Handen
Ik sta al een tijdje te wachten vòòr een groot, modern fabrieksgebouw. In het stijlvolle huis ernaast heb ik aangebeld, zonder resultaat. Vòòr de deur staan een Audi en een Mercedes. Ik kijk even door een raam naar binnen en zie een jonge vrouw die fitnessoefeningen aan het doen is, terwijl ze een hoofdtelefoon draagt.
Is Giorgio Rivetti zijn afspraak met mij vergeten?
Toch niet, hij komt nu in zijn (andere?) Audi aangereden, stapt uit, en drukt mij
de hand.
"Sorry dat ik te laat ben, maar ik heb een hele voormiddag in de wijngaard gewerkt, met paard en ploeg!" zegt hij.
"Niets geeft mij meer energie dan de wijngaard!" vervolgt hij enthousiast, "Ik hou van de natuur, de grond, de wijnstok. Dààr komt de wijn vandaan!"
Eigenaars van wijndomeinen weten dat het publiek zoiets wil horen. Wijn hoort niet het product van een fabriek te zijn, gemaakt door rijke ondernemers die in blitse auto's rondrijden.
Maar de handen verraden hen.
Die van Giorgio Rivetti zijn glad, zacht en blank, de nagels verzorgd gemanicuurd.
Heeft deze man de hele voormiddag in de wijngaard gewerkt?
De handen van een echte wijnboer zien er anders uit. Knoestig, eeltig, met vuil tussen de nagels dat er niet meer uit te krijgen is.
Giorgio Rivetti is een van de drie broers die het wereldberoemde domein La Spinetta in Barolo bezitten. Ze namen het in 1977 van hun vader over.
Die kweekte vooral druiven om ze te verkopen. Alleen de sprankelende Moscato d'Asti werd in eigen beheer gemaakt.
De broers hadden grootse plannen met het bedrijf en richtten zich resoluut op de internationale markt van rijke wijndrinkers. Daarvoor braken ze met de traditionele manier van wijnmaken in Barolo. Die is gebaseerd op eigen gisten van de druif, trage gisting en rijping op grote foeders van gebruikt eikenhout, zodat er geen smaak van hout in de wijn doordringt.
De broers Rivetti pakten het anders aan. Ze opteerden voor een semi-industriële productie, gericht op geconcentreerde, sterk geëxtraheerde wijnen, gerijpt in kleine vaten van nieuw eikenhout, zodat de houtinvloed duidelijk merkbaar is. Dat is de stijl van een publiek dat ook graag met blitse auto's rondrijdt.
Het legde hen geen windeieren. Het merk La Spinetta is wereldbekend en zeer duur geworden. En de broers werden grootgrondbezitters van de wijn, met ruim 100 hectare in Piemonte en 65 hectare in Toscane.
Na een degustatie - waar ik nog maar eens besef dat dit niet de wijnstijl is waarvan ik houd - nodigt Giorgio Rivetti mij uit voor de lunch.
Het wordt geen regionaal restaurantje waar wijnbouwers graag vertoeven, maar een chique tent waar ook Audi's en Mercedessen geparkeerd staan.
Giorgio is gekend hier, hij wordt met alle égards behandeld en we krijgen de beste tafel met panoramisch uitzicht over de streek.
"Aperitief?"
Zou hij mij een Moscato d'Asti laten proeven, de schuimwijn waarmee zijn vader de basis van het bedrijf legde? Ten slotte zou Giorgio dit succes niet hebben gekend als die eerste wijn er niet geweest was.
Maar nee, het wordt een rosé champagne van Gosset, uit Frankrijk.
Toevallig - echt waar - zit ook Angelo Gaja in de zaal, die andere wijnondernemer uit Piemonte die zo mogelijk nog beter geboerd heeft met zijn wijnen in de internationale stijl. De naam Gaja is wereldwijd een ijzersterk wijnmerk geworden. Hij is omringd door een gezelschap van sommeliers, een belangrijke doelgroep voor hem. Het is voor wijnproducenten immers belangrijk om vertegenwoordigd te zijn in de beste restaurants. Sommeliers vervullen ook een rol van voorschrijver naar het publiek toe.
Giorgio Rivetti gaat zijn collega groeten. Ze drukken elkaar de hand, geven elkaar schouderklopjes, lachen om elkaars grapjes.
"Wijnboeren onder elkaar!" zegt Giorgio met een knipoog, als hij terug aan de tafel komt zitten.
Ik denk dat Angelo Gaja ook gemanicuurde nagels heeft.