Hoe herken je een goede wijn?
Is een goede wijn een wijn die je lekker vindt? Dat is inderdaad een basisvereiste. Maar wat je "lekker" vindt, verandert voortdurend. Doordat je zelf verandert, èn doordat je andere wijnen leert kennen waardoor je referentiekader verandert. Sommigen blijven altijd hangen bij wat ze "lekker" vinden. En dan kunnen ze eigenlijk niet weten wat echt lekker is. Omdat hun referentiekader te beperkt is.
Ze zeggen dan dat je over smaak niet kan twisten. Maar die uitspraak wordt vaak als alibi gebruikt om een gebrek aan nieuwsgierigheid of inzicht te verbergen. Als je de moeite doet om te begrijpen waarom je een wijn lekker vindt, dan ontdek je een aantal objectieve eigenschappen die altijd terugkeren.
Eén daarvan is zuiverheid. Een goede wijn wordt gekenmerkt door zuivere, precieze, mooi gedefinieerde, niet-artificiële geuren en smaken. Vreemde luchtjes en chemische aroma's horen in een wijn niet thuis.
Een andere belangrijke eigenschap is evenwicht. Een goede wijn geeft je een sensatie van harmonie. Die wordt bereikt door een evenwicht tussen drie basissmaken die ook al in de druif aanwezig (moeten) zijn: zoet, zuur en bitter. Evenwicht staat ook voor een juiste dosering van de concentratie, de verhouding tussen vaste en vloeibare bestanddelen (de wijn mag niet te "mager" maar ook niet te "dik" zijn). Eenzelfde dosering is belangrijk bij de extractie (van kleur en smaak): zwarte wijnen waarvan de tannines aan je verhemelte kleven, maken misschien indruk, maar zullen niet harmonieus evolueren. Voor alcohol geldt hetzelfde: het doel is om een drager en versterker van smaken te zijn, niet om de alcohol op zich gewaar te worden. Ten slotte moeten de tannines en aroma's van het eikenhouten vat mooi geïntegreerd zijn: een wijn mag niet dominant naar "hout" ruiken of smaken.
Van een wijn verlang je ook een zekere intensiteit. Geen flauwe, schrale of verwaterde smaak, maar levendige aromatische expressie.
Je wil ook complexiteit. Een goede wijn wordt niet gekenmerkt door één dominante geur of smaak, maar door een veelvoud van fijne, subtiele, geschakeerde aroma's, die in de mond sensaties van tinteling en zindering veroorzaken. Daardoor heb je zin om de wijn een tijdlang in de mond te houden, hem langs tong en verhemelte te laten "dwalen" alvorens door te slikken.
Tenslote moet een goede wijn een aangename afdronk hebben (datgene wat je proeft wanneer je de wijn hebt doorgeslikt), zonder branderigheid, storend zuur of bitter. En dan wil je dat die aangename sensatie zo lang mogelijk blijft nazinderen in de mond (de zogenaamde "lengte").
Het is veel belangrijker om op al deze eigenschappen te letten, dan om te proberen zoveel mogelijk geurtjes en smaakjes van andere ingrediënten te raden.
Download