Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Kunst in de wijngaard

wijnnieuws

Kunst in de wijngaard

In plaats van alleen wijnstokken plantte de Ierse eigenaar Patrick McKillen ook kunstwerken in zijn Provençaalse wijngaard. Voor de gebouwen huurde hij wereldberoemde architecten in. Zo groeide Château La Coste uit tot een unicum in de wijnwereld, waar kunst en wijn met elkaar verenigd worden. Ik ging op bezoek en keek mijn ogen uit.

Op 20 kilometer ten noorden van Aix-en-Provence, in Le Puy-Sainte-Réparade, rijd ik het wijndomein Château La Coste binnen. En ik kijk meteen tegen het indrukwekkende hoofdgebouw aan, ontworpen door Tadao Ando, de Japanse architect die wereldfaam bereikte door zijn uitgepuurde zen-stijl met materialen als glas en beton. Net ervòòr, in de strakke vijver die het gebouw omringt, rijst een reusachtige sculptuur van een spin op, gecreëerd door de al even beroemde (en helaas overleden) kunstenares Louise Bourgeois. Nu al is het duidelijk dat dit niet het zoveelste wijndomein is in de Provence: iemand zag het hier groter, breder en vooral artistieker.

Patrick McKillen (63), een Ierse ondernemer die fortuin maakte in de hotel- en vastgoedsector, kocht dit wijndomein in 2002. Maar hij wilde hier niet alleen wijn maken, ook zijn grote liefde voor kunst moest aan bod komen. De wijngaard beslaat 125 hectare, maar het domein is bijna dubbel zo groot, met bossen, heuvels en wandelpaden. Ruimte genoeg dus om een dertigtal vermaarde kunstenaars uit te nodigen om in deze natuurlijke omgeving, in openlucht, een kunstwerk te creëren. Ze waren volledig vrij en konden zelf hun plek kiezen. Zo ontstond stap voor stap een kunstparcours waar je in ruim twee uur tijd langs installaties en sculpturen wandelt, die in wisselwerking met de natuur rondom een heel bijzondere dimensie krijgen.

Ik word begroet door de zus van de eigenaar, die de dagelijkse leiding heeft over Château La Coste. Zij stuurt mij op pad met een jongedame uit Aix-en-Provence die kunstgeschiedenis heeft gestudeerd en voltijds als gids werd aangeworven.

We komen in een bos naast de wijngaard opnieuw een creatie van Tadao Ando tegen: een eeuwenoude kapel die op dit domein stond, heeft hij gerestaureerd en uitgepuurd, en dan ingesloten door glas, zoals een schrijn. Aan de ingang zien we een kruis van rode glazen bollen, ontworpen door Jean-Michel Othoniel. Er zijn wel meer kunstwerken die aanzetten tot reflectie of meditatie, al dan niet religieus, zoals een ondergronds nest van boomtakken door Andy Goldsworthy, een gigantische "meditation bell" van Paul Matisse die je zelf kan laten klinken, Tracey Emins houten brug die naar een ton leidt waarin het beeld van een kleine kat zit opgesloten, een paviljoen met alleen abstracte schilderijen van de Koreaanse kunstenaar Lee Ufan. De wisselwerking of het contrast tussen kunst en natuur toont zich in een majestueuze waterdruppel in weerspiegelend metaal van Tom Shannon, een reusachtige metalen plaat van Richard Serra die de natuur als het ware in twee splijt, en een kasseiweg die Ai WeiWei tussen de bomen liet aanleggen en even verderop overgaat in een muur. Plots - verscholen onder bomen - zie ik de zeven "Foxes" van Michael Stipe: naast zanger van de popgroep R.E.M. blijkt hij ook een beeldend kunstenaar te zijn. Kengo Kuma, die zijn inspiratie zoekt in de traditionele Japanse architectuur, creëerde een sculptuur in ipé-hout, die hij "de zonnestralen doorheen de bomen" noemde. Opmerkelijk is dat bij geen enkel kunstwerk het obligate naam- en titelplaatje staat, zoals in een museum. Een bewuste keuze van McKillen, die wil dat alle kunstwerken één worden met de omgeving.  

De laatste jaren werd Château La Coste alsmaar verrijkt met nieuwe ideeën en projecten. Twee mooie ruimtes, Le Pavillon en La Galerie, ontworpen door respectievelijk Renzo Piano en Jean-Michel Wilmotte, dienen voor tijdelijke tentoonstellingen van hedendaagse kunstenaars. Er kwam een muziekpaviljoen in openlucht bij, een complexe constructie van beton, hout en glas, gecreëerd door niemand minder dan Frank Gehry. Concerten van zowel moderne als klassieke muziek vinden hier plaats. Een gloednieuwe wijnkelder werd gebouwd door Jean Nouvel: een glimmende stalen halve cilinder middenin de wijngaard, die refereert naar de typische serres en hangars van landbouwbedrijven in deze streek. Waar je hier ook rondloopt, altijd kom je wel een of ander kunstwerk tegen.

In een uithoek van het domein, bovenop een heuvel, werd het luxehotel Villa La Coste gebouwd, met buitenzwembad, fitness, welness en restaurant. De kamers hebben de allure van een appartement en bieden een prachtig uitzicht over de streek, je betaalt wel minimum 600 euro per nacht. Maar net zo goed creëerde McKillen vlakbij het hoofdgebouw een replica van een Provençaals dorpspleintje, waar zowel toeristen als mensen uit de streek goedkope regionale gerechten kunnen eten met een glas wijn van het domein erbij.

Een heel bijzonder restaurant staat onder supervisie van de Argentijnse chef Francis Mallman, die zich als een kunstenaar bekwaamd heeft in het roosteren boven houtvuur. Een deel van het restaurant bevindt zich buiten, een ander deel binnen: bij mooi weer kan men de twee gedeelten in elkaar laten overvloeien. In een grote buitenkeuken op het terras bedwingen stoere koks oplaaiende vuren in een buitenmaatse houtoven en boven een indrukwekkende grill met haken en klemmen om vis en vlees dichter bij en verder van het vuur te brengen. 

Opvallend is de 17de-eeuwse bastide die op een wat verborgen plek van het domein staat, omringd door een haag, en nog altijd niet gerestaureerd werd, alsof McKillen vreesde dat de authenticiteit daardoor zou verloren gaan. Alleen het allernoodzakelijkste werd gedaan om de woning leefbaar te maken. Hij verblijft er soms zelf, net zoals familie en vrienden van hem.

En de wijn? Toen ik het domein voor de eerste keer bezocht, enkele jaren na de overname, was ik meer onder de indruk van de kunst dan van de wijn. Maar net zoals McKillen de beste kunstenaars wilde, zo huurde hij ook een oenoloog in die in de wijnwereld algemeen gerespecteerd wordt: Matthieu Cosse, oorspronkelijk niet uit deze streek afkomstig, maar uit het zuidwesten van Frankrijk. Hij noemt zich een "vertaler van de natuur", eerder dan een wijnmaker. En introduceerde biologische en biodynamische methoden, waardoor de wijnen - vooral rood en rosé van cabernet sauvignon, grenache en syrah, en wit van rolle - gestadig verbeterden.

In de hall van het hoofdgebouw zie ik het internationale magazine Newsweek liggen. Mijn oog valt op een reportage over de "Top 100 Destinations To Visit in the World".  Het verbaast mij niet dat Château La Coste erin werd opgenomen.

 

 

toegevoegd op 29.03.2020