Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Wijn onder de vulkaan

Wijnen van Sicilië hebben de reputatie vurig en alcoholrijk te zijn. Maar er worden ook verrassend fijne wijnen gemaakt.

Misschien ligt het aan de vulkaan Etna. Of aan de zuidelijke ligging. Of aan de vurigheid van de Sicilianen zelf. Feit is dat Sicilië spontaan geassocieerd wordt met zwoele wijnen, rijkelijk voorzien van alcohol. 

Dat is niet helemaal onjuist. Hoewel de Siciliaanse wijnbouw al 4000 jaar bestaat en in

de Oudheid veel aanzien genoot, werd er gaandeweg steeds meer bulkwijn gemaakt in grote industriële coöperaties. Die werd onder meer verscheept naar het Europese vasteland, om er in flessen van merkwijnen te verdwijnen of om kleur en body  te geven aan wijnen uit minder zonnige streken.

Maar er is een kentering gekomen. Een steeds groter deel van de industriële wijnen wordt onder betere omstandigheden gemaakt. Dat werd mogelijk door Europese subsidies waarmee dit arme eiland zich van de nodige moderne wijntechnologie kon voorzien. Een neveneffect is dat Sicilië, zoals zovele andere wijnstreken, bezweek voor de internationale druivensoorten, gekweekt en gevinifieerd zoals in de Nieuwe Wereld. Zo krijg je onder meer exotische (en dure) chardonnaywijn, zwaar getekend door de rijping op nieuw eikenhout. De wijnen van het domein Planeta zijn daar een voorbeeld van.

Een aantal domeinen ging zich echter richten op een traditionele en meer persoonlijke manier van wijnmaken. Zij bewijzen dat Sicilië eigenlijk een uitermate geschikt klimaat voor wijnbouw heeft, waar het mogelijk is om fijne en elegante wijnen te maken. Sicilië is immers omringd door zee, die voor de nodige verkoeling van de wijngaarden zorgt. In het binnenland bevinden zich bovendien hoger gelegen gebieden waar het merkelijk minder warm is. Mits een zorgvuldig gekozen ligging van de wijngaard en een beperking van de druivenopbrengst, kan de Siciliaanse wijnmaker dus kiezen voor finesse, elegantie en beheersing van de alcohol. Natuurlijk is ook de juiste druivensoort belangrijk. Pinot noir die een koel klimaat nodig heeft, zal in Sicilië nooit een goede wijn geven. Maar zuiderse druivensoorten gedijen hier wel goed, en zo heeft het eiland haar eigen inheemse varianten herontdekt: nero d'avola en nerello mascalese voor rode wijn, naast catarratto, grillo en inzolia voor witte.

Helaas – zo bleek al uit vele degustaties van Siciliaanse wijnen – zijn deze inheemse druiven geen garantie voor goede wijn. Nog altijd worden in Sicilië wijnen door een industrieel proces gejaagd, met artificiële geuren en smaken tot gevolg, en een onaangename branderigheid die voortkomt uit een gebrek aan beheersing van de alcohol. Dat is jammer, vooral omdat het echt wel beter kan.

Er zijn natuurlijk ook Siciliaanse domeinen die naar kwaliteit streven. Hun wijnen doen je tenminste naar een volgend glas verlangen in plaats van naar de waterfles.

Een van de topwijnen die ik proefde, is "Faro" van het domein Palari. Hij toont aan welke nobele en fijne druif de nerello mascalese is.

Mijn absolute favoriet is het domein Cos, waar Giusto Occhipinti wijnen maakt die rijpheid en concentratie koppelen aan een grote finesse en elegantie: een zeldzame combinatie. Toch blijft hij onvermoeibaar zoeken en experimenteren. Dat kom je wel vaker tegen: zij die reeds de beste wijnen maken, zijn degenen die zich het meest in vraag blijven stellen. Occhipinti liet zelfs amforen van gebakken aarde ingraven in zijn wijnkelder, om daarin een deel van zijn productie te laten rijpen. De doelstelling was de subtiele zuurstofuitwisseling van het houten vat te bekomen, maar zonder de houtinvloed. Het resultaat is verrukkelijk: licht, fijn, precies, met het fruit in zijn puurste expressie volop aanwezig. Occhipinti bewijst (ook met zijn andere wijnen trouwens) dat Sicilië een grote wijnstreek kan zijn. Maar de wil en het talent van de wijnbouwer zijn cruciaal, en dat kan je niet altijd uit het wijnetiket opmaken. Een Siciliaanse wijn kan net zo goed een artificieel opgefokte drank uit een industrieel bedrijf zijn, als een pareltje van finesse van een zorgzame wijnmaker. Vooraf proeven is dus de boodschap.