Meer genieten van betere wijn met wijnschrijver Bruno Vanspauwen

Uit het archief van de wijnschrijver

gerijpte artikels, columns, verhalen, reportages

Een Franse druif in Argentinië

In haar bakermat Frankrijk levert ze donkere, stugge wijnen. Maar in Argentinië toont ze zich van haar beste kant. De malbec.

Vandaag wordt malbec vooral geassocieerd met Argentinië. Dat zegt al iets over het internationale succes dat Argentinië met deze druif behaalt. Maar eigenlijk is malbec een inheemse druif van Zuidwest-Frankrijk.

Lange tijd maakte zij deel uit van de beroemde Bordeaux-mélange (naast cabernet sauvignon, cabernet franc, merlot en petit verdot). Maar het plaatselijke klimaat lag haar duidelijk niet: de opbrengst was onregelmatig, en de druif bleek gevoelig voor rotting en coulure (vernietiging van de bloesem). Geleidelijk aan verdween malbec dan ook uit Bordeaux. In de nabijgelegen appellatie Cahors is zij de belangrijkste druif gebleven: wijn uit Cahors moet voor 70% malbec bevatten. Maar Cahors heeft altijd bekend gestaan voor zijn stroeve, boerse, stugge wijnen, die bij het publiek nooit echt aansloegen.

Eens verhuisd naar Argentinië, toonde de malbec zich van haar beste kant. Plots bleek zij in staat om wijnen te leveren die geurig, fruitig, fluwelig en mondvullend zijn. Ze zijn snel drinkbaar, maar kunnen ook goed ouderen. Kortom: wijnen die alles hebben om de hedendaagse wijndrinker te bekoren.

Dat is moederland Frankrijk niet ontgaan. De Franse groep Pernod Ricard kocht een van de grootste Argentijnse wijnbedrijven, Etchart. Moët & Chandon richtte er Bodegas Chandon op. De bekende gebroeders Lurton uit Bordeaux investeerden er, evenals de Franse oenoloog Michel Rolland. En ook grote internationale groepen zoals Seagram en Alllied Domecq sprongen op de malbectrein.

Hoe komt het dat deze druif zoveel betere resultaten geeft, zo ver van haar bakermat?

In de eerste plaats ligt dat aan het warmere klimaat: de malbec wordt in Argentinië goed rijp, wat de tannines merkelijk verzacht. Tegelijk zijn er  in de hooggelegen wijnstreken grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht, zodat de rijping geleidelijk verloopt en de frisse zuren niet verloren gaan. Op die manier vertoont Argentijnse malbecwijn niet de alcoholische plompheid waar zovele wijnen uit de Nieuwe Wereld aan lijden. Ten slotte is er het droge klimaat, waardoor de malbec zijn grote probleem in Frankrijk, rotting, hier niet kent.

Eigenlijk is het verwonderlijk dat malbec niet vroeger aan zijn internationale veroveringstocht is begonnen. De druif heeft in Argentinië immers een lange voorgeschiedenis. Reeds in de tweede helft van de negentiende eeuw werd ze hier aangeplant, met stekken uit Bordeaux. Maar de Argentijnse wijndomeinen konden gedurende lange tijd al hun wijn kwijt op de binnenlandse markt,  al ging het dan vooral om goedkope slobberwijn. Het land is de op vier na grootste wijnproducent ter wereld, maar de Argentijnen behoren ook tot de grootste wijnconsumenten ter wereld.

Zelfs bij de opkomst van de Nieuwe Wereld bleef Argentinië nog een tijd uit de internationale schijnwerpers. Maar toen het met de Argentijnse economie minder goed begon te gaan, veranderde dat.  Zeker na het uitbreken van een diepe economische crisis in 1999, toen de binnenlandse vraag instortte, moesten de wijnbedrijven zich noodgedwongen op de buitenlandse markt richten. Door de devaluatie van de peso waren de wijnen in het buitenland bovendien zeer goedkoop geworden, wat de opmars van de Argentijnse malbec heeft versneld.

Maar als iets succes heeft, wil iedereen graag een graantje meepikken. En dan blijkt wel eens dat het niet al goud is wat blinkt. Dat stelde ik al meermaals vast bij degustaties van malbecwijnen die op de Belgische markt verkrijgbaar zijn. Er bestaan zeker fijne en elegante Argentijnse malbecs, maar ook nog altijd onbehouwen, overgeëxtraheerde blockbusters die deze boeiende druif geen eer aandoen.