Ontmoeting met wijnmaker Peter Colemont
Een witte bourgogne in België
Hoe kan je in dit land van weinig zon en veel regen een wijn maken die kan rivaliseren met witte bourgogne? Door zeer precies en zorgvuldig te werken. Zoals de Limburger Peter Colemont.
Wijnmaken in België: een opgave
Er zijn geen mirakels: om goede wijn te maken, moeten de druiven goed rijp kunnen worden. Daar is een warm en zonnig klimaat voor nodig, met net voldoende regenval. Daarom liggen alle wijnstreken van de wereld tussen de 30ste en 50ste breedtegraad (in het noordelijk en zuidelijk halfrond). België balanceert op de rand van de meest noordelijke breedtegraad, eigenlijk iets te koud voor wijnbouw. Toch zijn hier een honderdtal wijnbouwers actief, zij het vooral als liefhebber. Hun grote uitdaging is het gebrek aan warmte en zon (en het teveel aan regen) te compenseren door de ligging van de wijngaard zorgvuldig te kiezen. Ook in België bestaan immers microklimaten die afwijken van het nationale gemiddelde. Bovendien kan je de wijnstokken op een zuidelijke helling aanplanten, zodat ze beter door de zon worden beschenen en de afwatering vlot verloopt. Er zijn ook grondsoorten die beter opwarmen dan andere, en druivensoorten die beter bestand zijn tegen koelere klimaten. Zo gedijen de pinot noir en chardonnay goed in de noordelijk gelegen Bourgogne, terwijl riesling en müller-thurgau geschikt zijn voor de Elzas en Duitsland.
Ook het werk van de wijnbouwer is belangrijk: zeker in België moet je minutieus te werk gaan (bij de snoei, het triëren van de druiven, het persen, enzovoort). Dat strookt wel met het karakter van de Belgische wijnbouwers: sowieso moet je al een beetje maniakaal zijn om hier wijn te willen maken.
De wijnbouwer die daarin het verst gaat, en daardoor ook de beste resultaten bereikt, is Peter Colemont uit Haspengouw.
De droom van een Belgische wijnliefhebber
Al sinds 1990 bouwt Peter Colemont stap voor stap, jaar na jaar, aan zijn droom: een Belgische witte wijn maken op het niveau van een witte bourgogne.
Eerst met een piepklein wijngaardje van 4 are in zijn tuin, vervolgens met een grotere wijngaard van 1 hectare, die hij in zijn dorp Gors-Opleeuw kon kopen. De wijngaard is ommuurd en dus kon hij hem, naar Bourgondische traditie, "Clos d'Opleeuw" noemen.
Colemont is leraar biologie en docent wijnkennis. Al zijn vrije tijd gaat op aan zijn eigen wijn, want Colemont gaat maniakaal zorgvuldig te werk. Hier gaat het echt, letterlijk, om handgemaakte wijnen: hij doet alles zelf, zowel in de wijngaard als in de wijnkelder, tot etikettering, verkoop en levering toe.
Maar zijn inspanningen hebben geloond, (nog) niet financieel maar wel mentaal. Zo wordt hij genoemd als beste wijnmaker van België in het internationale "Wine Report" van de Engelse wijnschrijver Tom Stevenson (auteur van het standaardwerk The New Sotheby's Wine Encyclopedia). De Belgische sommeliers zijn het daarmee eens: zijn wijnen staan op de wijnkaart van verschillende sterrenrestaurants in ons land. Volkomen terecht: Colemonts wijnen zijn een toonbeeld van zorg en deskundigheid, maar ook van talent en feeling. Als Belg kan je zijn wijnen zonder blozen schenken: ze vallen niet uit de toon naast hun grote voorbeeld, de witte bourgognes. Een opmerkelijke prestatie in een land dat toch duidelijk minder begunstigd is door de natuur. De wereldbekende Engelse wijnschrijfster Jancis Robinson, op bezoek in ons land, proefde de wijn van Colemont blind en dacht dat het een Puligny-Montrachet was, een van de meest befaamde witte bourgognes!
Wijn is een groeiproces
Peter Colemont blijft er kalm en bescheiden bij, in zijn mooie stille dorp Gors-Opleeuw.
Hij doet kennelijk alles graag zelf: ook zijn huis heeft hij eigenhandig verbouwd en gerenoveerd.
Colemont: "Mijn vader was een groot wijnliefhebber, als kleine jongen al registreerde ik die magische sfeer, telkens als ik hem met vrienden rond een fles wijn zag zitten en ik al die verhalen en beschrijvingen hoorde. Hij is plots gestorven, en zijn wijnkelder bleef onaangeroerd achter. Toen ik achttien was en wel eens iets te drinken wilde halen als er vrienden kwamen, zei mijn moeder: waarom zou je iets kopen als hier goede wijn ligt?
Zo maakte ik al heel vroeg kennis met een wijnkelder waarin het betere werk lag, en waarvan de wijnen intussen mooi gerijpt waren. Ik begon erover te lezen, en ging les volgen, tot in Frankrijk toe. Stilaan leerde ik deskundig proeven. In mijn eigen streek ontmoette ik Jean Bellefroid, de peetvader van de Haspengouwse wijnbouw. Hij is enkele jaren geleden overleden, maar maakte hier al sinds de jaren zestig wijn. Hij stimuleerde mij om mijn eigen wijn te maken. Ik kreeg enkele stokken chardonnay, die ik in mijn tuin aanplantte. Zo ben ik begonnen, ik was 28. Ik dacht absoluut niet aan verkoop, ik wilde gewoon elk jaar bijleren."
Tien jaar lang bouwde Peter Colemont zijn wijnkennis op. Hij leerde veel van bevriende wijnbouwers in Bourgogne: "Ik ben maar le petit belge, geen concurrent dus, en zo krijg ik van hen zelfs informatie die ze aan hun buurman niet zouden geven."
Wijn is een zaak van precisie, in alle details
Toen kreeg hij de kans om in zijn eigen dorp een ommuurd stuk grond te kopen. Er stonden fruitbomen op, het was verwilderd en overwoekerd. Maar ooit had het gediend voor wijnbouw: "Alle factoren zijn gunstig: een zuidelijke expositie, een prima bodem van leem en kalk, en een helling voor een goede afwatering. Vooral dat laatste is van het hoogste belang, meer nog dan de bodemsamenstelling. Kijk naar de allergrootste wijnen: altijd staan hun stokken op hellende wijngaarden. Zonder een goede drainage maak je geen goede wijn. Daarnaast heeft dit perceel een geschiedenis, en ook dat vind ik belangrijk. De ommuring dateert van 1840, het was ooit nog eigendom van het kasteel van Gors-Opleeuw, dat haar werkvolk gedeeltelijk uitbetaalde in wijn."
In 2004 maakte Colemont zijn eerste "Clos d'Opleeuw". Intussen is de vraag naar zijn wijnen groter geworden dan het aanbod, en vragen mensen of hij niet kan uitbreiden: "Maar dat wil ik niet. Ik trap niet in de val waar zoveel mensen vandaag in trappen: altijd meer willen. Als ik uitbreid, zal ik niet dezelfde controle kunnen houden. Nu kan ik alles alleen aan, ik kan letterlijk wijnstok per wijnstok werken. En zo blijft wijnmaken een genot voor mij. Als symbool voor die visie heb ik een kersenboom in mijn wijngaard laten staan. Die neemt plaats in en geeft schaduw: ik kan er dus geen wijnstokken planten. Maar daarmee toon ik dat ik niet het onderste uit de kan wil, de kwaliteit en het plezier gaan voor."
Hoewel hij zijn druivenranken al minutieus verzorgt, selecteert Colemont bij de oogst alleen de allerbeste druiven voor zijn wijn. Na de gisting gaat de wijn in kleine vaten van Frans eikenhout. Op één vat na – het typeert Colemonts zin voor detail: elk jaar laat hij één vat maken van Belgisch eikenhout uit een nabijgelegen bos, als eerbetoon aan het eigen terroir. Hij maakt verstandig gebruik van eikenhout: het is niet allemaal nieuw, want dat geeft teveel houtaroma aan de wijn. Evenwicht, daar streeft hij naar in alle stadia van het wijnproces. Peter wil zijn wijn niet filteren, omdat daardoor smaakexpressie verloren gaat. Daarom heeft de wijn één jaar nodig om volledig te bezinken. Colemont wacht geduldig, pas dan bottelt hij.
De productie van Clos d'Opleeuw is zeer beperkt: 2000 tot 2500 flessen per jaar. Wat drijft iemand om zoveel tijd en energie te steken in zo'n kleinschalig project?
Colemont: "Mijn eerste doel is: continue kwaliteit. Maar mijn ultieme doel ligt verder dan de wijn. Voor mij is er een hoger goed aan verbonden: het ontmoeten van boeiende mensen, de levenservaring. Wijn heeft een bindende factor: rond wijn verzamelen zich mensen van verschillende gezindheden. Wijn geeft aanleiding tot goede gesprekken. Dat komt omdat het appreciëren van wijn een bepaalde houding vereist: aandacht, openheid, bescheidenheid, verfijning. Precies die heel eigen sfeer rond wijn zorgt ervoor dat wijn mij blijft boeien."