De zwarte wijn van het zuiden
Dichtbij de Franse Pyreneeën groeit een druif die slechts weinig wijnliefhebbers kon bekoren. Maar daar is verandering in gekomen.
De naam zegt het al: de tannatdruif heeft een hoog gehalte aan tannines. Traditioneel leverde ze taaie en stugge wijnen op, die jaren flesrijping nodig hadden alvorens drinkbaar te zijn. Wijn om op te kauwen was het, wijn waarvan je mond droog samentrekt. Neem daarbij een sombere zwarte kleur, een geur die doet denken aan een boerenerf of een leerlooierij, en bittere tonen van laurier en jeneverbes. Sommige wijnliefhebbers - op zoek naar extreme geuren en smaken - konden daar best tegen, en werden zelfs een fan van deze tegendraadse druif. Maar bij de gemiddelde wijndrinker sloeg tannat niet aan. Vandaar dat de Franse bakermat van deze druif, het Baskische gebied dicht tegen de Pyreneeën, lange tijd in de schaduw bleef. De appellatie Madiran drong wel stilaan door tot onze collectieve wijncultuur. Maar namen als Béarn, Irouléguy, Tursan en Côtes de Saint-Mont spreken zelfs vandaag nog niet tot de verbeelding.
De tijden zijn veranderd. De Franse wijnwetgever begreep dat het nodig was om toe te laten de tannat te vermengen met andere druivensoorten, zoals cabernet sauvignon, cabernet franc en de lokale fer servadou. Het ontstelen en ontpitten van de tannatdruiven werd verplicht, om de tannines tot een minimum te beperken. En vooral de moderne wijntechnologie heeft dit zuidwestelijke wijngebied van Frankrijk nieuw leven ingeblazen, want ze maakte het mogelijk om de tannines te verzachten en de fruitigheid te benadrukken.
In 1990 vond een wijnbouwer in Madiran, Patrick Ducournau van het domein Chapelle Lenclos, zelfs een nieuwe techniek uit: de micro-oxygenatie. Daarbij wordt via een systeem van plastic buisjes gecontroleerde hoeveelheden zuurstof in de tanks of vaten binnengebracht. Op die manier slaagde Ducournau erin de harde vegetale toetsen van de tannat te vermijden, en de wijn sneller drinkbaar te maken. Het systeem bleek zo ingenieus dat het later werd overgenomen door tal van producenten van de grote bordeauxwijnen. Ducournau maakt overigens nog altijd uitstekende Madiran.
Maar de echte "apostel van de tannat" - want zo wordt hij genoemd - is Alain Brumont. Reeds in de jaren tachtig kwam hij op het waanzinnige idee om wijnen van puur tannat te maken. Iedereen verklaarde hem voor gek, maar de man bleek tannat aan te voelen als geen ander: hij maakte er schitterende wijnen mee, en de vonk sloeg over. Eerst op enkele fanatieke wijnliefhebbers, vandaag ligt de hele wereld aan zijn voeten. Zijn Château Montus is een internationaal merk geworden, en met zijn Château Bouscassé gaat het dezelfde weg op. Overal waar tannat geteeld wordt, wordt hij gevraagd om advies. En of hij alstublieft de kwaliteitsstempel "Alain Brumont" op de flessen wil zetten. Tegen betaling, natuurlijk. Maar Brumont blijft de eigenzinnige wijnbouwer die hij altijd is geweest. "Ik zet mijn naam alleen op de wijnen die ik voor honderd procent kan controleren, van de wijngaard tot in de fles", zei hij mij toen ik hem ontmoette, "Ik heb geen twintig jaar gewerkt om tannat groot te maken en die status in een paar jaar weer kwijt te spelen."
Zelf relativeert hij zijn koppigheid: "Als je met tannat bezig bent, kan je niet anders dan compromisloos zijn. Want de druif zelf verdraagt geen compromissen."
Sinds Brumont op 33-jarige leeftijd met zijn onmogelijke project begon, heeft hij zijn heimat goed leren kennen, en de beste terroirs voor zijn wijnen uitgekozen. Hij slaagde erin Madiran te maken die kan wedijveren met de klassieke bordeauxwijnen.
Vandaag beschikt hij over een heel gamma wijnen: van Montus over Montus Prestige naar Montus XL die 40 maanden op nieuwe eikenhouten vaten van 400 liter heeft gerijpt. Daarnaast ook wijnen van Château Bouscassé, tweede wijnen, witte wijnen, landwijnen van de Gascogne, en zoete wijn van Pacherenc du Vic Bilh. Dat succes had hij ongetwijfeld niet voorspeld toen hij meer dan 25 jaar geleden het kleine wijndomein van zijn vader overnam.
Zelf beschouwt hij zijn wijn als "een wijn van de Nieuwe Wereld", omdat geur en smaak afwijken van het klassieke Franse register. De tannat heeft trouwens internationale uitstraling gekregen. In Zuid-Amerika is men er dol op. In Uruguay ontdekte men dat een bepaalde inheemse druif eigenlijk tannat was. Vandaag heeft Uruguay er zijn doorbraak als wijnland mee geforceerd. Door het specifieke klimaat worden tannatwijnen er gekenmerkt door rijpe tannines en een elegante smaak van zwart fruit. Aan de Franse Pyreneeën blijven ze nog altijd stevig gestructureerd, maar ze zijn onmiskenbaar ronder geworden. Dat betekent dat ze nog altijd goed samengaan met worst en stoemp, kool en spruitjes, stoofschotels en confits . Maar een moderne Madiran kan vandaag een even perfecte begeleider zijn van een zomerse barbecue.