Belgische dames in Champagne
Ontmoeting met Carol Duval-Leroy en Monique Fourny
Champagne gaat er prat op dat vrouwen vaak een grote rol hebben gespeeld in de geschiedenis van de champagnehuizen. Twee ervan zijn Belgisch.
De zaken gaan goed bij het champagnehuis Duval-Leroy in Vertus. Bovenop de jaarlijkse productie van 5,9 miljoen flessen is er nu een productiefaciliteit bijgekomen voor nog eens 2,7 miljoen flessen. Eigenares Carol Duval-Leroy heeft de werken vanuit haar huis zien vorderen, ze woont er vlak naast. Het toont aan hoezeer dit champagnemerk vervlochten is met haar persoonlijke leven. Een leven dat in ... België begon.
Deze ondernemende dame werd in 1956 geboren in Ukkel, ze groeide op in Brussel en Tervuren. Haar vader was een Vlaming, haar moeder een Waalse. "En ze dronken Bollinger", zegt Carol, rechtuit zoals ze altijd is.
Toen kwam ze een Fransman tegen, Jean-Charles Duval, eigenaar en grote baas van het champagnehuis Duval-Leroy, opgericht in 1859 door twee wijnbouwers, Duval en Leroy. Carol en Jean-Charles huwden in 1980, maar elf jaar later overleed Jean-Charles onverwachts. Met haar drie zonen stond Carol er plots alleen voor. Ze had haar man echter beloofd het domein niet te verkopen en in de familie te houden. Ze nam daarom het roer over, maar drukte haar stempel.
"Op dat ogenblik produceerden we nog veel champagne voor andere merken, maar dat heb ik afgeschaft", vertelt ze, "Ik wilde maar één merk: Duval-Leroy. Voor mijn zonen heb ik zelfs een officiële naamsverandering bekomen: ze heten nu Duval-Leroy in plaats van Duval. Ze zijn de zesde generatie van vader op zoon, het zijn twintigers nu, bijna klaar om het bedrijf over te nemen."
Die focus op één merk liet haar toe de kwaliteit van de productie te verhogen: "Als je bijvoorbeeld champagne produceert voor private labels van supermarkten, moet je altijd op de prijs letten. Daardoor kan je niet investeren in kwalitatieve technologie. Ik heb dat doorbroken, en tegelijk onze productie opgedreven. Toen ik begon produceerden we 3 miljoen flessen, nu bijna het dubbel. Daarbij is het aantal medewerkers ongeveer stabiel gebleven, om en bij de 120 in wijngaard en productie."
De banden met haar geboorteland België haalde ze nauwer aan: samen met Duitsland en Groot-Brittannië behoort ons land tot de top 3 van haar belangrijkste exportmarkten, waar ze trouwens eigen verkoopkantoren heeft opgericht. Het gamma is uitgebreid, van scherp geprijsde cuvées voor de supermarkten tot topcuvées die alleen voor de gespecialiseerde handel en restaurants bestemd zijn.
Carol Duval-Leroy gaf ook een onmiskenbaar vrouwelijke touch aan het bedrijf: "Eén zaak wilde ik zeker niet: de term veuve aan ons merk toevoegen, zoals hier in Champagne vaak gebeurt. Veuve Clicquot is deel van een multinational, daar doet het niemand pijn als men die term gebruikt. Maar ik wilde niet elke dag in mijn eigen bedrijf herinnerd worden aan mijn persoonlijke drama, ik vind ook dat zoiets persoonlijks niet voor commerciële doeleinden mag gebruikt worden. Ik heb mijn situatie, als vrouw alleen aan het hoofd van een groot champagnehuis, op een andere manier vormgegeven. Zo heb ik onze topcuvée, van alleen grand cru-druiven, de naam Femme gegeven."
Carol Duval-Leroy kreeg in Reims de prestigieuze titel van "Chevalier de la Légion
d' Honneur". Ze werd ook presidente van de Association Viticole Champenoise, een overkoepelende organisatie die zich over alle technische problemen in de wijngaarden buigt. Dat is niet alleen een belangrijke functie, maar ook een teken dat de Champenois deze Belgische dame helemaal aanvaard hebben als een van hen.
Toevallig in hetzelfde dorp, Vertus, woont Monique Fourny vlakbij haar champagnedomein. Ze is eveneens van Belgische afkomst en huwde ook een Fransman die een champagnedomein bezat maar vroegtijdig overleed. Toch is haar verhaal anders. Haar ouders heetten Van Landeghem en waren landbouwers uit Kortrijk. Op zoek naar werk weken ze uit naar het noorden van Frankrijk, waar ze een boerderij konden kopen. Daar werd Monique in 1944 geboren. In een familie met negen kinderen werkte ze veel op de boerderij. Haar ouders praatten Vlaams onder elkaar, maar Frans met hun kinderen. Een jongeman, Fourny genaamd, die op de gronden van haar ouders kwam jagen, werd haar echtgenoot. Hij was de zoon van champagneboeren en creëerde zijn eigen merk Veuve Fourny (omdat zijn moeder weduwe was geworden). Toen hij zelf overleed in 1980, zag Monique Fourny zich verplicht de leiding van het bedrijf over te nemen, haar twee zonen waren nog tieners. Vandaag zitten ze mee in het bedrijf: Emmanuelle, de oenoloog, en Charles, verantwoordelijk voor de verkoop.
"Omdat ons merk al Veuve Fourny heette, heb ik de naam gewoon behouden toen ik weduwe werd", zo vertelt Monique, "Tegelijk zie ik het als een eerbetoon aan mijn man, ik toon daarmee dat ik nog aan hem denk en dat hij nog bij onze familie hoort. Ik stam uit de tijd toen zulke dingen nog belangrijk waren."
Haar zoon Charles komt tussen: "We hebben er wel al over nagedacht of we die term Veuve moesten behouden of niet. Er zijn immers heel wat champagnes die zichzelf louter om commerciële redenen de naam van een weduwe toeëigenen, zonder een echt familiaal merk te zijn. We vreesden over dezelfde kam geschoren te worden. Maar voor mama bleef het behoud van die term emotioneel belangrijk."
Monique Fourny is een discrete, bescheiden, broze, teruggetrokken dame. Je zou het haar niet aangeven dat zij vijftien jaar lang dit domein heeft geleid en tegelijk twee zonen heeft opgevoed. "Maar mama draagt werkethiek hoog in het vaandel", zegt Charles, "Haar Vlaamse afkomst zit daar zeker voor iets tussen. Het is nooit goed genoeg, het kan altijd beter. En als je succes hebt, mag je daarmee niet te koop lopen."
Ook de export naar België getuigt daarvan. Veuve Fourny is bij ons weinig gekend, er wordt immers uitsluitend rechtstreeks aan particulieren en restaurants verkocht. En toch vertegenwoordigt dit 25 tot 30% van de gehele productie. Weliswaar is Veuve Fourny beduidend kleiner dan Duval-Leroy: jaarlijks 160.000 flessen uit 16 hectare wijngaard (waarvan de helft in eigen bezit). Maar alle druiven zijn "premier cru", afkomstig uit Vertus. En de aandacht voor kwaliteit is maniakaal, dat wordt bevestigd door een proeverij van het hele gamma. Opvallend kenmerk, van basis- tot topcuvée: zelfs de "dosage" (de aanzoeting vòòr het kurken) gebeurt discreet. Dat wordt in Champagne helaas steeds zeldzamer.