Twintig jaren
In de waanzinnige prijshausse van de Bordelese topdomeinen is het een verademing naar een proeverij te gaan van een domein uit Bordeaux dat grote kwaliteit levert terwijl de prijzen redelijk blijven. Ik heb het over Château Grand Renouil, gelegen in Canon-Fronsac. Deze appellatie is minder gekend dan zijn nabije buren Pomerol en Saint-Emilion, meteen een belangrijke verklaring waarom het prijsniveau lager ligt (afhankelijk van het jaar kost een fles Grand Renouil tussen 20 en 25 €).
Bepaalde terroirs in Canon-Fronsac hoeven nochtans niet onder te doen voor sommige van zijn beroemde buren. Zo ligt de kleine wijngaard van Grand Renouil (5,5 hectare) op een helling, en bevat de bodem veel kalk. Eigenaar en wijnmaker Michel Ponty nam het domein in 1980 over van zijn familie, de wijnstokken (alleen merlot) zijn gemiddeld 50 jaar oud.
De moderne Bordelese vinificatiemethoden zijn niet aan hem besteed, zo laat hij de gisting gebeuren in kuipen van beton. Enkele decennia geleden werd dit materiaal massaal vervangen door inox. Vandaag grijpen heel wat wijndomeinen, en niet van de minste, terug naar beton. Alles komt terug.
Ponty is ook niet zo gebrand (bij wijze van spreken) op nieuw eikenhout: slechts 30% van de oogst rijpt op nieuwe vaten. Eén van de redenen waarom zijn wijnen al vroeg in hun leven een harmonieuze en versmolten indruk geven.
Michel Ponty is niet zoals die Bordelese kasteeleigenaars die alleen naar België komen als de Amerikanen en Chinezen plots wat minder bestellen. Hij is in ons land al vele jaren kind aan huis, bij heel wat privé-wijnliefhebbers, restaurateurs en invoerders. Deze keer nodigden Ponty en zijn echtgenote - een waarlijk charmant koppel - ons uit op een indrukwekkende verticale degustatie van Grand Renouil, die terugging tot 1989. Opnieuw deed hij het anders dan de meeste Bordelezen, die in zo'n geval alleen hun goede jaargangen meebrengen. Ponty had ook minder gereputeerde jaren bij, zoals 2007, 2002, 1997, 1993 en 1991. Enkele daarvan vielen best mee: in het bijzonder 2002 en 1991 waren verrassend fijn en evenwichtig.
In een verticale degustatie komen de gekende verschillen tussen de jaargangen doorgaans duidelijk naar voor. Maar altijd zijn er verrassingen. Zo kwamen de 1995 en 2005 minder goed voor de dag, hoewel het inherente potentieel aanwezig is. Slechts drie millésimes waren er niet: 1999, 1994 en 1992. "Omdat ik geen flessen meer heb", zei Ponty.
Wat een genot en een plezier om twintig jaren Bordelese wijngeschiedenis aan je voorbij te zien trekken. De oudste waren de ontegensprekelijk grote jaren 1989 en 1990: volmaakt rijpe wijnen die het stadium van het boeket en het geconfijte fruit bereikt hebben, en de eerste toetsen van herfstige humus vertonen. Schitterend waren ook 1996 en 1998. Laatstgenoemde jaargang - groots op de Bordelese rechteroever - was de ster van de avond, die elegantie aan kracht koppelt, een zeldzame combinatie. Maar de 96 verdedigde zich sterk: mooi versmolten, homogeen, elegant, prachtig gedefinieerd. Zoals bij vele bordeauxwijnen vertoonde de jaargang 2000 tekenen van vroegtijdige evolutie, met toetsen van overrijp fruit en volatiele aciditeit, maar toch ook complexiteit en lengte. Daartegenover stond de 2001 als een huis: vol, homogeen, rechtlijnig, met tannines die nog enkele jaren ter afronding vergen. Zoals verwacht presenteerden 2004 en 2008 zich als goede jaren, gericht op finesse en fraîcheur. De kers op de taart was een ronduit indrukwekkende en complete 2009, die de reputatie van zijn jaargang volledig waarmaakt. Gelukkig niet op het niveau van de prijs.
Invoerder: Bernard Poulet, tel. 02/414.41.39, b.poulet@skynet.be