Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Château Simone

De Provence: is dat niet die streek waar toeristen de gruwelijkste rosés achterover slaan? En waar witte en rode wijnen vooral getypeerd worden door makkelijk rijp fruit en veel alcohol?

Ik weet wel beter. In de buurt van Aix-en-Provence verlaat ik de A8 om naar het dorp Meyreuil te rijden, middenin de piepkleine en weinig bekende appellatie Palette. Daar worden wijnen gemaakt met een finesse, elegantie en complexiteit die je nooit met de Provence zou associëren. De natuurlijke factoren die daar in warme streken voor zorgen, zijn overal ter wereld meestal dezelfde. Ofwel zijn de wijngaarden hoog gelegen, waar het koeler is. Ofwel zijn ze naar het noorden gericht, waardoor de druiven gespaard blijven van de brandende zon. Ofwel waait er een constante bries doorheen de wijngaarden die voor ventilatie en afkoeling zorgt. Ofwel zit er veel koele en vochthoudende kalk in de bodem. In Palette is het dat allemaal samen. Het is een van die unieke microterroirs, die ondanks hun zeer kleine oppervlakte toch erkend werden met een eigen "appellation controlée".

Met haar 46 hectare is Palette een van de kleinste appellaties van Frankrijk. De drijvende kracht achter haar officiële erkenning, in 1946, was ene Jean Rougier, eigenaar van het Château Simone. Zijn familie bezat dit domein al sinds 1850. Tot op vandaag is dat niet veranderd.

Ik heb een afspraak met Frédéric Rougier, die nu samen met zijn neef Jean-François (kleinzoon van Jean) de leiding in handen heeft. Nadat ik het domein binnenrijd, ben ik nog ruim een kilometer onderweg doorheen een bos alvorens de prachtige oude Provençaalse bastide te bereiken waar de wijnen worden gemaakt en rijpen. Het effect is magisch. Daarnet zat ik nog op de drukke autosnelweg in een van de meest toeristische regio's van de wereld. Nu sta ik plots in de schaduw van stokoude bomen, in een tafereel dat verstild en versteend lijkt in de tijd.

Ik had er al lang van gedroomd om hier ooit te staan. Al vele jaren ben ik een fan van de fijne, geschakeerde wijnen van Château Simone, die je zonder meer kan klasseren bij de top van Frankrijk. De wijngaard telt vandaag 22 hectare, het domein neemt dus bijna de helft van de totale productie van de appellatie voor haar rekening.

Zoals zo vaak in dergelijke uitzonderlijke domeinen, valt er niets te proeven en maar weinig te kopen. De jaarlijkse productie van 100.000 flessen raakt moeiteloos verkocht. Nochtans is de prijs per fles naar Provençaalse normen hoog: tussen 25 en 30 €.
"Ons publiek is niet de gemiddelde wijndrinker", zegt Frédéric, "Alleen echte wijnliefhebbers kennen en kopen ons. Dat merken we overal ter wereld."

Château Simone is een wijndomein dat tot de "oude school" behoort. Dat wil zeggen dat moderne oenologie, technologie en nieuw eikenhout tot een minimum beperkt worden. Inox zie je hier helemaal niet. De gisting gebeurt in grote houten foeders, de rijping eveneens in foeders of in barriques van één of twee jaar oud.
"Voor de rest concentreren wij ons op het werk in de wijngaard", zegt Frédéric, "Wij oogsten altijd later dan in de rest van Provence, omdat de druiven hier trager rijpen. Dat is het echte geheim van onze aromatische expressie, diepgang en finesse."

Op mijn vraag wie de wijn maakt, bekijkt Frédéric mij alsof ik van een andere planeet kom: "Wijzelf natuurlijk."
"Geen oenoloog als adviseur?"
"Een oenoloog?" Frédéric spreekt het woord uit alsof hij een vieze smaak in de mond heeft: "Jamais de la vie."

Even schijnt hij zich te bedenken: "René, de zoon van Jean Rougier, is de vader van mijn neef. Hij is nu 82. Hij is de enige oenoloog waarnaar we luisteren."
En dan, lachend: "Of we doen toch alsof."