Wijnkastelen als belegging
Op vraag van een bedrijf of een vereniging ga ik wel eens spreken over wijn. Het valt mij dan op hoezeer de mythe van Bordeaux nog altijd leeft in Vlaanderen.
Hoeveel wijnen van andere landen en streken ook ingevoerd worden in ons land, hoe lekker en goedkoop en origineel die wijnen ook kunnen zijn: als het er echt op aankomt - als men het echt over Wijn wil hebben - dan kan je in Vlaanderen niet ontkomen aan Bordeaux, en zeker niet aan de grands crus classés aldaar. Niet dat men noodzakelijkerwijs van plan is om die aan te kopen. De hoge prijzen maken die wijnen voor velen onbereikbaar. Maar net dat schijnt de mythe van Bordeaux nog te versterken. Wat onbereikbaar is, wordt mythisch.
Als ik die mythe dan doorprik door te vertellen dat achter vele van die wijnkastelen grote bedrijven, fondsen en zakenlui zitten, die in de eerste plaats uit zijn op een waardevaste belegging, dan zie ik vaak teleurgestelde gezichten. Kennelijk blijft men liever geloven in het magische terroir en savoir-faire van Bordeaux, in het mooie verhaal van wijnkastelen die de tand des tijds getrotseerd hebben en generaties lang binnen dezelfde familie zijn gebleven. Dat geeft aan het drinken van wijn een emotionele dimensie, die men niet graag opgeeft.
De realiteit is vaak anders. Ik overloop wel eens, met enig sardonisch genoegen,
het lijstje van eigenaars van Bordelese grands crus classés. Naarmate dat lijstje vordert, zie ik in het publiek steeds meer ogen groot open gaan van verbazing.
Misschien blijft u zelf ook liever geloven in de mythe. Dan raad ik u aan om nu te stoppen met lezen.
Château Cantemerle is eigendom van de SMABTP (Mutuelles d'Assurance du Bâtiment et des Travaux Publics). De investeerdersgroep Colony Capital Europe bezit Château Lascombes. De Amerikaanse zakenbankier Clarence Dillon is eigenaar van Château Haut-Brion, zijn collega Robert Wilmers van Haut-Bailly. De multinationale verzekeringsmaatschappij Axa heeft een aparte vennootschap gecreëerd voor haar belangen in de Bordelese wijnbusiness, Axa Millésimes. Daartoe behoren de kastelen Pibran, Pichon-Longueville Baron, Suduiraut en Petit Village. Multinationals van luxeproducten lieten ook hun oog vallen op Bordelese kastelen. François Pinault, eigenaar van onder meer Gucci en Yves Saint Laurent, kocht Château Latour. Bernard Arnault, topman van LVMH (Louis Vuitton Moët Hennessy), kocht samen met onze landgenoot Albert Frère Château Cheval Blanc.
De industriële groep Bouygues (met belangen in de bouw- en mediasector) verwierf Château Montrose. De groep Ballande, actief in de ontginning van ertsen, is eigenaar van Château Prieuré-Lichine. De Japanse dranken- en voedingsgroep Suntory kocht Château Lagrange en is mede-eigenaar van Château Beychevelle.
De Nederlandse zakenman Albada Jelgersma (van de voedingsretailgroep Laurus) kocht Château Giscours en du Tertre. Gérard Perse, eveneens uit de voedingsretail, bezit Château Pavie, Pavie-Decesse en Monbousquet. Michel Reybier exploiteert Cubaanse petroleum en verwierf Cos d'Estournel.
Al deze multinationale groepen en zakenlui hadden voordien niets met wijn te maken, en - eerlijk gezegd - nu nog altijd niet. Ze stellen oenologen en managers aan die het eigenlijke werk doen. En al zal er ongetwijfeld ook passie voor wijn meespelen, meehèlpen bij de snoei en de pluk zie ik deze eigenaars niet doen.
Waarom ze dan toch zo'n wijnkasteel kopen? Omdat ze ervan uitgaan dat het een zekere belegging is. In de eerste plaats is het een patrimonium, uniek in de wereld. Daarnaast is het een wereldbekend merk, evenzeer uniek. Er is maar één Latour, één Haut-Brion en één Cheval Blanc, dus zal er altijd vraag naar zijn. Het aantal rijken dat zich dergelijke wijnen kan permitteren, groeit trouwens alsmaar aan.
Pierre Lurton, directeur van Cheval Blanc, zei mij ooit, breed lachend: "Elke dag dat ik opsta, zijn er weer enkele duizenden mensen bijgekomen die onze wijn kunnen kopen."
Ik hoorde dat het sinds de crisis toch ietsje minder is geworden.