Biodynamiet in de wijnwereld
Wijnbouwer Nicolas Joly uit de Loirestreek zette in de wijnwereld een beweging in gang, die niet meer te stuiten bleek. De biodynamie.
Dat de biodynamisten chemische middelen uit hun wijngaarden bannen, dat kan je perfect volgen, ja zelfs aanmoedigen. Dat ze alleen de eigen gisten van de druif gebruiken om de gisting op gang te brengen: prima, het maakt de wijn vaak lekkerder. Dat de wijnstok en de wijn een eigen leven leiden, en dat de mens daar niet teveel in moet tussenkomen: halleluja, daar drinken we op. Manuele oogsten, geen concentratietechnieken, geen toevoeging van suiker of zuur, geen artificiële aromaten, een minimaal gebruik van zwavel, geen klaring, geen filtering, de wijn de tijd laten om zich op natuurlijke wijze te ontwikkelen en te stabiliseren: we kunnen het alleen maar toejuichen.
Maar de biodynamisten hebben het ook over kosmische krachten die inwerken op de wijngaarden, de gisting en de rijping. Over behandelingen van de wijngaard die slechts op bepaalde ogenblikken van de dag of nacht mogen gebeuren. Over preparaten in homeopatische dosering die in de hoorn van een stier gestopt worden, waarna het geheel wordt begraven in de wijngaard: dit zou een weldadig effect op de wijnstokken hebben. In tegenstelling tot electriciteit en inox die uit de vinificatiekelders moeten verdwijnen, omdat ze schadelijk zouden zijn voor wijn en mens. En o ja: het paard moet absoluut opnieuw in de wijngaard komen, in plaats van al die machines.
Van dergelijke opvattingen kan een mens, opgevoed in de traditie van Descartes en de Verlichting, wel eens sceptisch worden.
Maar dan ben je aanwezig op een voordracht van de pionier van de biodynamische wijnbouw, Nicolas Joly, en zonder het zelf te willen, raak je enthousiast, meegesleept door de enorme energie en overtuigingskracht die de man uitstraalt. Hij maakt overigens zelf uitstekende wijn in zijn Clos de la Coulée de Serrant in de Loirestreek.
Het wordt de biodynamisten wel eens verweten dat ze al het bestaande overboord willen gooien, dat ze dus eigenlijk destructief zijn. Maar dat is niet het uitgangspunt van Joly. Hij vindt het stelsel van de Franse appellations controlées niet verkeerd, integendeel, hij wil het in ere herstellen. "Omdat het een fantastische uitvinding is", zo betoogt hij, "Maar we hebben de oorspronkelijke filosofie – een wijn maken die de expressie is van zijn terroir – vernietigd."
Als de man op dreef is, is hij niet te houden. Hij praat met veel vuur, en volledig voor de vuist: "Wijnscholen bieden geen vorming, maar misvorming. We leren niets meer over hoe we de natuur kunnen doen leven, maar over hoe we haar kunnen vernietigen."
Dat een aantal overtuigingen van de biodynamie niet wetenschappelijk gestaafd is, vindt hij geen argument: "Waar zit de natuurlijke kracht die beenderen, haar en huid maakt? Is daar een wetenschappelijke verklaring voor? Waarom praten wij over de behandeling van planten altijd in termen van hoeveelheden, en wordt er gelachen als wij zeggen dat biodynamische preparaten over frequenties gaan? Als wij telefoneren met elkaar, dan praten wij toch ook niet over hoeveelheden maar over frequenties? En toch verstaan we elkaar, hebben we contact met elkaar. Wat is overigens zo wetenschappelijk aan de methode waarbij we eerst de natuurlijke gisten in de wijngaard vernietigen, en vervolgens fabrieksgisten moeten kopen omdat we anders geen wijn kunnen maken?"
Joly verstaat de kunst om een publiek te bespelen en te beroeren. Zijn discours is vaak emotioneel, maar bezit tegelijk een sterke innerlijke logica en structuur: "Een wijn leeft van krachten van boven, de zon, en van krachten van beneden, de bodem. Daarom reiken de bladeren van de wijnstok naar boven, en groeien zijn wortels naar beneden. Het enige wat wij, biodynamisten, proberen te doen is het versterken van deze krachten, de krachten die de plant naar boven trekken, en deze die de plant naar beneden trekken."
Vandaar dat biodynamisten nooit de bovenste top van de wijnstok afsnijden wanneer ze gebladerte wegnemen. En dat ze de grond niet kunstmatig bemesten zodat de plant ertoe gebracht wordt haar voedsel diep in de grond te zoeken.
Dat biodynamische wijnen gezonder zijn, is aannemelijk. Overigens voel je dat aan je maag en je hoofd, vooral als je enkele glazen teveel hebt gedronken. Maar de biodynamisten beweren ook dat ze het optimale uit de natuur halen, en dat hun wijnen bijgevolg lekkerder, complexer, dieper zijn. Hieromtrent is mijn ervaring gemengd. Er zijn zeker wijnen die zuiverder en aromatischer voor de dag komen, met krachtiger en expressiever fruit, en met een naturel die op een zachte en zorgvuldige vinificatie wijst. Maar er zijn ook regelrechte mislukkingen bij, soms zelfs wijnen met azijnsteek, die met de mantel der biodynamische liefde bedekt worden.
En – niets menselijks is de biodynamische wereld vreemd – er zijn ook de opportunisten, die in deze trend een manier zien om hun slabakkende verkoop nieuw leven in te blazen.
Zoals altijd: eerst proeven is de boodschap.