Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Chinezen kopen Franse wijndomeinen

wijnnieuws

Chinezen kopen Franse wijndomeinen

In Bordeaux is het eerste "grand cru classé"-wijnkasteel in handen gekomen van een Chinese industrieel: Château Bellefont-Belcier in Saint-Emilion. Eerder kocht een Chinese zakenman het historische Château de Gevrey-Chambertin in Bourgogne. Het zijn maar enkele voorbeelden van een snel groeiend fenomeen: rijke Chinezen leggen beslag op het Franse wijnerfgoed.


Het Château de Gevrey-Chambertin, met 2 hectare wijngaard, is een symbool voor de beroemde wijnstreek Bourgogne: het dateert van de 11de eeuw en is geklasseerd als historisch monument. Al een hele tijd worden hier geen topbourgognes meer gemaakt, maar de naam Gevrey-Chambertin is wereldbekend en spreekt tot de verbeelding. Toen Louis Ng Chi Sing, een Chinese magnaat van speelzalen in Macau, interesse betoonde om het te kopen, schoot de lokale gemeenschap wakker. Het kasteel werd geraamd op 3,5 miljoen euro, een groep van Bourgondische wijnbouwers verzamelde 5 miljoen. Het bleek niet voldoende: Louis Ng Chi Sing bood 8 miljoen euro. Een troost is dat hij een groot wijnliefhebber zou zijn en het kasteel zijn aura en glorie van vroeger zou willen teruggeven. Maar de verkoop maakte in Bourgogne en zelfs daarbuiten veel emoties los. Vele Fransen kijken met lede ogen toe hoe, na de Japanners, de Chinezen nu binnendringen in hun historische wijncultuur.

Ook in die andere beroemde wijnstreek, Bordeaux, duiken Chinese zakenlui op. Meestal beginnen ze met relatief bescheiden aankopen in eenvoudiger appellaties zoals Bordeaux Supérieur en Côtes de Bordeaux, waar één hectare wijngaard ongeveer 15.000 euro kost. Deze minder bekende wijnregio's, die het moeilijker hebben om hun wijnen te verkopen, kijken anders aan tegen de Chinese belangstelling: het kan voor hen een economische boost betekenen. Op drie jaar tijd werd er al een dertigtal domeinen van die categorie aangekocht door Chinezen, tegen prijzen tussen 2 en 7 miljoen euro. Daarmee zijn de Chinezen de op één na belangrijkste groep van buitenlanders geworden die een Frans wijndomein bezitten (de Belgen zijn de grootste groep).

Met die eerste voorzichtige aankopen willen de Chinezen de sector leren kennen en vertrouwd raken met de mecanismen van productie en verkoop. Maar alle waarnemers gaan ervan uit dat belangrijker transacties zullen volgen.

Nu al laten Chinezen hun interesse voor de echt grote namen blijken, door domeinen te kopen zoals Château Latour-Laguens, Château Chenu-Lafitte en Château Haut-Brisson, omdat een deel van die naam refereert naar de mythische premiers grands crus classés Latour, Lafite-Rothschild en Haut-Brion. Dergelijke namen hebben in China een magische aantrekkingskracht zodat er altijd duur voor wordt betaald, en de nieuwe eigenaars mikken dan ook vooral op de export naar hun thuisland. Sommige investeerders bezitten in China restaurants, hotels en/of winkelketens, waardoor ze al verzekerd zijn van de afzet.
Opmerkelijk detail: Château Latour-Laguens werd gekocht door een 28-jarige Chinese jongedame, Chenu-Lafitte werd door een Chinese miljardair gekocht als geschenk voor zijn 20-jarige zoon.

Stilaan worden ook kastelen in bekendere regio's gekocht door Chinezen, zoals Château Pey-Berland in Moulis, een van de zes topgemeenten in Médoc met een eigen appellatie. De meest in het oog springende transactie is die van de grand cru classé Bellefont-Belcier in Saint-Emilion, aangekocht door een Chinese industrieel in de metallurgie (20.000 werknemers). Het betreft het eerste wijndomein met die hoge status dat door een Chinees wordt gekocht.

Velen zijn ervan overtuigd dat nog meer echte topkastelen zullen volgen, net zoals dat met de Japanners gebeurde. Die laatste bezitten nu al de helft van het beroemde Château Beychevelle en het volledige Château Lagrange in de topgemeente Saint-Julien, waar één hectare wijngaard tot 1,1 miljoen euro kost. Zowel uit Japan als China zijn het overigens niet alleen individuele zakenlui die kopen, ook grote industriële groepen, vaak uit de voedings- en agrobusiness. Zo werd Château de Viaud gekocht door de Chinese voedingsgigant Cofco (eigendom van de staat). De eigenaar van Ningxia Hong, een producent van vruchtenalcohol met 300.000 verkooppunten in China, kocht het 170 hectare grote Château Grand Mouëys. Dat domein wordt overigens geleid door een 28-jarige Chinese oenologe, Li Lijuan.

Niet alleen wijndomeinen komen in het vizier, ook wijnhandelshuizen. Zo werd het handelshuis Diva Bordeaux (opgericht in 1979) voor 70% opgekocht door de Chinese voedings- en drankengigant Bright Food. De Franse eigenaars van Diva blijven het bedrijf wel leiden. Diva was al actief op de Chinese markt en realiseerde daar een omzet van 16 à 17 miljoen euro. De Chinese markt, samen met Hong Kong, absorbeert nu al ongeveer 34% van de totale export van bordeauxwijnen, en bekleedt daarmee de eerste plaats, zowel in volume als in waarde. Franse topwijnen worden in China nog veel duurder verkocht dan hier, waardoor het voor Chinezen interessant is om aan de bron te zitten.

Naast domeinen en handelshuizen investeren de Chinezen tenslotte ook in de wijnen zelf. Zo werd met de steun van de Chinese regering een nieuw investeringsfonds  opgericht, Dinghong. Doel van dat fonds: investeren in Bordelese topwijnen. Wat concreet betekent dat er flessen worden aangekocht om ze vervolgens op een beveiligde plek te bewaren, in de hoop dat ze in prijs zullen stijgen.
De initiatiefneemster van dit fonds is een Chinese dame, Ling Zhijun. Zij slaagde erin Chinese investeerders te overtuigen om voor 100 miljoen euro in dit fonds te investeren. Daarvoor gebruikt zij grafieken die de prijsevolutie van de elite der bordeauxwijnen vergelijkt met de prestaties van diverse beursindexen.

Bordeaux kent intussen het belang van de export naar China. De bekende Bordelese wijnbeurs Vinexpo organiseert al voor de vijfde keer een editie in Hong Kong. Men verwacht 100.000 wijnprofessionals.
Ook andere Franse wijnstreken zien de goudader liggen. De wijnbeurs Vinisud, specifiek gericht op Zuid-Franse wijnen, organiseerde voor de eerste keer een editie in Shanghai.

De interesse van Chinese investeerders in Franse wijn hangt samen met de groeiende consumptie van wijn in China. Wijn geldt er vandaag als een statussymbool en een teken van succes, niet langer als de verfoeilijke uiting van een kapitalistische levensstijl. Dat heeft alles te maken met de politieke en economische veranderingen sinds het overlijden van Mao. Vanaf dan werden joint ventures met buitenlandse investeerders aangemoedigd, en ook de wijnindustrie speelde daarop in. Al in 1979 was Rémy Martin de eerste Europese drankengroep die met de Chinese overheid ging samenwerken voor de productie van wijn (onder het Dynasty-label). Nadien volgden onder meer Pernod Ricard en de Spaanse wijngroep Torres. Het filiaal in Hongkong van de Britse Allied Domecq Group werd mede-eigenaar van het tot hiertoe meest succesrijke wijnbedrijf in China, Huadong Winery. Vandaag zijn er een veertigtal wijnbedrijven in China, geconcentreerd rond de baai ter hoogte van Beijing, waar het klimaat het meest geschikt is voor wijnbouw. 

Dergelijke initiatieven stimuleren de binnenlandse consumptie, de import en de interesse om in de Franse wijnsector te investeren. De tijd dat Chinezen wijn mengden met Coca-Cola en fruit, ligt achter ons.

Dat deze evolutie leidt naar een nog grotere prijsstijging voor de Franse topwijnen, hoeft geen betoog. De Fransen zelf en andere Europese wijnliefhebbers zullen hun geliefde bordeaux- en bourgognewijnen, die zij altijd trouw bleven, alsmaar duurder moeten betalen door deze grote interesse vanuit China.

Het zal trouwens niet bij prijsstijgingen blijven. De hele manier waarop wijnen benaderd worden, is aan het veranderen. Wijn wordt een speculatie-object, zoals grondstoffen en aandelen. En velen vrezen dat zelfs de manier van wijnmaken zal veranderen. Zo stelde een Chinese journaliste de vraag aan de pr-agente van een Bordelees topkasteel wanneer de Bordelese wijnmakers rekening gingen houden met de Chinese smaak. Dat lijkt een rare vraag, maar is het eigenlijk niet. Toen Amerika, onder invloed van de wijncriticus Robert Parker, een nieuwe markt werd voor de bordeauxwijnen, evolueerden de wijnen ook naar de Amerikaanse voorkeur voor concentratie en kracht. Wijndomeinen maken niet altijd de wijnen die ze zelf het beste vinden, maar houden ook rekening met de smaak van hun rijkste klanten.

 

 

 

 

 

 

 

toegevoegd op 28.01.2017