Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Chili: een land tussen wijncultuur en wijnbusiness

Het gaat heel snel in Chili. De wijnproductie is er vertienvoudigd. Elke twee jaar verdubbelt de exportvraag. Duizenden hectaren werden en worden heraangeplant met nobele druivenrassen als cabernet sauvignon, merlot, chardonnay en sauvignon blanc. Wijnbouwers hebben geïnvesteerd in de allernieuwste uitrusting. Franse en Amerikaanse wijnhuizen en oenologen komen hier samenwerken met hun Chileense confraters. En langs de "Panamerican highway" die het noorden met het zuiden verbindt, hangt opvallend veel reclame voor wijnen, tussen de reclames voor lingerie, banken en telecommunicatie.

 

Even op temperatuur komen

 

Twee uur van Brussel naar Madrid. En dan veertien uur van Madrid naar Santiago.

Ik ben nog wat groggy als ik het centrum van de Chileense hoofdstad binnenrijd, en ben meer verrast door het temperatuur- dan door het cultuurverschil. Santiago is een stad met westerse allures. Buiten Santiago zal de cultuurschok een stuk groter zijn.

Het is eind november. De zomer begint in Chili. Overdag stijgt het kwik al tot 25°.

Maar ik zal gauw merken dat het 's nachts makkelijk 10 tot 20° kouder kan zijn.

Een belangrijke reden waarom de wijnbouw zich concentreert rond en onder Santiago. Een gelijkmatig warm klimaat levert immers plompe, alcoholische wijnen op, terwijl regelmatige koelte de finesse en aromatische expressie bevordert.

Het is ook droog in centraal Chili. Wijngaarden moeten kunstmatig bevloeid worden, met smeltwater van de besneeuwde toppen van de Andes. Tegelijk hoeven de wijnboeren hier nooit schrik te hebben van regen, waardoor ze in de oogstperiode (vanaf eind februari) rustig kunnen wachten op de optimale rijpheid van de druiven. Chileense wijnen worden dan ook gekenmerkt door pakken rijp en sappig fruit.

Maar Chili heeft wel een gebrek aan traditie en kennis van het subtiele samenspel tussen bodem, microklimaat en druivenras. Pas nu beginnen wijnbedrijven met wetenschappelijk onderzoek hieromtrent. Vele oenologen, en niet alleen Chileense, vertellen me dat de kwaliteit van de Chileense wijnen er nog op vooruit zal gaan. Te meer omdat vele wijnstokken vandaag nog jong zijn en met de jaren steeds betere druiven zullen afleveren.

 

Kan de aristocratie nog volgen?

 

Cousiño Macul is een typisch voorbeeld van een oud, aristocratisch wijnhuis dat zich moest aanpassen aan de zich snel moderniserende wijnbouw in Chili.

Het heeft ook andere veranderingen letterlijk op zich zien afkomen: de stad Santiago is uit haar voegen gegroeid, en heeft de wijngaarden van Cousiño Macul omsingeld. Dat zorgt voor logistieke problemen waardoor de familie nu 400 ha gekocht en aangeplant heeft ten zuiden van Santiago, evenveel als ze op dit ogenblik in de stad zelf bezit. (Naar Franse normen is een wijngaard van 800 ha enorm groot, maar in Chili is dit geen uitzondering.)

Ik word onthaald door een piekfijn uitgedoste Carlos Cousiño, telg van de zesde generatie van een machtige industriedynastie met belangen in steenkool, koper, zilver, scheepvaart, spoorwegen en media.

Trots leidt hij me rond in het schitterende domein van de familie, een oase van rust in het drukke Santiago.

We wandelen door de perfect verzorgde en geïrrigeerde wijngaarden, en door het grote oude park dat door de Chileense staat geklasseerd werd. We bezoeken de wijnkelders die uitgeroepen werden tot nationaal monument, en de gebouwen voor opslag en vinificatie, helemaal opgetrokken in Spaans-koloniale stijl. Alles ademt hier geschiedenis en aristocratie uit. 

Ten slotte toont hij me de privé-kelder van de familie die meer dan 25.000 flessen bevat. Elk wijnjaar sinds 1927 is er vertegenwoordigd.

"Onze filosofie is wijnen te maken om samen te gaan met een maaltijd", zegt hij, "Gastronomische wijnen, die goed verouderen."

Dat blijkt uit een memorabele degustatie, waarbij hij onder meer van dezelfde cabernet sauvignon verschillende oogstjaren sinds 1983 aanbiedt, een unieke belevenis in Chili waar men het meestal slechts over de twee of drie laatste wijnjaren heeft.

De wijnen van Cousiño Macul zijn stevig gestructureerd, wat rustiek en gereserveerd,

met meer impressies van grond en hout dan van puur fruit. Dat onderscheidt hen van de meeste Chileense wijnen die volop mikken op fruit en finesse. Maar het is volledig in overeenstemming met de stijl van het huis.

 

Big business

 

In Frankrijk kan je nog even aankloppen bij de wijnbouwer. In Chili rijd je met je auto

tot aan een slagboom waar een poortwachter vraagt met wie je een afspraak hebt. Wijngoederen lijken hier vaak op industriële domeinen, en dat geldt zeker voor Santa Rita dat 3.500 ha wijngaarden bezit, en daarmee het tweede grootste wijnbedrijf in Chili is (na Concha y Toro).

Maar Santa Rita behoort dan ook toe aan de steenrijke industriemagnaat Ricardo Claro. De man komt uit de scheepsindustrie (waardoor hij zijn eigen wijnen kan vervoeren) en beheerst ook de Chileense glasindustrie (waardoor hij de flessen voor zijn eigen wijnen kan leveren).

Daarnaast bezit hij Viña Carmen, een wijnbedrijf dat zich toelegt op duurdere kwaliteitswijnen, terwijl Santa Rita eerder mikt op de grootschalige consumptie.

Ricardo Claro heeft bewust de historische traditie van Santa Rita bewaard: de houten fermentatievaten van vroeger, de oude kelders van de 19de eeuw, het prachtig gerenoveerde restaurant dat vroeger de hacienda van de stichter was.

Ongetwijfeld beseft hij dat de wijndrinker ook een vleugje romantiek wil, en dat je

geen wijnbusiness kan opbouwen zonder oog te hebben voor wijncultuur.

Die combinatie is Chili ten voeten uit.

 

 De carmenère-druif

 

Het moderne en goed gerunde wijnbedrijf Santa Ines, in Maipo Valley, werd in 1934 gesticht door de Italiaanse immigrantenfamilie Demartino. Vandaag hebben drie broers en een schoondochter van de derde generatie het roer in handen.

Naar Chileense normen is het wijngoed niet groot: 300 ha. Maar het heeft een voortrekkersrol gespeeld in het beter bekend maken van de inlandse druivensoort carmenère. Men gelooft er hier sterk in dat de Europese en Amerikaanse markt wel

eens wat anders wil dan de stilaan overbekende smaken van de klassieke

Franse druivenrassen.

Nochtans is de carmenère - een variant van de merlot -  oorspronkelijk afkomstig uit Frankrijk. Na de phylloxera-plaag op het einde van de 19de eeuw, die haast alle Franse wijngaarden verwoestte, werd ze niet meer heraangeplant, omwille van haar vatbaarheid voor ziektes. Maar enkele Chileense aristocraten hadden de carmenère reeds voordien

in hun land ingevoerd. En vermits Chili weinig af te rekenen heeft met ziektes van de wijnstok, bleek deze hier zeer goed te gedijen. De groei van de Chileense wijnbusiness was voor Santa Ines het signaal om deze druif in het buitenland te promoten, via een overigens excellente carmenère-wijn (die evenwel aangevuld wordt met 15% cabernet sauvignon om de wijn meer ruggegraat te geven).

Ik word eveneens bekoord door een chardonnay vol impressies van tropisch fruit en een cabernet sauvignon van grote finesse, beide van de topcuvée Legado de Familia.

Ook de Legado de Armida-reeks (met kortere vatlagering) biedt mooie wijnen, vooral de cabernet sauvignon.

 

Wijn op z'n Latijns-Amerikaans

 

Hoe zuidelijker je gaat, en hoe verder van Santiago, hoe Latijnser de zeden en gewoonten blijkbaar worden. Want terwijl bij Santa Ines alles tot in de puntjes verzorgd wordt, gaat het er bij Valdivieso, in Curico Valley, heel wat losser aan toe. De wijn wordt er gemaakt in een doolhof van deels gerestaureerde en deels invallende gebouwen, en wordt nadien bewaard in bovengrondse hangars die gekoeld worden door modder op de daken te leggen (!). Mensen schijnen er nogal ongeorganiseerd door elkaar te lopen, maar

Hernan de la Cruz, de flamboyante en bijzonder jachtige export manager, voelt er zich

als een vis in het water. Hij kust en omhelst iedereen die hij tegenkomt, en vertelt ondertussen honderduit over de 294% groei die het bedrijf (eigendom van de industriële Mitjans-groep) dit jaar gekend heeft ten opzichte van vorig jaar, en over hun grote specialiteit, schuimwijn, waarvan een gedeelte zelfs volgens de "méthode champenoise" gemaakt wordt. Helemaal lyrisch wordt hij wanneer hij vertelt over zijn "vorig leven", toen hij de beschaafde wereld vaarwel zei en zich acht jaar lang terugtrok in de bergen, met vrouw en kinderen. Ze bouwden er hun eigen huis en leefden van wat de natuur hen bood. Vandaag reist hij business class de wereld rond om wijnen te verkopen, tot in China toe. Alles verandert snel in Chili.

Valdivieso verkoopt wijnen van ongeveer alle denkbare druivenrassen, en ook hier is het weer opvallend hoezeer de stijl van de wijnen overeenkomt met de stijl van het huis. De meeste zijn vlotte drinkwijnen, weinig getypeerd of expressief, met veel alcohol en helaas soms een overweldigende impressie van gekookt fruit. Enkele lichtpunten: een diepdonkere malbec Barrel Selection, een pittige cabernet franc Reserva, en een opvallend gespierde carignan Reserva.

Hernan raast als een tornado door de proefsessie heen, en indoctrineert mij met de filosofie van het huis: "Wines are made to drink and to enjoy!"

 

Koloniale grandeur

 

Presidente Osvaldo Bisquertt is oud, maar moeit zich nog elke dag - tot wanhoop van zijn zonen en medewerkers - met alle details van het familiale wijnbedrijf Bisquertt.

Zelfs met de decoratie van de prachtige hacienda waarin het bedrijf is ondergebracht: de deuren werden gemaakt van door de wijn roodgekleurd eikenhout van wijnvaten,

de poort werd vervaardigd uit de ijzeren beugels die rond de vaten gespannen worden,

overal hangen waardevolle antieke stukken uit oude wijnmakerijen. Osvaldo Bisquertt is een man die van stijl en grandeur houdt. Hij verzamelt trouwens koetsen van de oude Chileense adel. Maar hij heeft van Bisquertt ontegensprekelijk het mooiste wijnbedrijf van Chili gemaakt. En tegelijk de technologische innovatie niet uit het oog verloren.

De wijnen die onder het label "Château La Joya" (het juweel) op de internationale markt gebracht worden, zijn dan ook moderne, zuivere, fruitgedreven wijnen, waarbij vooral de cabernet sauvignons en de chardonnays kwalitatief hoog scoren, zeker van de "Gran Reserva"-reeks (12 maanden vatrijping).

Oenoloog Mario Geisse looft de kwaliteiten van de Colchagua Valley waarin Bisquertt gevestigd is, en dan vooral de koelere temperaturen waardoor het mogelijk is het alcoholpercentage onder controle te houden. Niet voor niets is het in deze vallei dat het beroemde Franse wijnbedrijf Lafite-Rothschild een samenwerking heeft opgezet met het Chileense Los Vascos. (Het resultaat is er naar: Los Vascos is de meest Médoc-achtige Chileense wijn.)

's Avonds word ik uitgenodigd in de magnifieke hacienda van één van de zonen Bisquertt (president Osvaldo heeft acht kinderen, en ziet eruit alsof hij er nòg een paar zou kunnen maken). Na een uitgebreid aperitief maak ik kennis met de Chileense nationale sport: barbecue. Rund, kip en pikante worst worden op de rooster gelegd, salades met maïs, tomaat en wortel gaan rond, samen met de alomtegenwoordige aji verde, de Chileense groene peper. Ik zal het hier vaak meemaken dat de  Chileense culinaire gewoonten eerder om water dan om verfijnde wijnen vragen. Om het verhemelte te blussen.

 

De jonge generatie

 

Eveneens in de Colchagua Valley liggen de familiale wijnbedrijven Viu Manent en Casa Silva. Hier heeft de patriarch het roer in handen gegeven van de jongere generatie,

en dat leidt tot een heel ander type van management.

José Miguel behoort tot de derde generatie van de Catalaanse wijnfamilie Viu Manent, die in de jaren 1940 in Santiago begon in de wijnhandel. In 1966 werden gronden gekocht om zelf wijn te gaan maken. Deze gronden waren reeds aangeplant, zodat Viu Manent vandaag beschikt over een belangrijk concurrentieel voordeel: oude wijnstokken.

De nieuwe generatie pakt het resoluut wetenschappelijk aan: in samenwerking met universiteiten wordt onderzoek gedaan naar de bodem, de ligging, het microklimaat.

Hier hoor ik voor de eerste keer in Chili het begrip "terroir" gebruiken.

Het resultaat mag er zijn: Viu Manent biedt een gamma hoogkwalitatieve wijnen aan waarin tannines, aciditeit, fruit en alcohol perfect in evenwicht zijn. Het zijn wijnen die niet toegeven aan de gemiddelde commerciële smaak, wijnen voor gevorderde liefhebbers.

De merlot Reserve en de cabernet sauvignon Reserve zijn veruit de beste merlot en cabernet die ik in Chili proefde. De witte sauvignon Reserve is wonderlijk subtiel, en heeft niets van de banale citrus die je hier zo vaak tegenkomt.  

 

In het dorpje Angostura maak ik kennis met Mario Pablo van Casa Silva, een vlotte jongeman met sportieve Ray-Ban op de bruingebrande neus. Ook hij is een voorstander van wetenschappelijk onderzoek, en van de absoluut compromisloze hygiëne in het wijnbedrijf. "Wijn is voeding", zegt hij, "Dus moet je de perfectie in hygiëne nastreven." In Casa Silva durf je van de vloer te eten.

Lange tijd maakte de familie Silva bulkwijn voor andere wijnbedrijven, waaronder Santa Rita. Dan besliste de familie het roer drastisch om te gooien en eigen wijn te gaan maken. De exploderende wijnindustrie was een opportuniteit die ze niet aan zich wilde laten voorbijgaan.

In Casa Silva wordt een heel speciale druif geteeld: de "sauvignon gris", wellicht een mutatie van de sauvignon blanc. Deze variëteit werd ontdekt toen de familie Silva al haar druiven liet onderzoeken door de katholieke universiteit van Santiago met het oog op certificatie. Eén van de druivensoorten bleek een nieuwe variëteit te zijn, die "sauvignon gris" gedoopt werd. Casa Silva produceert nu een wijn van 100% sauvignon gris, een unicum in Chili en wellicht ook in de wereld. Hij smaakt beduidend zachter, fluweliger en eleganter dan de klassieke sauvignon blanc. (Ik proef trouwens ook een sauvignon blanc van hetzelfde perceel, en het verschil is opvallend.)

De wijnen van Casa Silva zijn supergeconcentreerd: je proeft werkelijk pakken fruit. En zelfs hun laagst geprijsde gamma wordt gedeeltelijk en voor korte tijd op eik gelagerd. De familie vindt dat nodig voor smaak en textuur.

Ik proef ook vatstalen van de merlot, carmenère en cabernet sauvignon Reserva, die wijzen op het streven naar kwaliteit van deze familie. En sluit af met een semillon Late Harvest, die - hoewel gemaakt van de druiven van de Franse Sauternes - eerder doet denken aan een Jurançon, met dat typische puntje citroen tussen het zoet.

 

Aan de rand van de woestijn

 

De beste gronden voor wijnbouw in centraal-Chili zijn ingenomen, maar de markt voor Chileense wijn is lang niet verzadigd. Dus gaat men steeds verder ten zuiden en ten noorden van Santiago op zoek naar nieuwe gronden, tot in gebieden waar het klimaat in principe minder geschikt is voor wijnbouw.

Maar soms doet men verrassende ontdekkingen. Zoals Limari Valley, 500 kilometer ten noorden van Santiago, temidden van een semi-woestijn. Daar begon de industriële Capel Group wijnstokken aan te planten.

Tot dan stond deze groep vooral bekend om zijn enorme marktaandeel (97%) in pisco, een distillaat op basis van witte druiven, dat in Chili gebruikt wordt als basis voor het nationale aperitief pisco sour. Maar de bloei van de wijnindustrie in Chili liet ook deze groep niet onberoerd. Het wijnbedrijf Francisco de Aguirre was geboren.

Na een binnenlandse vlucht van Santiago tot La Serena word ik ontvangen door de oenoloog Gonzalo Perez Abarzua, die letterlijk in een huis tussen de wijngaarden woont. Hij is vol lof over de unieke kwaliteiten van deze kleine vallei: een combinatie van zon en frisse invloeden van de nabijgelegen zee, een groot verschil tussen dag- en nachttemperaturen, en arme grond.

Maar dat volstaat nog niet om goede wijn te bekomen.

"Mijn eerste medewerkers kwamen van de Capel Group, en waren gewoon om pisco te maken", zeg Gonzalo, "Ik heb hen echt moeten leren om wijn te maken."

Tijdens een proefsessie is de evolutie van het bedrijf over de verschillende wijnjaren duidelijk merkbaar. Het eerste echt geslaagde jaar is 1998. Hoewel ik ook van 1997 een waarlijk grote wijn proef: "Tempus",  de merknaam van hun topwijn, een blend van 70% cabernet sauvignon en 30% merlot, met twee jaar rijping op Franse eik. Wie zei weer dat wijnen van de Nieuwe Wereld niet kunnen verouderen?

 

Ik keer terug naar de luchthaven van La Serena die gesloten blijkt te zijn wegens een ongeval op de landingsbaan, en besluit met de auto terug naar Santiago te rijden: 500 kilometer over twee rijvakken van een "autosnelweg" in aanbouw. Aanvankelijk geniet ik van het prachtige landschap tussen zee en bergen, maar als de nacht valt, wordt het een helse tocht. Aan de weg wordt dag en nacht gewerkt, voortdurend moet ik wegversperringen en bulldozers van de nachtploeg ontwijken, vrachtwagens denderen langs me heen. Gelukkig heb ik elke slok wijn terug uitgespuwd.

 

 

HOE EEN CHILEENS WIJNETIKET LEZEN?

 

- Terwijl in Frankrijk de herkomst van de wijn de meeste aandacht krijgt (het "château", de regio), worden in Chili de druivenrassen prominent vermeld. De meeste Chileense wijnen zijn van één enkel druivenras, hoewel de Chileense wijnwet een bepaald percentage van een andere druif toelaat zonder de verplichting dit op het etiket te vermelden. Stilaan zie je nu ook namen van gebieden op de etiketten opduiken, wat erop duidt dat de Europese terroirfilosofie hier ook aan belang wint.

- Wordt er aan de benaming van de druif niets toegevoegd, gaat het om de basiswijn van het huis, niet op eik gelagerd. Een toevoeging zoals "reserva", "gran reserva" of een andere benaming duidt op een betere kwaliteit, die te maken heeft met het perceel waarvan de druiven afkomstig zijn, de duur van de vatrijping en/of de herkomst van de eiken vaten.

- Sommige wijnhuizen voeren ook een "topwijn", veelal een blend van verschillende druivenrassen die onder een merknaam op de markt wordt gebracht.