Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Roze bubbels

Er is maar één schuimwijn die de Franse champagne qua uitstraling van luxe overtroeft: rosé champagne. Maar hoe zit het met de kwaliteit in het glas?

Rosé champagne heeft lange tijd een wat nuffig imago gehad: hij werd gelinkt aan oude rijke dames die van champagne niets kenden en er vooral op uit waren om via roze bubbels in een chique fles hun sociale status en luxueuze levensstijl te etaleren. Wijnliefhebbers keken er op neer, net zoals rosé in de stille wijnen nog altijd op zoek is naar zijn erkenning als volwaardige wijn. Misschien zit de kleur daar voor iets tussen: roze is nu eenmaal een wat fletse kleur, die snel geassocieerd wordt met een gebrek aan karakter en aanstellerig, nichterig gedrag. Ze zweeft tussen wit en rood in, alsof er geen duidelijke keuze werd gemaakt en uiteindelijk voor een halfslachtig compromis werd gekozen. Vele mensen denken ook dat rosé ontstaat door rode en witte wijn te mengen, wat in Frankrijk echter verboden is, behalve in ... Champagne.

In de stille wijnen werd rosé geleidelijk aan opgewaardeerd. Vooral sinds de opkomst van de Aziatische keukens in onze contreien werd hij als maaltijdwijn ontdekt. Wijnbouwers gingen meer moeite doen om goede rosé te maken en vinifieerden hem met dezelfde zorg als rode wijn. De druivenschillen worden gewoon minder lang in het gistende sap gelaten, zodat zij minder kleurstof en tannine afgeven. Daardoor krijgt de wijn zijn roze kleur, maar ook een stukje karakter en structuur van rode wijn. Na deze korte inweking van de schillen kan de wijnbouwer op twee manieren verder gaan. Ofwel wordt een deel van het sap afgetapt (de zogenaamde "vin de goutte"), wat tot een lichte rosé leidt, die men "rosé de saignée" noemt (het overblijvende sap met de schillen wordt verder gevinifieerd tot rode wijn). Ofwel wordt al het sap gebruikt en wordt de schillenkoek zorgvuldig geperst, wat een steviger rosé als resultaat geeft ("rosé de pressurage" genaamd).

Heeft de Champagnestreek hier lering uit getrokken? In ieder geval hebben de champagnehuizen de kwaliteit van hun rosé verbeterd, en dat begint bij de stille basiswijn (die een tweede keer gist op de fles waardoor de bubbels ontstaan).

Het mengen van verschillende wijnen is inherent aan de wijntraditie in Champagne. Daarom bestaat die gewoonte er ook voor rosé: de roze basiswijn wordt bekomen door rode bij witte wijn te voegen, beide moeten wel uit Champagne afkomstig zijn. Dat leidt niet noodzakelijk tot een slecht resultaat, als je de champagne nadien maar tijd genoeg geeft om harmonisch te versmelten. Maar in het streven naar kwaliteitsverbetering wordt de rosé basiswijn nu steeds vaker gevinifieerd zoals zonet beschreven: de schillen van de blauwe druiven (pinot noir en/of pinot meunier) blijven een tijd in het sap, en geven daar hun kleur en smaakstoffen af.

Na de tweede gisting op de fles brengen de beste rosé champagnes, zoals de beste witte champagnes, verscheidene jaren door op hun droesem, waardoor het karakter van pinot noir nog versterkt wordt. Dat is volgens mij noodzakelijk om van echte goede rosé champagne te kunnen spreken: waarom zou je een rosé maken als hij niet het karakter van pinot noir meekrijgt? Dat wil zeggen: die pittige aroma's van klein rood fruit, snoeperig-zoet van het vruchtvlees en tegelijk zachtbitter van de pitten en schillen, zo typisch voor (jonge) pinot noir. Goede rosé champagnes kunnen ook prima verouderen, krijgen dan gekonfijte toetsen en uiteindelijk aardse aroma's, net zoals rode bourgogne. Rosé champagne is dus niet noodzakelijk dat flauwe drankje voor verwijfde snobs, het kan best een heel karaktervolle en complexe wijn zijn, waar de meest veeleisende wijnliefhebber van kan genieten.

Die evolutie heeft alles te maken met het streven van de champagnehuizen om uit hun beperkte niche van het aperitief te breken en champagne als een volwaardige wijn neer te zetten, die een hele maaltijd lang kan meegaan. Een rosé variant is in het assortiment dan vaak een must, omdat hij het best geschikt is voor vleesgerechten. Ik maakte ooit een "diner au champagne" mee bij Moët & Chandon in Epernay, er toen werd een rosé geschonken bij lamsbout: een verrassend voortreffelijke combinatie.

Toch blijft rosé champagne commercieel gezien nog marginaal (minder dan 5% van de productie). Meestal is hij ook duurder dan witte champagne en geraakt hij alleen al daardoor moeilijker verkocht. Maar net zoals een weinig verkocht sportmodel in een gamma van auto's, kan hij een belangrijke rol spelen in het globale imago van een merk. De grote champagnehuizen kunnen niet zonder de distributie via supermarkten: daar verkopen zij hun basisproducten in grote hoeveelheden. Maar als je merknaam alleen daar gezien wordt, kan dat op termijn een negatief effect hebben: de omgeving van een supermarkt strookt uiteindelijk niet met het beeld van luxe dat de champagnehuizen graag verspreiden. Vandaar dat zij geregeld de aandacht vestigen op hun exclusievere cuvées. Die tonen onmiskenbaar aan dat zij wel degelijk de kennis en het talent bezitten om uitzonderlijke kwaliteit te leveren, wat je niet altijd zou afleiden uit hun basisproducten waar vaak de voorrang wordt gegeven aan kwantiteit.

De absolute top in rosé champagne wordt volgens mij bereikt door het bekende merk Laurent-Perrier met haar "Cuvée Grand Siècle Alexandra". Die werd in 1987 gecreëerd ter ere van het huwelijk van Alexandra, de oudste dochter van eigenaar Bernard de Nonancourt (Laurent-Perrier is een van de grootste champagnehuizen die nog voor 100% familiaal is). Sindsdien wordt deze rosé alleen in de beste jaargangen gemaakt (het is dus een millésimé), en in zeer beperkte hoeveelheden. Hij is zeer duur, maar steekt met kop en schouders boven de concurrentie uit. Dit is rosé champagne van het allerhoogste niveau, ongeëvenaard qua finesse en complexiteit, met een structuur die tegelijk gracieus en krachtig is. De goedkopere "Cuvée Rosé Brut" kan je hiermee natuurlijk niet vergelijken, maar is toch ook een mooie champagne.

Er zijn champagnehuizen die kennelijk beter overweg kunnen met rosé dan met witte champagne: zo is volgens mij de rosé van Ruinart merkelijk beter dan hun witte variant die wat karakter mist. Louis Roederer scoort dan weer in beide soorten goed: dit is een huis van kwaliteit dat altijd uitmuntende producten aflevert.

Kan je ook in lagere prijsklassen van rosé champagne genieten? Gelukkig wel. De beste verhouding tussen prijs en kwaliteit vond ik bij André Clouet, die zijn rosé nochtans maakt door rode wijn van Bouzy aan witte wijn toe te voegen. Maar alles is mooi versmolten, prachtig schuimend, met een perfect evenwicht tussen zoet, zuren en bitters, en een heerlijk verkwikkende afdronk.