De top van Bordeaux
Het Bordelese klassement in "grands crus classés" bestaat al meer dan anderhalve eeuw. Een portret van de top vijf.
In 1855 werd in Haut-Médoc een klassement van wijndomeinen opgesteld, gebaseerd op de toenmalige verkoopprijs van hun wijnen. Men ging ervan uit dat de duurste wijnen ook wel de beste zouden zijn, want waaraan hadden zij anders hun hoge prijs verdiend? Vanaf dat moment konden 61 Bordelese wijndomeinen (allemaal uit Haut-Médoc, behalve Haut-Brion uit Graves) de eretitel "Premier", "Deuxième", "Troisième", "Quatrième" of "Cinquième Grand Cru Classé" aan hun domeinnaam toevoegen.
Tot op vandaag is dit klassement ongewijzigd gebleven. Alleen Château Mouton-Rothschild promoveerde in 1973 naar de eerste rang, dankzij stevig lobbywerk van de familie Rothschild, zodat de lijst van "Premiers Grands Crus Classés" vanaf dan vijf namen telde: Haut-Brion, Margaux, Latour, Mouton-Rothschild en Lafite-Rothschild.
Dat de "grands crus classés" al meer dan 150 jaar bestaan, is opmerkelijk. Het klassement heeft immers vele stormen van kritiek moeten doorstaan. Meermaals werd het basiscriterium, de prijs, in twijfel getrokken. Bovendien is de tijd sinds 1855 niet blijven stilstaan. Sommige wijndomeinen gingen door perioden waarin zij hun vroegere reputatie niet meer waard waren. Andere investeerden zodanig in kwaliteit dat zij een opname in de lijst verdienden. Desondanks bleef het klassement overeind.
Sterker nog: de toppers bleven in prijs stijgen. Kennelijk zijn er altijd voldoende rijken in de wereld te vinden om de meest waanzinnige prijzen te betalen voor een mythische naam. En mythevorming heeft altijd een grote rol gespeeld bij deze topkastelen. Dat weten zij heel goed. Vandaar dat ze zoveel investeren in uiterlijke aspecten: de architectuur van de gebouwen, de uitstraling van de kelders, de decoratie. Zo kunnen wijnliefhebbers uit de hele wereld met stijl en grandeur ontvangen worden. "Dat is onze vorm van communicatie", zei directeur Jean-Philippe Delmas van Haut-Brion mij, "Mensen komen hier en vertellen erover wanneer ze terug thuis zijn."
Haut-Brion, Margaux en Lafite-Rothschild kunnen hun eigen "tonnellerie" tonen, waar de houten vaten worden gemaakt. Strikt genomen is dat niet nodig, er is voldoende expertise buitenshuis te vinden. Maar het straalt traditie en vakmanschap uit.
Château Latour scheert hoge toppen qua design: in 1999 begon een grote renovatie van alle gebouwen, en het resultaat is een spectaculaire confrontatie tussen de oude architectuur en hypermoderne elementen in glas, staal en beton. Het is eraan te zien dat de eigenaar, de zakenman François Pinault, geïnvesteerd heeft in Gucci en Yves Saint Laurent: ook Latour moest de uitstraling van een luxemerk krijgen. Bij Mouton-Rothschild (eigendom van de bekende bankiersfamilie) lijkt het dan weer of je een luxehotel betreedt. De ontvangstruimte heet trouwens "Club Mouton". En Château Lafite-Rothschild (eigendom van een andere tak van de Rothschilds) heeft haar eikenhouten vaten ondergebracht in een spectaculair amfitheater onder de grond, waar jaarlijks een klassiek concert plaatsvindt.
Maar met uiterlijk alleen red je het niet: de kwaliteit van de wijnen moet op niveau blijven. Het publiek waarnaar deze topkastelen zich richten, is immers verwend. En ook in andere landen zijn mythische domeinen opgestaan. "We hebben weliswaar maar 10.000 kisten per jaar te verkopen", zei Jean-Philippe Delmas van Haut-Brion, "Maar weinigen kopen ons èlk jaar, en zeker niet in de minder gereputeerde jaren."
Bovendien hebben al deze domeinen ook "tweede", en soms zelfs "derde" wijnen te verkopen, en in dat segment heb je ineens veel meer concurrentie. Ze doen dan ook veel moeite om het hele traject van wijnstok tot glas tot in de kleinste details te beheersen en te verbeteren.
Zo triëren Haut-Brion, Margaux en Lafite-Rothschild hun druiven meteen in de wijngaard, om te vermijden dat de slechte druiven de goede zouden aantasten tijdens het transport naar de kelder. Haut-Brion heeft speciale gistingskuipen laten maken in twee verdiepingen, zodat zowel de alcoholische als de malolactische gisting in dezelfde kuip kunnen gebeuren. Latour heeft een enorme betonnen container gebouwd, waarin de totale wijnproductie kan ondergebracht worden na de assemblage van de verschillende druivenrassen, zodat men zekerder kan zijn dat elke fles Latour dezelfde wijn bevat. Lafite-Rothschild laat het hout voor de vaten gedurende 2 jaar drogen op het eigen domein, vooraleer er vaten van worden gemaakt.
Die investeringen zijn geen daad van barmhartigheid: ze worden doorgerekend in de verkoopprijs. En die kon het laatste decennium enorm stijgen, omdat de vraag zo enorm steeg. Zijn deze wijnen hun prijs waard? Laat er geen twijfel over bestaan: het gaat hier om zeer goede wijnen. Maar het is niet de kwaliteit, wel de wet van vraag en aanbod die de prijzen de pan doet uitrijzen. Deze kastelen zijn stuk voor stuk eigendom van bankiers of zakenlui. Als zij de kans krijgen hun prijs te verhogen, dan doen zij dat. Hoe zou u zelf zijn?