Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Bio en dynamisch

Biodynamische wijnen zijn de hype van de wijnwereld. Zelfs in prestigieuze restaurants prijken ze nu op de wijnkaart. De term heeft daar veel mee te maken, denk ik. "Bio" klinkt sowieso al goed, en als je daar nog de term "dynamisch" aan toevoegt, bekt het helemaal gezond. Vandaar dat biologische wijnen wel eens "biodynamisch" genoemd worden, terwijl ze gewoon gemaakt zijn van biologisch gekweekte druiven.

De biodynamie mag dan een trend zijn, haar ideeën zijn bijna een eeuw oud. In 1924 gaf ene Rudolf Steiner, een Oostenrijkse doctor in de filosofie, lezingen voor landbouwers, waarbij hij hen een van zijn fundamentele inzichten meegaf: de aarde die jullie bewerken, kan niet los gezien worden van de kosmos.

Dertig jaar later raakte een verpleegster, Maria Thun, in de ban van de leer van Steiner. Zij begon met een reeks minutieuze observaties omtrent de invloed van de stand van de maan op planten. Op basis daarvan stelde ze een biodynamische kalender op, met de meest gunstige perioden voor aanplant, snoei, bewerking van de bodem, en  bescherming tegen ziektes en insecten.

Nog eens dertig jaar duurde het vooraleer Nicolas Joly, een charismatisch wijnbouwer uit de Loire, en François Bouchet, een oenoloog, de biodynamie in de wijnbouw introduceerden. Aanvankelijk een marginaal verschijnsel, vaak onhandig toegepast, heeft ze vandaag aanhangers in gereputeerde domeinen, zelfs in traditionele wijnstreken. Zoals Anne-Claude Leflaive en Jean-Louis Trapet in Bourgogne. En Alain Moueix, afkomstig uit een klassieke Bordelese familie.

Biodynamie vertrekt van de gedachte dat in de natuur en de kosmos alles met alles in verband staat, en dat de mens dat precaire evenwicht moet respecteren. Een visie waar je je makkelijk aanhanger van kan noemen. Maar of alle zelfverklaarde biodynamisten het vervolgens aandurven om in hun wijngaard alleen de preparaten van Steiner te gebruiken, daar twijfel ik aan.

Concreet gaat het om koeiendrek en silicium, die gedurende een bepaalde periode in de hoorn van runderen - in Steiners visie een energetisch materiaal - onder de grond worden begraven. Zowel de drek (die humus is geworden) als de silicium worden vervolgens opgegraven en in homeopatische dosis vermengd met water. Door dat water krachtig te laten roteren wordt het "gedynamiseerd". Het water met de humus wordt gebruikt voor de vitaliteit van de bodem. Het water met silicium wordt over de bladeren van de wijnstokken gesproeid, wat de fotosynthese bevordert en de plant sterker maakt zodat ze zich van nature kan beschermen tegen ziektes en insecten. Er worden ook infusies van wilde planten en kruiden gebruikt.

Volstaat dit tegen alle onheil dat een wijnstok kan bedreigen? Sommige biodynamisten geven toe dat ze nog koper en sulfiet inzetten tegen meeldauw en oïdium, hardnekkige schimmelziekten. Deze stoffen komen ook voor in de natuur, zeggen ze, en zijn bijgevolg niet strijdig met de biodynamie.

In het algemeen is het geloof in de biodynamie onder haar aanhangers groot. Sommigen hebben experimenten uitgevoerd, door bijvoorbeeld een perceel biodynamisch te bewerken, en een ander niet. Ze raakten nog meer overtuigd. De wortels van de wijnstok drongen dieper door in de bodem, de bladeren zagen er gezonder uit, de rijping en verkleuring van de druiven was homogener, de druiven smaakten beter. Een wetenschappelijke uitleg? Die hebben ze niet. En dat maakt velen sceptisch. Toch geven steeds meer wijnliefhebbers toe dat ze verrast zijn over de aromatische precisie en expressie van biodynamische wijnen. Komt het door de filosofie, of gewoon doordat biodynamisten met meer zorg en aandacht in de wijngaard werken? Wat maakt het uit? Wat telt, is de inhoud van het glas. Liefst toch met zo weinig mogelijk gif.