Bordeaux onder de Californische zon
Wat Bordeaux vaak mist, heeft Californië in overvloed: zon.
Dat in Bordeaux druivensoorten met elkaar vermengd worden, is geen toeval. Op die manier probeert men de gebreken van de ene soort te compenseren door de kwaliteiten van de andere. De combinatie tussen cabernet sauvignon en merlot, de basis van de meeste bordeauxblends, is daarvan een treffend voorbeeld. De cabernet sauvignon zorgt voor kracht, structuur en bitterheid maar rijpt moeilijk en levert daarom – indien ze te weinig zon heeft gekregen – harde tannines af. Dat "gebrek" moet opgevangen worden door de merlot, die vroeger rijpt en voor rondheid, soepelheid en vlezigheid zorgt. Omgekeerd riskeert de merlot, zonder cabernet sauvignon, te leiden tot al te ronde, zoete en zwoele wijnen. De cabernet sauvignon zorgt voor de bittertoets, de samenhang, de spanning.
In Bordeaux wordt ook de cabernet franc gebruikt: zij voegt frisse zuren, finesse en subtiliteit toe. Maar in de Loirestreek – waar wijnen gemaakt worden van alleen cabernet franc – toont deze druif duidelijk dat ze voldoende warmte en zon nodig heeft om haar nobele kwaliteiten ten volle te ontplooien. In jaren met te weinig zon worden wijnen van cabernet franc gekenmerkt door magerheid, vegetale aroma's en stroeve tannines.
Twee druivensoorten die traditioneel ook tot de bordeauxblend behoren, zijn de petit verdot (voor extra tannine en kleur) en de malbec (die in Bordeaux haast helemaal verdwenen is).
De vermenging van deze druivensoorten, en in het bijzonder de combinatie tussen cabernet sauvignon en merlot, heeft wereldwijd zo'n succes gekend dat dit andere wijnstreken in de wereld op ideeën bracht. Zij beweerden voor deze soorten zelfs een beter klimaat te hebben. Zo is de cabernet sauvignon in het Atlantische klimaat van Bordeaux vaak een taaie rakker, die lang niet elk jaar tot optimale rijping komt en de wijnen dan opzadelt met vegetale toetsen en een bittere afdronk. Dat is heel anders in Australië, het noorden van Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, Chili en Californië, waar de zon veel regelmatiger van de partij is.
Sommigen beweren dan weer dat het in deze landen van de Nieuwe Wereld overdreven warm en zonnig is, zodat de druiven te snel te veel suikers opbouwen, wat in de wijnen leidt tot een overdosis alcohol en aroma's van gekookt fruit. De bordeauxblends van Frankrijk zouden fijner en eleganter zijn, terwijl de Nieuwe Wereld de zogenaamde "blockbusters" (krachtpatsers) zou afleveren, wijnen met veel volume, kracht en alcohol. De Nieuwe Wereld tracht van dat imago af te geraken door koelere microklimaten op te zoeken.
Vooral in Californië werd massaal cabernet sauvignon en merlot aangeplant. Van de druiven voor rode wijn komt cabernet sauvignon het meest voor, merlot staat op de derde plaats (op de tweede komt de zinfandel). Cabernet franc wordt zelden aangeplant: de meeste Californische domeinen houden het bij een combinatie van de twee bekendste soorten, of kiezen voor "puur" cabernet sauvignon of merlot. Dat laatste hoef je niet letterlijk te nemen: in Californië mag een wijn doorgaan voor monocépage – wijn van één druif – als de wijn voor 75% van die druivensoort werd gemaakt. Een Californische cabernet sauvignon kan dus best wat merlot bevatten, en vice versa.
Misschien is die massale interesse voor Bordelese druiven wel een geluk geweest voor liefhebbers van de Franse bordeauxwijnen. Je mag er niet aan denken hoe duur die vandaag zouden zijn indien de Amerikanen geen alternatieven hadden gehad in eigen land. Maar zelfs die Californische alternatieven zijn de laatste jaren sterk in prijs gestegen. Cultdomeinen als Harlan Estate, Screaming Eagle en Colgin Cellars zijn al duurder dan de topwijnen van Bordeaux.
Is dat gerechtvaardigd op basis van de kwaliteit? Tijdens de nu al legendarische proeverij van 1976 in Parijs werden Franse en Californische bordeauxblends "blind" met elkaar vergeleken door een gerenommeerd proefpanel. Het resultaat schokte de wijnwereld: Californië veroverde de eerste plaats (met de cabernet sauvignon 1973 van Stag's Leap), vòòr Bordelese toppers als Mouton-Rothschild, Haut-Brion en Montrose (allemaal van 1970, beschouwd als de beste jaargang tussen 1961 en 1982). Onder de tien finalisten bevonden zich liefst zes Californiërs.
In 1986 werd deze proeverij herhaald: opnieuw won Californië (deze keer met de cabernet sauvignons van Clos du Val en Ridge).
En voor wie nog argumenteerde dat de Franse bordeauxwijnen beter verouderen, werden dertig jaar later dezelfde wijnen van 1976 opnieuw geproefd. Het resultaat was weer in het voordeel van Californië: Ridge "Monte Bello" 1971 won met unanimeit van de stemmen, gevolgd door Stag's Leap 1973. De top vijf was zelfs helemaal Californisch. Pittig detail: de Bordelese wijnkastelen hadden geweigerd hun wijnen in te sturen, zodat de organisatoren ze moesten aankopen.