistent Chris Andrew van Esk Valley Estate.

Dit wijnbedrijf behoort tot Villa Maria, de grootste winery  van Nieuw-Zeeland na het beursgenoteerde Montana (dat liefst 60% van de nationale wijnmarkt voor zijn rekening neemt). Toch slagen Gordon en Chris erin om zeer goede wijnen in de Bordeaux-stijl te maken. Een verticale degustatie van hun top-blend The Terraces toont aan dat deze wijnen bewaarcapaciteit hebben. En dat er in Nieuw-Zeeland, net zoals in Frankrijk, een groot verschil is tussen de wijnjaren (terwijl men over de Nieuwe Wereld eerder geneigd is te denken dat alle jaren ongeveer gelijkaardig warm zijn). Het jaar 1998 stijgt in ieder geval boven de andere uit, wat we ook in andere regio's zullen merken.

Dat er zich in Nieuw-Zeeland ook een hoogstaande culinaire cultuur ontwikkelt, wordt diezelfde avond bewezen als Gordon Russell ons uitnodigt op een tasting dinner  waar hij zijn wijnen voortreffelijk combineert met heerlijke fusion-gerechten van de jonge kok Stephen Tindall.

 

In Hawke's Bay bevindt zich ook het oudste wijnbedrijf van Nieuw-Zeeland: Te Mata Estate, genoemd naar de berg Te Mata Peak die een belangrijke rol speelt in een van de legenden van het inheemse Maori-volk. Reeds in 1892 werd hier wijn gemaakt. In 1974 werd het gekocht door de eigenaar van een keten van wijnwinkels, John Buck, en zijn partner Michael Morris. De Buck-familie kwam vijf generaties geleden uit Noord-Ierland. Eén van hun wijngaarden, Coleraine, werd genoemd naar het geboortedorp van hun voorvaders. Ook hier weer wijnen in de Franse stijl, mikkend op elegantie eerder dan op kracht.

De Bucks hebben goed geboerd. De mooie architectuur van Te Mata Estate, de schitterende privé-woning temidden van hun 57 ha wijngaarden, een blitze Audi voor de deur: het is duidelijk dat met wijn geld te verdienen valt.

 

Van het mondaine Te Mata Estate naar Unison Vineyard: het is een wereld van verschil. De Duitse Anna-Barbara en de Nieuw-Zeelander Bruce Helliwell ontmoetten elkaar op een Toscaans wijndomein en begonnen hier met een eigen wijngaard. Zij wilden baanbrekend zijn, een heel nieuwe wijn maken, niet te vergelijken met een andere stijl. Dat begon voor hen reeds bij de keuze van de grond. Ze lieten niets aan het toeval over, en huurden zelfs een vliegtuig om op die manier beter te kunnen zien waar de grond het armst was. Vervolgens groeven ze putten om volkomen zeker te zijn. Anna-Barbara, een perfectionistische wijnbouwster, kent immers de voorwaarde om een uitzonderlijke wijn te maken: uitzonderlijke druiven. Vandaag blijken ze pioniers geweest te zijn, want de regio waar ze hun grond kozen - de Gimblett Gravels - wordt nu algemeen erkend als exceptioneel.

Het enthousiaste koppel zweert bij ambachtelijkheid en totale controle van begin tot einde. Hun enige wijn is een blend van merlot, cabernet sauvignon en syrah (waarvan Anna-Barbara de percentages niet wil verklappen), getypeerd door beheerste rijpheid, fijne zuren en een zijdeachtige tanninestructuur. Er wordt niet gemikt op onmiddellijke charme, verre van. Maar de wijn intrigeert en blijft intrigeren: je hebt voortdurend zin om ervan te proeven. Dat is altijd een goed teken.

 

Als je van Hawke's Bay naar het zuidelijk eiland reist, kom je door de Wairarapa-streek, waarvan de beste wijngaarden zich rond het charmante stadje Martinborough bevinden. Klimaat en grond zijn hier het best geschikt voor pinot noir, en de plaatselijke wijnmakers slagen erin om van deze moeilijke druif heel mooie wijnen te maken die de concurrentie met Bourgogne aankunnen. Het resultaat is echter opnieuw: veel vraag, hoge prijzen, lange wachtlijsten.

In het restaurant van het Martinborough Hotel, waar men een uitgebreide collectie pinot noirs heeft, drinken we de verrukkelijke Dry River, die probleemloos kan wedijveren met pakweg Vosne-Romanée. Maar de eigenaar van Dry River ontvangt niemand. En je moet twee jaar wachten vooraleer je eventueel in aanmerking komt om een fles te kunnen kopen. Op de duur werkt het enerverend.

Gelukkig zijn er ook goede wijnbedrijven waar je wèl pinot noir kan proeven en kopen: onder meer Te Kairanga, Ata Rangi, Pallister Estate (het grootste van Martinborough) en Martinborough Vineyards.

 

De oversteek naar het zuidelijk eiland duurt ruim drie uur. We belanden in de grootste wijnregio van Nieuw-Zeeland: Marlborough. Dit is de streek waar de sauvignon blanc zijn hoogste smaakintensiteit bereikt. Hier is de Nieuw-Zeelandse wijn zijn veroveringstocht naar andere delen van de wereld begonnen.

Intussen wordt er ook heel wat chardonnay en riesling geteeld en vind je er verrassend goede schuimwijnen, gemaakt volgens de champagnemethode. Niet voor niets brengt het Franse champagnehuis Deutz hier, in samenwerking met Montana, een "cuvée Marlborough" op de markt. En het beroemdste wijnbedrijf van Nieuw-Zeeland, Cloudy Bay, werd overgenomen door Veuve Cliquot Ponsardin. Men maakt er nu één van de beste "champagnes" van het land: Pelorus.

De man die de start van Cloudy Bay meemaakte, en met zijn sauvignonwijnen wereldfaam bereikte, is nog steeds de wijnmaker: Kevin Judd. Vandaag is hij chief winemaker, wat betekent dat hij kan delegeren en zich deeltijds kan wijden aan zijn andere passie: fotografie. Zijn specialiteit is - jawel - wijnen en wijngaarden. Hij verkoopt zijn foto's over de hele wereld aan gerenommeerde wijnmagazines als Decanter en Wine Spectator.

Cloudy Bay bezit 150 ha wijngaard en exporteert 85% van zijn productie, vooral naar Amerika, Australië en Engeland. Dat succes is er gekomen door professionele marketing, ongetwijfeld, maar ook door kwaliteit. Want Kevin Judd, een rustig man van weinig woorden, is een begenadigd wijnmaker. Hij bewijst dat je met een wat eendimensionele druif als sauvignon blanc toch topwijnen kan maken: uiterst puur van smaak, en fluwelig van textuur. Zijn sauvignon Te Koko (de inheemse Maori-naam voor de baai Cloudy Bay), gemaakt met uitsluitend wilde gisten, werd gedurende 18 maanden op oude eik gelagerd, onderging een malolactische gisting, en is verrukkelijk. Door eiklagering worden de agressieve citruskantjes van de sauvignon afgerond, en ontstaat er meer complexiteit en een zachtere textuur. Om dezelfde reden mengen sommige wijnmakers de sauvignon met wat sémillon, zoals overigens in de Franse Graves-streek gebeurt.

Kevin Judd maakt graag komaf met het idee dat handmatige pluk beter zou zijn: "Wij oogsten alles machinaal. Dat is veel beter, want zo kunnen we snel oogsten, en zelfs heel de nacht doorgaan in de koelte."

 

Een wijnbedrijf dat nog geen furore heeft gemaakt zoals Cloudy Bay, is Seresin Estate. Het werd opgericht door Michael Seresin, een photography  director  uit de filmwereld, die onder meer vaak samenwerkt met Alan Parker. Het wijnmaken laat hij over aan Brian Bicknell, die zijn vak leerde in Australië en Chili, en zijn assistent Gordon Ritchie, geboren en getogen in de streek.

Seresin combineert een ambachtelijke manier van wijnmaken (volgens de filosofie van de minimale interventie) met eigentijdse marketing. Het opvallende logo op de wijnetiketten (een grafische afbeelding van een hand) komt overal terug: op wijnglazen, kurkentrekkers, wegwijzers, folders, T-shirts, en op de eigen olijfolie. In de vinificatieruimtes weerklinkt muziek van Randy Newman. De trendy stijl van het huis doet echter geen afbreuk aan de kwaliteit van de wijnen. We proeven sauvignons en chardonnays met intense, mineralige aroma's en smaken, een romige en satijnige textuur, en een zeer lange afdronk. "We houden ervan om te werken met dirty juice ", zegt Gordon Ritchie. De wijn wordt lang op zijn bezinksel gelagerd, er wordt geregeld omgeroerd, en niet of nauwelijks gefilterd. Dat alles komt de smaakrijkdom ten goede.

 

Tijdens onze laatste dagen ter plaatse maken we kennis met een Nederlands koppel: Ruud en Dorien. Hij was vice-president van een softwarebedrijf, zij communication manager van een multinational. Zij ontvluchtten hun welvarende maar hectische leven in West-Europa, samen met hun drie jonge kinderen, om hier van niets met een wijngoed te beginnen: Staetelandt (de oorspronkelijke naam die de Nederlandse zeevaarder Tasman aan Nieuw-Zeeland gaf). Blijkbaar worden, net zoals in de vorige eeuwen, nog altijd mensen aangetrokken door dit verre, pure, dunbevolkte land. En door de mogelijkheden die het biedt voor wijnbouw. En voor een leven als wijnboer.