Dichters en schrijvers over wijn
Van oudsher heeft wijn dichters en schrijvers geïnspireerd. Daarover zijn al boeken verschenen, om van te genieten bij een glas wijn.
Waarom is het precies wijn die dichters en schrijvers tot verheven gedachten brengt? Wijn is kennelijk zo'n verfijnde en complexe drank dat alleen al het kijken ernaar tot poëtische mijmering kan leiden: De wijn, dat levende gedicht, / staat in het tintelende licht / te stralen met een stille gloed (Jan Willem Schulte Noordholt).
Uiteraard is er ook het genot van de smaak: frisheid uit het noorden / een sprankelende regenval / lichtvoetig ga je te werk / zacht overtuigend / een mysterieuze sensatie / floraal en fruitig / op mijn tong blijf je achter / strakdroog (Joop Meijvogel).
Zelfs het feit dat wijn inspiratie geeft, kan een poëtisch thema zijn: mij installeren / tussen mijn fles wijn / en mijn potje inkt / om te zien welk van de twee / mij het eerst leeg heeft (Gérard Le Gouic).
Wijn roept ook diepere associaties op. De wijnstok is - net zoals tarwe - een van de oudste teelgewassen van de mensheid: ze maakt letterlijk deel uit van de wortels van onze beschaving. Brood (van tarwe) en wijn (van de wijnstok) werden trouwens opgenomen in de religieuze rituelen van het christendom.
De associatie met de natuurelementen is sterk: de wijnstok is geworteld in de aarde, het water geeft leven aan de wijnstok, de zon doet de druiven rijpen, de gloed van wijn in het glas doet aan vuur denken.
De oogst is hierbij het elk jaar terugkerende geschenk van de genereuze natuur: Heer, het is tijd. Het was een grootse zomer. / Leg nu uw schaduw op de zonnewijzers / en laat de wind over de velden komen. / Gebied de vruchten vol te zijn, / verleen hun nog twee zuidelijker dagen, / stuw ze naar de voldragenheid en jaag / de laatste zoetheid in de zware wijn (Rainer Maria Rilke).
De wijngaard en de druiven staan symbool voor de cyclus van het leven: de bloei in de lente, de rijping in de zomer, de oogst in de herfst, de rust in de winter. Met dat verschil dat de wijnstok elk jaar opnieuw herleeft: Dag druiven, ik weet niet of ik er zal zijn / volgend jaar, maar ik weet / dat de druiven van volgend jaar dezelfde druiven zullen zijn: / alleen de mensen met de zware ogen, / met hun onbehouwen trots en hun ernstige ziel / gaan dood, ieder alleen, en zonder terugkeer (Yehuda Amichai).
Na de oogst begint het mysterieuze proces van druivensap tot godendrank: Nu wordt het sap geperst uit wat door zonneschijn / verkozen was om op den godendisch te branden (Alex Campaert).
De trage rijping van wijn is ook een allegorie van het leven. Als je oude wijn drinkt, keer je als het ware terug in de tijd, naar je eigen verleden, je jeugd: onsterfelijke wijn, zo vol van zoete geuren, / die ik in diepe kelders stop, als muskus zal verbergen, / hem dan nog jarenlang bewaar, oneindig lange maanden / totdat er komt een lentedag, todat er komt een zomer / dat uit het verre vreemde land mijn lief zal wederkeren (Kostas Krystallis).
De associatie van wijn met de liefde is in vele gedichten een hoofdthema. Zonder wijn is er geen liefde, zegt Hafiz: Jij wordt de liefde ontrouw / Als je de wijn niet aanbidt / die je wordt ingeschonken.
Goethe was het daarmee eens: Wie niet weet te drinken / Kan geen liefde geven.
Piet Luijer is uitbundig: Vanavond zal ik dronken zijn. / Dronken van de liefde / beschonken van de wijn / Vanavond zal mijn lief hier zijn. / Dronken van de liefde / beschonken van de wijn. / Vanavond zullen we samen zijn. / Dronken van de liefde / beschonken van de wijn. / (...) Als ik het niet meer kan bevatten / en vonken van de liefde spatten / als droppen rode wijn. / Dan zal vanavond mijn lief / weer bij me zijn.
Pablo Neruda vergelijkt zijn geliefde letterlijk met wijn: Mijn liefste, opeens / is je heup / de volle ronding / van het glas, / je borst is de tros, / het licht van de alcohol je haren, / de druiven je tepels, / je navel zuiver zegel / in je aarden buik geprent, / en je liefde de waterval / van onblusbare wijn.
Hubert van Herreweghen ziet ook gelijkenissen tussen de wijn en de vrouw, zij het niet alleen in lovende bewoordingen: De vrouw is als een anker wijn / zo vol geheime krachten; / de wijn is jong, het meisje is klein, / de mannen moeten wachten. / De vrouw is als een anker wijn / vol droesems en vol gisten, / eerst moet het moer bezonken zijn, / dan krijgt de vrouw haar listen. / De vrouw is als een anker wijn, / na 't rijpen ligt de droesem onder, / dat is haar valsheid en venijn, / geen vrouw bestaat daarzonder. / De vrouw is als een anker wijn / vol bruisende alcoholen, / die gonzen in ons dronken brein / en in ons lijf, verholen. / De vrouw is als een anker wijn / zo zuiver van aromen, / als oude drank zo rijp, zo rein / van zoete druivebomen. / De vrouw is als een anker wijn / wilt gij van 't vat de droesem drinken / zult gij des morgens zuchtig zijn / en zal uw adem stinken.
Ook de link tussen wijn en vriendschap wordt vaak bezongen: Twee glazen op de houten tafel / en dicht bij jou een goede vriend. /Je praat en je vertelt elkander / iets wat nooit eerder is verteld, / iets waar je nimmer kans toe zag / om het te zeggen aan de ander / Het wijntje fonkelt in de glazen / en elk van jullie twee geniet . / Op die momenten lijkt het wel / of alles mooi is, ook verdriet. (Virgilio Giotti).
Nicanor Parra schrijft: Daarom hef ik mijn glas / naar de zon van de nacht / en drink de heilige wijn / die de harten verbroedert.
Het doet mij denken aan het persoonlijke verhaal dat de Italiaanse wijnbouwer Jösko Gravner mij ooit vertelde. Hoewel zijn wijnen een wereldreputatie hebben, zag hij het op een bepaald ogenblik niet meer zitten om met wijnbouw verder te gaan. Maar door erover na te denken, zag hij in dat hij door de wijn vele vrienden had gemaakt. "Daardoor raakte ik weer gemotiveerd", zei hij, "Omdat ik de wijn niet langer als het doel beschouwde, maar de vriendschap."
Vele dichters vinden dat de wijn hen levenslustig maakt: Welzalig wie de wijn heeft uitgevonden! / De hele dag houdt die mij in mijn sas: / van wijn hoor je mij nooit één kwaad woord spreken! (Cecco Angiolieri).
Hafiz jubelt: Wijn heb ik nodig! / Alleen wijn is mijn lichaam goed genoeg / want wijn vloeit in mijn aderen, / wijn is mijn bloed, / wijn mijn gemoed.
En Palladas schrijft: Wat leven betekent? Dit en niets anders: geniet! / Weg met de misère, veel tijd van leven is er niet. / Daarom, hier die wijn, m'n bevrijder, hier die beker!
Goethe ziet wijn als een remedie tegen de triestheid van het leven: Voor zorgen zorgt het lieve leven, / Door druivennat worden ze verdreven.
En Fernando Pessoa verzucht: Geef mij nog wat wijn / want het leven is niets.
Onwillekeurig denk ik aan Aubert de Villaine, de beheerder van het wereldberoemde Domaine de la Romanée-Conti in Bourgogne. Over de pogingen om wijn en het genot van wijn te beschrijven, zei hij mij ooit: "Woorden zijn niet de taal van wijn."
- Met jou open ik oude nachten (De mooiste wijngedichten uit de wereldliteratuur), René Smeets, Uitgeverij P
- Woorden uit de wingerd (De mooiste wijnverhalen uit de wereldliteratuur), René Smeets, Uitgeverij Davidsfonds
- Druif & droesem (Gedichten over wijn), Stichting Vrienden van de Poëzie in Gelderland, Uitgeverij Kontrast