Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Hebben we voor elke wijn een ander wijnglas nodig?

wijnnieuws

Hebben we voor elke wijn een ander wijnglas nodig?

De Franse glazenontwerper Jean-Pierre Lagneau van het merk Spiegelau noemde het wijnglas ooit "de concertzaal van de wijn". Want "net zoals de concertzaal het medium is tussen de componist en het publiek, is het wijnglas het medium tussen de wijnmaker en de wijndrinker". Dat onderstreept het belang om voor wijn het juiste glas te kiezen. Want dan pas komt de symfonie van geuren en smaken helemaal tot zijn recht.

Lange tijd werd het wijnglas beschouwd als een neutraal recipiënt. Maar Claus Riedel, oprichter van de gelijknamige fabrikant van wijnglazen, beweerde dat een wijn pas echt tot ontplooiing komt in een aangepast glas. Daarom ontwikkelde hij verschillende glazen voor verschillende wijnen. Wat hem commercieel goed uitkwam: hij bouwde er een wereldmerk mee uit.

Riedel beweerde dat een bepaalde glasvorm bepaalde aroma's in de wijn meer of minder benadrukt. Een gekend voorbeeld is de versmalling van het glas bovenaan, zodat de aroma's verzameld worden op de plaats waar je het glas aan de neus of de mond zet. Een groter glas bevordert dan weer de aromatische expressie van een wijn, omdat de grotere ruimte voor een snellere toevoer van zuurstof zorgt.

Riedel ontwierp ook glazen die de wijn naar een bepaalde plek in de mond leiden. Zo "stuurt" zijn glas voor zoete wijn de drank naar de zijkanten van de tong, waar de zuren het best worden waargenomen zodat er meer smaakevenwicht ontstaat.

Steeds meer wijnstreken vroegen hem een glas speciaal voor hun wijnen te ontwerpen, zodat de collectie alsmaar uitbreiding nam. Ook op artistiek vlak werden de glazen geroemd. Ontwerpen van Riedel staan in de permanente collectie van het Museum Of Modern Art in New York.

Glazen van Riedel zijn duur, vandaar dat de familie het glazenbedrijf Spiegelau kocht, om ook het goedkopere segment van de markt te kunnen bedienen.  

De grootste concurrent is Schott Zwiesel, dat deel uitmaakt van Schott AG, een grote multinational van glas voor de meest verscheiden toepassingen. Riedel, Spiegelau en Schott Zwiesel hebben samen drievierde van de wereldproductie van wijnglazen in handen. Ze krijgen sinds kort concurrentie van nieuwe designproducenten zoals Zalto uit Oostenrijk en Rona uit Slowakije.

Hebben we voor elke wijn echt een ander wijnglas nodig? Of is dat louter een manier om meer glazen te verkopen?

Ongetwijfeld is het wijnglas belangrijk. Al was het maar door het psychologische effect ervan. Een mooi wijnglas straalt verfijning en elegantie uit, en dat straalt af op de beleving van de wijn. Een lange, slanke steel en een fijne glasrand versterken dat gevoel van raffinement en kwaliteit. Een wijnglas moet ook voldoende ruim zijn, zodat de aroma's tot hun recht komen. De kelk moet bovenaan licht naar binnen toe lopen: zo worden de aroma's verzameld op de plaats waar je het glas aan de neus en de mond zet. Verder moet een glas blinken van netheid en vrij van geuren zijn, maar daar moet je zelf voor zorgen.

Ten slotte: hoe schenk je de wijn nu in? De gouden regel is dat je minder goede vòòr betere wijnen schenkt, en jongere vòòr oudere. Best is een apart glas voor witte en voor rode wijn te voorzien. Vòòr het schenken is het aanbevolen de hals van de fles binnenin even schoon te vegen: zo vermijd je kleine onzuiverheden mee te schenken.

De hoeveelheid wijn die je inschenkt, is eveneens belangrijk. Te weinig duidt op gierigheid, te veel op een gebrek aan klasse. In de meeste glazen stop je best met schenken op het punt waar het glas het breedst is. Vervolgens neem je het wijnglas vast bij de steel, zeker niet bij de kelk. En het "walsen" van de wijn in het glas is geen teken van snobisme: de aroma's komen daardoor beter vrij, wat het genot verhoogt. En daar dient wijn uiteindelijk toch voor?

toegevoegd op 27.05.2021