Het land van 400 druivenrassen
Italië is een schatkamer van vele regionale druivenrassen, die ons smaakpalet verrassen en verrijken.
Al sinds de Romeinse tijd maakt wijn deel uit van het dagelijkse leven in Italië. Het land is de grootste wijnproducent ter wereld. Ongeveer 50.000 wijnbedrijven produceren een enorm aantal verschillende wijnen in meer dan 500 erkende wijnzones. Daarin worden ruim 400 officieel erkende inheemse druivenrassen geteeld (officieus zouden het er meer dan duizend zijn). Die komen vaak alleen in Italië voor, en zelfs alleen in de eigen wijnzone. Italianen hebben altijd graag de wijn van hun eigen streek gedronken: hun wijncultuur kent vele lokale tradities die tot op vandaag behouden zijn gebleven.
Daarbij komt dat het hele land geschikt is voor wijnbouw, van het uiterste noorden tot het diepste zuiden. De wijndruiven worden dus geteeld in vele verschillende klimaatzones en op vele verschillende terroirs, wat zich opnieuw weerspiegelt in de wijnen: geen enkel ander wijnland biedt zoveel variatie. Voor de wijnliefhebber is Italië een paradijs, een haast onuitputtelijke bron van telkens weer nieuwe geur- en smaaksensaties. Die kunnen soms vrij extreem zijn: in Italië worden zelfs druiven geteeld op de hellingen van de vulkaan Etna.
Ondanks dit geweldige potentieel hebben de Italianen lange tijd slordig omgesprongen met hun wijnproductie. Er werden grote volumes druiven geoogst, wat leidt tot lage kwaliteit. Bovendien had het land lange tijd geen echte wijnwetgeving. In 1963 ontstond een eerste wet ter bescherming van de herkomstbenamingen: Italië werd opgedeeld in D.O.C.'s (Denominazione di Origine Controllata), vergelijkbaar met de Franse A.O.C. (Appellation d'Origine Controlée). In de jaren tachtig begon men te werken aan de huidige hiërarchie in vier trappen. Bovenaan staat de D.O.C.G. (Denominazione di Origine Controllata e Garantita), daaronder de D.O.C. De derde trap wordt ingenomen door de I.G.T. (Indicazione Geografica Tipica), vergelijkbaar met de Franse "vins de pays". We zien hier hetzelfde fenomeen als in Frankrijk: omdat er meer vrijheid is in de keuze van druivenrassen en vinificatie, zijn de landwijnen soms beter dan hun hoger geklasseerde broeders. Op de "laagste" trap staan de Vino da Tavola, maar ook zo'n Italiaanse "tafelwijn" kan de wijnen van andere klassen in kwaliteit overtreffen. Veelal gaat het hier om wijnen die tegen de regionale tradities en de wijnwet ingaan, en internationale druivenrassen gebruiken (cabernet sauvignon, merlot, syrah en andere). De zogenaamde "Super Tuscans" hebben op die manier de wereld veroverd met merknamen als Sassicaia, Ornellaia en Masseto.
Vooral toen de markt voor goedkope slobberwijn instortte, zagen de Italiaanse wijnbouwers in groten getale het licht. Ze richtten zich resoluut op lagere rendementen
en moderne vinificatie. De wereldwijde trend naar nieuwe smaken, weg van de internationale stijlen, speelt vandaag in hun voordeel omdat ze zoveel inheemse druivenrassen hebben. Sangiovese, nebbiolo en barbera zijn al gekend, maar ik voorspel ook een groeiend succes voor druiven als teroldego, corvina, refosco, de witte verdicchio, negroamaro, primitivo (de Italiaanse zinfandel), nerello mascalese, nero d'avola en andere. Aan hun wijnen moet ons smaakpalet wat wennen, maar - zo merkte de Engelse wijnschrijver Oz Clarke ooit op - een beetje pijn kan het genot verhogen.
Op korte tijd veranderde het hele aanzien van Italië als wijnland. De Chianti-streek stond lange tijd bekend voor pizzawijn in rieten mandjes, maar staat vandaag met een aantal domeinen aan de wereldtop. Ooit werden Valpolicella en Bardolino uit Veneto beschouwd als vakantiewijntjes, vandaag worden in die appellaties mooie wijnen gemaakt. En dan heb ik het nog niet over het zuiden van Italië gehad, waar het imago van de Italiaanse wijn letterlijk en figuurlijk een dieptepunt had bereikt. Nu slagen regio's als Puglia en Sicilië erin om de wijnwereld geregeld te verbazen, niet in het minst omwille van hun excellente verhouding tussen prijs en kwaliteit. De Fransen moeten goed wakker blijven.