Een Limburger in Bordeaux
Van verkoper bij een Vlaams wijninvoerder tot topman van een van de beroemdste wijnkastelen ter wereld, èn ook zelf eigenaar van twee wijndomeinen. Justin Onclin pendelt tussen Limburg en Bordeaux.
Als quatrième grand cru classé is Château Prieuré-Lichine in Margaux wereldbekend. Minder bekend is dat achter dit kasteel een Vlaming staat: Justin Onclin. Hij kocht Prieuré-Lichine in 1999, samen met een financiële partner, en heeft er sindsdien de leiding over. Vervolgens kocht hij, helemaal alleen deze keer, Château Branas-Grand-Poujeaux in Moulis en Château Villemaurine in Saint-Emilion. Daarnaast is hij met zijn firma Sovex al vele jaren een van de grote négociants in Bordeaux, de handelshuizen die de Bordelese topwijnen rechtstreeks van de kastelen afnemen en over heel de wereld distribueren, onder meer in België. Daar begon voor Onclin alles, als verkoper van een Limburgs wijninvoerder.
"Niets in mijn studies wees erop dat ik in de wijn zou terechtkomen. Van opleiding ben ik vertaler-tolk, nadien studeerde ik economie bij aan de Universiteit van Diepenbeek. Maar mijn ouders hielden wel van wijn, ze hadden een mooie kelder. En zo kwam ik in contact met een wijninvoerder, waar ik commercieel directeur werd. Maar algauw zag ik dat de echte wijnhandel zich elders afspeelde, namelijk op de place de Bordeaux, waar de handelshuizen gevestigd zijn die 95% van de productie van de grote wijnkastelen kopen. Het zijn die handelshuizen die de allocaties bepalen, de hoeveelheden wijn die elk land kan krijgen. In al mijn naïviteit trok ik er naar toe om zo'n handelshuis op te richten. Ik was de eerste Belg die zoiets deed, en in het begin had ik het moeilijk. Door mijn vroegere job kende ik wel enkele kasteeleigenaars. Maar om een leefbaar bedrijf te hebben, moest ik meerdere eigenaars overtuigen."
Het was het begin van de jaren 1980: zat iemand te wachten op nog een négociant?
"Wijnkastelen zijn altijd geïnteresseerd om met meerdere handelaars tegelijk te werken, omdat ze daardoor hun distributie verbreden. Wereldwijde verspreiding en bekendheid zijn belangrijk voor hen. Er waren toen ook meer wijnkastelen die nog ontdekt moesten worden. Zo heb ik Monbrison uit Margaux en Fonbadet uit Pauillac gelanceerd. Mijn sector was het noorden van Europa, België incluis. Aanvankelijk kocht ik alleen de wijn die ik op voorhand al verkocht had. Ik stockeerde niets en werkte alleen met wat administratieve ondersteuning in Bordeaux, de rest deed ik vanuit Limburg. Maar dat was niet houdbaar. Om bepaalde condities af te dwingen ben je verplicht om vooraf te kopen. En als je voelt dat een bepaalde jaargang in prijs zal stijgen, moet je er vroeg genoeg bij zijn. Dus kocht ik in 1987 grond in Bordeaux waarop ik stockageruimtes bouwde. Mijn firma Sovex kende een groei die mijn verwachtingen oversteeg."
Onclin leerde de schommelingen van de Bordelese wijnmarkt kennen.
"Speculatie is een onderdeel van de wijnbusiness in Bordeaux. Er zijn négociants die wijnflessen kopen alsof ze aandelen kopen: ze hopen op een prijsstijging, en pas dan gooien ze die flessen op de markt. Daar is ook een risico aan verbonden, want de prijs kan net zo goed dalen. Dat is gebeurd met de jaargang 1997. Maar wie de jaargang 1982 gekocht en pas later verkocht heeft, heeft gouden zaken gedaan. Ikzelf ben geen speculant, ik verkoop het grootste gedeelte van mijn aankopen meteen. Slechts een klein deel van de echt goede jaren houd ik bij, om ze pas later aan te bieden. Maar zelfs goede jaren dalen soms in prijs. Zo heeft het jaar 1989 mij financieel pijn gedaan. Nu wordt dit als een groot jaar beschouwd, maar toen was het moeilijk om het aan een redelijke prijs te verkopen. Gelukkig kwam nadien 1990, waarvan de prijzen veel lager waren omdat iedereen nog met voorraad uit 1989 zat. En de prijs voor 1990 is naderhand wel de hoogte ingeschoten."
Voelt Onclin de huidige crisis in Bordeaux?
"De crisis treft vooral de kleinere domeinen. Maar de topkastelen blijven waakzaam. In de tweede helft van de jaren 90 leefde Bordeaux in een hype, door de groeiende vraag uit Azië en Amerika. Als gevolg daarvan werd 1997, een matig jaar, te duur aangeboden. Zowel wij als onze klanten hebben daardoor geld verloren. Niemand geraakte er van af. Eigenlijk wist iedereen dat dit zou gebeuren, maar als je van een bepaald kasteel geen 1997 wilde kopen, riskeerde je als distributeur geschrapt te worden: er waren geïnteresseerden genoeg om je plaats in te nemen. Ook onze klanten, de invoerders, kochten aan, omdat ze hun allocaties voor de volgende jaren niet wilden verliezen. Maar de grote wijnkastelen hebben uit die periode geleerd dat zij er zelf geen belang bij hebben dat de distributie met veel onverkochte flessen blijft zitten. Ze kunnen wel dreigen om van distributeur te veranderen, maar ook die zal er mee blijven zitten. Vandaar dat de kastelen vandaag meer letten op de financiële draagkracht van de négociant, en op de kracht van zijn verkoopnet. Als je dat kan bieden, kan je al eens minder afnemen van een bepaald jaar of een aankoop uitstellen in afwachting van de prijsevolutie, zonder daarom je allocatie te verliezen."
Ondanks het snelle succes van zijn handelshuis, bleef de ultieme droom van Justin Onclin: een eigen wijnkasteel.
"De wijnhandel is een fantastische business, maar een eigen wijn maken, dat is toch nog mooier. Mijn passie voor de wijn was zo groot geworden dat ik op zoek ging om dat ideaal te verwezenlijken. Zo kwam ik terecht bij Sacha Lichine, zoon van de legendarische Alexis Lichine, een uitgeweken Rus met een enorme wijncultuur. Hij was négociant, eigenaar van Prieuré-Lichine en Lascombes, en schrijver van vele boeken over wijn. Na zijn overlijden in 1989 geraakte Prieuré-Lichine in financiële moeilijkheden, en zo kreeg ik de kans het over te nemen. In het licht van de huidige prijzen was de prijs zeer redelijk. Maar het ging toch nog om bijna anderhalf miljard oude Belgische frank, en alleen kon ik dat niet ophoesten. Daarom zocht ik een financiële partner, de industriële groep Ballande die onder meer nikkel ontgint in Nieuw-Caledonië. Die was op zoek naar waardevaste beleggingen, en een grand cru classé komt daarvoor in aanmerking. Het operationele beheer is echter volledig in mijn handen."
De verkoop van het 70 hectare tellende domein was in juni 1999 achter de rug, enkele maanden vòòr de oogst. Justin Onclin moest dus meteen aan het werk om van deze jaargang nog iets te maken, want zowel de wijngaard als de technische installaties waren verwaarloosd.
"Ik heb zeer snel veel veranderingen doorgevoerd. Eerst en vooral in de wijngaard, waar we alles doen om druiven van topkwaliteit te bekomen. Als oenoloog trok ik Stéphane Derénoncourt aan, intussen de steroenoloog van Bordeaux. We triëren de druiven vòòr en nà het ontstelen, om elke vegetale toets te vermijden. We gebruiken geen pompen, de druiven duwen elkaar traag verder via een buis naar de gistingskuip. We letten op elk detail, en tijdens de oogstperiode ben ik altijd ter plaatse om iedereen te motiveren. Want het is niet voldoende dat je met veel mensen bent om druiven te selecteren: ze moeten het ook daadwerkelijk doen."
Justin Onclin slaagde erin om Prieuré-Lichine terug te brengen naar waar het thuishoort: aan de top. En hij had de smaak te pakken. Hij kocht een totaal verwaarloosd kasteel in Moulis, een van de zes topgemeenten in Médoc: Château Branas-Grand-Poujeaux. De eerste jaargangen zaten meteen goed, vooral de 2003 was buitengewoon geslaagd. Onclins dochter Carmen – die een intensieve cursus oenologie had gevolgd - nam de leiding over dit domein, samen met haar man die oenoloog is.
Justin Onclin: "Ik ben nog altijd volop bezig om mijn activiteiten uit te breiden. Zowel mijn zoon als mijn dochter hebben dezelfde passie voor wijn als ik. Het feit dat zij klaarstaan om mij op te volgen, motiveert mij en stemt mij zeer gelukkig."