Is er een wijnmaffia?
Hoe ingewikkelder het wijnland, hoe meer kopers voor bekende namen kiezen. Maar zelfs die kan je niet altijd vertrouwen.
Van weinig producten worden zoveel fouten aanvaard als van wijn. Zo wordt geschat dat 5 à 10 % van de wijnen kurk heeft, een defect dat de wijn muf doet geuren en smaken. Van welk ander product zouden we een dergelijke foutenratio accepteren? Meer nog: als tijdens een degustatie blijkt dat een wijn kurk heeft, schijnen wijnliefhebbers dat zelfs boeiend te vinden. Ten eerste is er altijd iemand die het vòòr de anderen triomfantelijk opmerkt, waardoor hij zich als kenner kan profileren. Vervolgens ontspinnen zich levendige discussies over de vraag of het wel om kurk gaat, en zo ja, over de gradatie ervan, en over waar die fout dan wel vandaan komt. Over dat laatste bestaan immers nog altijd verschillende meningen en theorieën: mocht men het echt weten, dan zou men het probleem wellicht kunnen vermijden. Wijnliefhebbers schijnen er zich zelden druk om te maken: het gebeurt nu eenmaal. Hetzelfde geldt voor geoxideerde wijnen of wijnen met azijn- en andere niet bedoelde aroma's: in plaats van een dure eed te zweren nooit meer bij die producent te kopen, beginnen wijnliefhebbers zich pas dan echt te amuseren. Ze gaan vrolijk in de clinch met elkaar over de juiste benaming van het defect en de mogelijke oorzaak ervan: een nieuwe gelegenheid om elkaar met kennis te overtroeven. Idem dito voor slechte jaargangen, wijn van onrijpe druiven, onzuivere wijn waarin druiven met schimmels werden verwerkt, magere wijn die een overdosis eikenhout te verwerken kreeg ... Geen wijnliefhebber die er zich kwaad over maakt, integendeel: het is telkens weer een aanleiding voor geanimeerde gesprekken. Nooit gezien dat kopers zich zo kunnen vermaken met defectueuze producten die ze zo duur betaald hebben. En niemand die ooit eens deze eenvoudige vraag stelt: is de wijn die op het etiket staat, wel de wijn die in de fles zit? Of: zou er gif in deze wijn zitten? Algemene stilte. Ongeloof. Hier en daar gegniffel. Werkelijk àlles kunnen we ons van wijn voorstellen, dat hij stinkt naar de riool en naar afwaswater smaakt, maar dat er bewust mee zou gesjoemeld zijn, nee toch?
We gaan er al te makkelijk van uit dat wijn een product van passie is, en dat producenten even grote wijnliefhebbers zijn als wijzelf. Dan bedrieg je elkaar toch niet? Maar het gebeurt. En geen kenner die het opmerkt.
Nochtans hebbben vooral de Europese wijnlanden strenge regels uitgevaardigd over wijn, en de controles zijn eveneens streng. Maar je kan nu eenmaal niet op elk moment in elk wijndomein in de wijngaard en wijnkelder staan.
Soms komt fraude aan het licht, zoals op het Toscaanse domein Castello Banfi dat wettelijk niet toegelaten (en goedkopere) druiven had toegevoegd aan zijn Brunello di Montalcino, een van de duurste wijnen ter wereld. Maar hoeveel gevallen blijven er verborgen?
Fraude is van alle tijden en sectoren, en de reden is altijd heel eenvoudig: meer geld verdienen. Vandaar dat vooral de grote namen in de wijnwereld een gegeerd doelwit zijn: met de duurste flessen kan het meeste verdiend worden. Bovendien worden die flessen het makkelijkst gekocht: heel wat kopers begrijpen weinig van de indeling in appellaties, zeker in landen als Italië waar die heel ingewikkeld is, en vertrouwen dan op de bekendste namen.
Waaruit bestaat zo'n fraude dan precies? Het kan gaan van vrij onschuldige tot regelrecht misdadige operaties. Je kan bijvoorbeeld méér druiven produceren dan volgens de regels van de appellatie is toegelaten. Op die manier maak je meer wijn en kan je dus meer flessen verkopen. Maar in de wijnwereld is kwantiteit omgekeerd evenredig met kwaliteit: als elke wijnrank meer druiven produceert, zijn de druiven minder rijp, aromatisch en geconcentreerd. Dat heeft een negatieve weerslag op de wijn, die echter onder dezelfde naam verkocht wordt tegen dezelfde hoge prijs. Natuurlijk bestaan er controles om na te gaan of het toegelaten aantal hectoliter wijn per hectare niet werd overschreden. Maar er bestaan evenzeer methoden om die te omzeilen. Bijvoorbeeld: flessen in het zwart verkopen aan wijntoeristen.
Een andere methode (zoals bij Castello Banfi) is het mengen van de verplichte druiven met andere, niet toegelaten soorten. Die laatste zijn goedkoper, dus wordt het maken van de wijn goedkoper, terwijl de verkoopprijs dezelfde blijft. Gevolg: meer winst. Het paradoxale is dat de wijn daardoor niet noodzakelijk slechter wordt: zeker in jaargangen met weinig zon en veel regen kan het toevoegen van rijpere druiven uit andere streken de wijn meer kracht en body geven. Maar het is dan wel niet meer dezelfde wijn.
Vermits bepaalde wijnen zijn toegetreden tot de wereld der luxeproducten, hoeft het geen verwondering te wekken dat de namaakmaffia ook hier actief is. Zo moeilijk is het niet om een fles met etiket, kurk, capsule en zelfs een inscriptie in het glas na te maken. Je giet er een goedkope wijn in, en hij is klaar voor verkoop. Vermits die wijnen bovendien vaak speculatie-objecten zijn, worden ze zelden gedronken, alleen gekocht en weer verkocht. Niemand die de vervalsing opmerkt. Uiteraard willen gereputeerde wijndomeinen zich daartegen beschermen, bijvoorbeeld door elke fles een uniek "serienummer" te geven, waardoor de koper kan nagaan of zijn fles wel degelijk van het domein komt. De peperdure Pétrus uit Pomerol gebruikt zelfs een speciaal label dat slechts onder een welbepaalde lichtbron een code onthult.
Tot hiertoe ging het enkel om fraude die een aanslag op onze portemonnee betekent. Maar er is ook fraude die onze gezondheid bedreigt, ja soms levensgevaarlijk is. Zo kwam aan het licht dat er giftige stoffen waren gevonden in sommige goedkope Italiaanse wijn. Meestal gebeurt dat om de wijn beter te doen lijken dan hij is. Het doet denken aan het wijnschandaal van 1985 in Oostenrijk, toen het schadelijke product glycol werd aangetroffen, bedoeld om wijn een vollere indruk te geven. Hoewel heel wat wijnbedrijven er niets mee te maken hadden, klapte de hele Oostenrijkse wijnbusiness in elkaar. Vandaag heeft het land de strengste wijnwetgeving van Europa.
Maar misschien moet het overal nòg strenger? In 2006 werd een studie gepubliceerd waaruit blijkt dat in wijnen van heel wat beroemde domeinen een veel te hoge dosis residuen van pesticiden werd aangetroffen, waarvan sommige kankerverwekkend. Het resultaat van het doorgedreven gebruik van chemische middelen in de wijngaard om de druiven tegen ziektes en schimmels te beschermen. Geen echte fraude dus, maar even alarmerend.