Medailles
U hebt ze ongetwijfeld ook al gezien: wijnflessen waarop een stickertje werd gekleefd met de mededeling dat een of andere zilveren of gouden medaille werd gewonnen tijdens een of ander "Concours". Men zegt dat dit een gunstig effect heeft op de verkoop van de wijn, en op de prijs ervan. Ik geloof dat. Maar of de wijn daarom goed is en of ik hem graag zal drinken, dat is een andere kwestie.
Heel wat wijndrinkers zijn niet zo zeker van hun eigen beoordelingsvermogen. Als iemand anders, met een grotere gepercipieerde autoriteit dan zijzelf, stellig beweert dat een wijn goed is, dan verhoogt dat hun vertrouwen. Vandaar dat al die "Concours" uitpakken met een jury van "wijnprofessionals".
Het mechanisme werkt altijd: wijnproducenten nemen graag deel omdat ze er meer door kunnen verkopen, wijnconsumenten laten zich door de resultaten graag leiden omdat ze onzeker zijn en omdat ze nu eenmaal niet alle wijnen uit het enorme aanbod vooraf kunnen proeven.
Wekt het verwondering dat slimme zakenlui hierin brood zien? Vele van die wedstrijden worden georganiseerd door private personen of bedrijfjes. Het businessmodel is eenvoudig. De wijnproducenten betalen per ingeschreven wijn een bepaalde som. Dat vertegenwoordigt de inkomsten, waarmee je de wedstrijd organiseert. Tel de inkomsten op, trek daar de organisatiekosten af, en je hebt
je winst.
Zo is de wedstrijd "Riesling du Monde" eigendom van een evenementenbureau, SEM Strasbourg Evénements. De wereldbekende International Wine Challenge van Londen behoort toe aan het mediabedrijf Reed Business Media. En in eigen land werd het
Concours Mondial de Bruxelles 15 jaar geleden opgericht door een Waalse ondernemersfamilie, vader en zoon Havaux, tevens eigenaar van Vinopres, een reclamebureau voor wijn en uitgever van een wijnmagazine. Wijndomeinen betalen voor dit Concours 118 tot 135 € per ingeschreven wijn, afhankelijk van het jaar en het aantal wijnen. Dit jaar waren er 6.289 wijnen ingeschreven: daarmee ben je dus verzekerd van een omzet tussen 742.102 en 849.015 €. Daar kan je al iets mee aanvangen. Daarbij komt nog de verkoop van medaillestickers: winnaars kunnen die aankopen tegen 20 à 33 € per duizend stuks. Er werden dit jaar 1.801 wijnen bekroond: een bijkomende inkomst van minimum 36.000 euro.
Je hoeft geen genie te zijn om in te zien dat de organisator er belang bij heeft om zoveel mogelijk wijnen te bekronen, niet alleen om stickers te kunnen verkopen, maar ook om zoveel mogelijk wijnbouwers te belonen en daardoor aan te zetten zich het volgende jaar opnieuw in te schrijven. Niet te verwonderen dat het gemiddelde percentage winnaars bij dergelijke wedstrijden tusssen 25 en 33% ligt.
Met de ingezamelde inschrijvingsgelden moet je de wedstrijd natuurlijk wel organiseren, liefst met zo beperkt mogelijke kosten (dan houd je namelijk meer winst over). Ik werd al eens uitgenodigd om deel uit te maken van de jury, maar je wordt er niet voor betaald. Vandaar dat ik afhaakte: waarom zou ik gratis bijdragen aan een evenement waar anderen geld mee verdienen? Zo leuk is het trouwens niet om van
's morgens tot 's avonds met je neus en tong in wijn te hangen. Maar je vindt altijd wel proevers die het een eer vinden om hun licht te mogen laten schijnen in een bekende wedstrijd, ze verhogen er misschien hun eigen reputatie en naambekendheid mee. De organisator kan er maar zijn voordeel mee doen.
Er zijn ook wedstrijden die door de overheid of door een wijnstreek georganiseerd worden. Men wil er wijnbouwers mee aansporen om de kwaliteit van de appellatie op peil te houden, èn om de wijnen van de streek of het land te promoten in de wereld. Noem het gerust marketing. Zo werd het wereldbekende Concours Agricole de Paris al in 1870 opgericht door het Franse Ministerie van Landbouw.
Is het u opgevallen dat de wijnen van de bekendste appellaties nooit deelnemen? Zij hebben die reclame niet nodig. Meer nog: ze hebben er meer bij te verliezen dan te winnen. Stel u voor dat ze geen medaille zouden krijgen.